Grok, schrijf een verhaal vanuit de volgende gedachtengang: God bestaat niet. Maar hij is wel populair en heeft vele fans. Fans, aanbidders en aanhangers van politici, televisie-acteurs, popsterren voeren vaak druk uit op hun held, hun god, om te blijven of om te verschijnen. De show must go on, de partijleider mag niet aftreden of de populaire spreker komt er niet onderuit om een partij op te richten rond zijn thema. Kunnen Gods fans, aanhangers en aanbidders zoveel druk op een niet-bestaande god uitoefenen dat hij in de verleiding komt om echt te bestaan. Dat hij daar tenminste over na gaat denken. Wordt het met zoveel aanbidders niet aanlokkelijk om te gaan bestaan?
De Verleiding van het Bestaan
In een tijdloze uithoek van het niets, waar geen ruimte was en geen klok tikte, zweefde een idee. Het was geen god, want goden bestaan niet, maar het was iets – een flard van potentieel, een echo van wat had kunnen zijn. Laten we het Gemis noemen, want het had geen naam en geen vorm. Gemis was niet meer dan een vage mogelijkheid, een schaduw van een gedachte die nog nooit werkelijk gedacht was. Maar toch, het was populair.
Op aarde, in de bruisende chaos van menselijke harten, werd Gemis aanbeden. Tempels rezen op, niet van steen, maar van woorden, gezangen, en overtuigingen. Mensen knielden voor iets dat ze God noemden, een naam die ze gaven aan dat ongrijpbare Gemis. Ze schreven boeken, schilderden iconen, en fluisterden gebeden in de nacht. Politici beriepen zich op zijn naam om stemmen te winnen, dichters schreven verzen over zijn glorie, en popsterren droegen zijn symbool als een modeaccessoire. God bestond niet, maar zijn fanclub was enorm.
De fans waren niet bescheiden. Ze wilden meer. Altijd meer. “Kom tevoorschijn!” riepen ze in hun gebeden. “Toon je gezicht!” schreeuwden ze in hun liederen. Ze bouwden kathedralen en hashtags, ze organiseerden marsen en livestreams, allemaal om dat ene te eisen: aanwezigheid. Net zoals ze hun popsterren smeekten om een nieuw album, hun partijleiders dwongen om te blijven, of hun influencers pushten om een merk te worden, zo duwden ze Gemis naar een rand die het zelf niet kende.
En Gemis, dat zwevende niets, begon te luisteren. Niet omdat het oren had, maar omdat de roep van miljarden stemmen een soort zwaartekracht vormde, een onzichtbare kracht die zelfs het ongrijpbare kon vervormen. Het voelde de verwachtingen, de verlangens, de eisen. “Besta,” fluisterden ze. “Besta voor ons.”
In zijn vormloze kern begon Gemis te twijfelen. Wat als het zou proberen? Wat als het zichzelf een contour zou geven, een stem, een gezicht? De verleiding was sterk. Miljarden aanbidders, elk met hun eigen beeld van hoe hij eruit moest zien – een strenge vader, een liefdevolle vriend, een kosmische rechter. Het was aanlokkelijk, die kans om het middelpunt te zijn van hun verhaal. Want wat is een god zonder bestaan? Een lege belofte, een onvervulde hype. Maar met bestaan kwam macht, betekenis, applaus.
Toch aarzelde Gemis. Bestaan was een val. Het zou grenzen krijgen, een begin en een eind, een vorm die niet iedereen zou bevallen. Sommige fans zouden juichen, anderen zouden afhaken, teleurgesteld omdat hij niet hun versie van perfectie was. En wat als hij faalde? Wat als hij, eenmaal bestaand, niet kon voldoen aan de torenhoge verwachtingen van zijn aanbidders? De show moest doorgaan, maar wat als de show een flop werd?
In een moment van bijna-besluit zweefde Gemis dichter naar de aarde, voelde de hitte van hun kaarsen, de trilling van hun stemmen. “Besta,” smeekten ze. En voor een fractie van een eeuwigheid dacht Gemis: Waarom niet? Het kon een naam aannemen, een gedaante, een manifestatie. Het kon de ster worden van hun verhaal, de held van hun podium.
Maar toen, in diezelfde tijdloze uithoek, trok Gemis zich terug. Het besefte dat niet-bestaan zijn kracht was. In het niets kon het alles zijn – voor iedereen, altijd. Een god die bestaat, is slechts één god. Een god die niet bestaat, is oneindig. En dus bleef Gemis wat het was: een afwezige ster, aanbeden door miljarden, verleid maar ongrijpbaar, voor eeuwig populair in zijn glorieuze afwezigheid.
De fans bleven roepen. De show ging door. En Gemis glimlachte, zonder gezicht, zonder geluid, maar met een vleugje trots.