De Tweede Kamer heeft 3 juli 2025 de Asielnoodmaatregelenwet aangenomen, inclusief het amendement-Vondeling: invoegen artikel 108a, dat onrechtmatig verblijf strafbaar maakt. Het bestaande artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht maakt ook hulp aan daders bij het plegen van strafbare feiten strafbaar. --- (Zie ook > Duitsland)
1. Asielnoodmaatregelenwet; 2. Samenvatting nieuwe maatregelen; 3. Amendement Vondeling (strafbaarstelling illegaliteit); 4. Wetboek van Strafrecht art. 47; 5. Motie Eerdmans/Van Dijk (apart wetgevingstraject strafbaarstelling); 6. Kamervragen Boomsma NSC (consequenties strafbaarstelling); 7. Kamervragen Van Dijk SGP (toegezegging uitstel strafbaarheid, eerst advies Raad van State); 8. Wetgevingsproces (tekst, stemmingen); 9. Bestaande Vreemdelingenwet 2000.; 10. Strafbaarstelling in bestaande wet; 11. Eerder wetsvoorstel strafbaarheid 2013 12. Advies Raad van State
Het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel, zoals het naar de Eerste Kamer is gezonden: EK Kst 1204823 - TK 36704 Wijziging van de Vreemdelingenwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen
(inclusief amendement-Vondeling = art. 108a).
1. De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt beperkt tot drie jaar; 2. De verblijfsvergunningen asiel voor onbepaalde tijd worden niet langer verleend; 3. De mogelijkheden om vreemdelingen die niet (meer) rechtmatig in Nederland verblijven ongewenst te verklaren worden verruimd; 4. De voornemenprocedure bij de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel wordt afgeschaft; 5. De mogelijkheid dat nareizende ongehuwde partners en meerderjarige kinderen een afgeleide verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krijgen wordt uitgesloten; 6. Er komt een strengere toets voor nieuwe feiten en omstandigheden bij opvolgende aanvragen; 7. Er wordt een verwijtbaarheidstoets bij opvolgende aanvragen geïntroduceerd; en 8. Het wordt mogelijk aanvragen als ongegrond af te wijzen als de vreemdeling niet meewerkt aan de procedure.
Strafbaar stellen illegaal verblijf (tekst van het amendement, link naar PDF-versie, uitslag stemming Tweede Kamer (72 voor, 69 tegen) met hoofdelijke stemming en details van de stemming (namen van de leden voor en tegen).
TEKST: (...) In artikel 66a, zevende lid [inreisverbod, geen rechtmatig verblijf] wordt, onder verlettering van de onderdelen a tot en met d tot b tot en met e, een nieuw onderdeel a ingevoegd, luidende: a. bij herhaling het strafbare feit, bedoeld in artikel 108, zesde lid, of het strafbare feit, bedoeld in artikel 108a, heeft begaan, dan wel achtereenvolgens beide strafbare feiten heeft begaan;
Na artikel 108 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 108a
1. De meerderjarige vreemdeling die in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf niet rechtmatig is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie.
2. In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling niet strafbaar zolang de voor hem geldende vertrektermijn nog niet is verstreken.
3. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf.
4. Artikel 108, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
1 Als daders van een strafbaar feit worden gestraft: 1° zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen; 2° zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken. 2 Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen.
over een apart wetstraject om illegaal verblijf strafbaar te stellen (26-06-25)
Verworpen: 68 voor, 82 tegen. Voor: PVV (37), VVD (24), FVD (3), SGP (3), JA21 (1), overige leden tegen (totaal 150).
over strafbaarstelling illegaliteit (3-7-25 in de loop van de dag). Vragen van het lid Boomsma (Nieuw Sociaal Contract) aan de minister-president en de minister van Asiel en Migratie over strafbaarstelling illegaliteit (ingezonden 3 juli 2025, 2025Z14099). Vraag 1. Heeft u kennisgenomen van de zorgen van o.a. maatschappelijke organisaties over de consequenties van aanvaarding van het amendement van het lid Vondeling (Kamerstuk 36704, nr. 44)? Antwoord vraag 1 Ja. Vraag 2. Kunt u ingaan op de uitvoeringsconsequenties van dit amendement, indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, en specifiek ten aanzien van de inzet van het kabinet inzake het bieden van humanitaire hulp aan illegale vreemdelingen? Antwoord vraag 2. Het op 1 juli aangenomen amendement van lid Vondeling op het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet houdt in dat middels een wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 niet - rechtmatig verblijf in Nederland strafbaar wordt gesteld. Ook het verlenen van hulp aan onrechtmatig verblijvende vreemdelingen wordt strafbaar. Uiteraard voer ik als minister de wens van de meerderheid van uw Kamer uit. Het OM gaat over de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, waaronder de handhaving van deze strafbaarstelling. De capaciteit van de uitvoerende ketenpartners, waaronder politie, OM, de Rechtspraak en DJI, is echter beperkt, zoals u weet. Mocht het zo zijn dat er keuzes gemaakt moeten worden vanwege beperkte capaciteit, zal het kabinet de betrokken ketenpartners vragen om in de praktijk prioriteit te geven aan de handhaving ten aanzien van die doelgroepen waarbij het vertrekbelang het grootst is, zoals overlastgevende en/of criminele vreemdelingen die op negatieve wijze in het zicht van de overheid komen en veel ellende veroorzaken voor de samenleving en zij die niet meewerken aan terugkeer. Deze prioritering heeft dan ook betrekking op de mogelijke vervolging voor het verlenen van hulp aan onrechtmatig verblijvende vreemdelingen. Met deze prioritering kan ik mij voorstellen dat het handhaven op het bieden van hulp door bijvoorbeeld een kerk of het Leger des Heils niet snel aan de orde is. Op deze manier zorgen we ervoor dat illegaal verblijf met prioriteit wordt aangepakt, zodat mensen die hier niet mogen blijven Nederland verlaten. Het Nederlandse beleid wordt daarmee dus strenger en in overeenstemming met de handhaving van onder andere Duitsland, België en Italië. Vraag 3. Wilt u deze vragen beantwoorden voor de stemming? Antwoord vraag 3. Ja.
Vragen van het lid Diederik van Dijk (SGP) aan de minister van Asiel en Migratie over mogelijke consequenties van strafbaarstelling illegaliteit (ingezonden 3 juli 2025).
1. Bent u bereid spoedadvies te vragen aan de Raad van State over de vraag of een aanmerkelijke kans bestaat dat ook individuele gedragingen uit medemenselijkheid of humanitaire hulp strafbaar zullen zijn in samenhang met artikel 108a van de Asielnoodmaatregelenwet? 2. Bent u bereid het desbetreffende artikel niet in werking te laten treden totdat u met de Tweede Kamer heeft beraadslaagd over de consequenties van het zwaarwegende advies van de Raad van State? Antwoord vraag 1 en 2. Ik heb vandaag in uw Kamer aangegeven dat het kabinet als de asielnoodmaatregelenwet wordt aangenomen aan de slag zal gaan met strafbaarstelling illegaliteit en daarbij de handhavingspraktijk zal vragen prioriteit te geven aan criminele en overlastgevende asielzoekers. Daarmee ligt niet voor de hand dat zaken als hulp via kerken en het leger des Heils door dit artikel geraakt worden. Wat ik als minister echter niet kan, in het kader van de trias politica, is definitief uitsluitsel geven over de vraag hoe het OM en de rechtspraak het artikel zullen interpreteren. U vraagt mij, omdat u op dit punt juridisch advies wil van de Raad van State, om het artikel over de strafbaarstelling van illegaliteit van de Asielnoodmaatregelenwet (108a) niet in werking te laten treden voordat advies verkregen is en daarmee op dit punt gebruik te maken van de bestaande mogelijkheid die deze wet biedt voor een artikelsgewijze inwerkingtreding. Ik ben daartoe bereid zodat uw Kamer vandaag in meerderheid voor het wetsvoorstel kan stemmen en we geen tijd verliezen om het asielbeleid strenger te maken. Ik zal zodra het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aangenomen de Raad van State vragen te adviseren over de vraag of een aanmerkelijke kans bestaat dat ook individuele gedragingen uit menselijkheid of humanitaire hulp onder dit artikel vallen. Dit mede na ar aanleiding van berichtgeving vandaag dat dit in landen als België, Italië en Duitsland zou zijn uitgesloten van vervolging. Na ommekomst van het advies van de Raad van State wil ik met uw Kamers beraadslagen over de consequenties van het zwaarwegende advies van de Raad van State, alvorens dit artikel in werking te laten treden. 3. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden nog voor de aanvang van eindstemmingen in de Tweede Kamer op 3 juli 2025? Antwoord vraag 3. Ja.
Asielnoodmaatregelenwet - dossier 36.704 : wetgevingsproces, documenten, uitslag stemming
Adviezen Raad van State over Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel
Bestaande §2 Strafbepalingen: artikel 108
1 Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft overtreding van bij ministeriële regeling aan te wijzen voorschriften vastgesteld bij of krachtens de Schengengrenscode, overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens de artikelen 2t, tweede en derde lid, 5, eerste en tweede lid, 24a, tweede en derde lid, 46, tweede lid, aanhef, en onder b, alsmede handelen in strijd met artikel 56, eerste lid, dan wel handelen in strijd met een verplichting opgelegd bij of krachtens de artikelen 2a, derde lid, onder b, 6, eerste of derde lid, 6a, eerste lid, 54, 55, 57, eerste lid, 58, eerste lid, of 65, derde lid.
2 Overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens artikel 4, eerste tot en met derde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
3 De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
4 Met de opsporing van de in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de ambtenaren belast met de grensbewaking en ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een aanwijzing, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.
5 In afwijking van het eerste lid wordt handelen in strijd met een verplichting, opgelegd bij of krachtens artikel 54, eerste lid, onder b, e of g, gestraft met geldboete van de tweede categorie, indien het feit wordt begaan door een gemeenschapsonderdaan. Het derde lid en de eerste volzin van het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
6 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vreemdeling die in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd, indien het inreisverbod is gegeven anders dan met toepassing van artikel 66a, zevende lid. Het derde lid en de eerste volzin van het vierde lid zijn eveneens van overeenkomstige toepassing.
Overtredingen (lichte strafbare feiten)
Artikel 108, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000: Handelingen samenhangend met illegaliteit Dit lid stelt overtredingen strafbaar die samenhangen met de aanwezigheid of gedragingen van vreemdelingen in Nederland. Voorbeelden zijn:
Het niet onmiddellijk verlaten van Nederland na weigering van toegang.
Het niet voldoen aan de plicht tot kennisgeving van wijziging van woonplaats.
Het niet voldoen aan de aanmeldingsplicht na binnenkomst in Nederland.
De maximaal op te leggen straffen voor deze overtredingen zijn hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de tweede categorie (maximaal € 4.500 in 2025, dit bedrag kan jaarlijks wijzigen).
Artikel 108, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000: Strafrechtelijke aansprakelijkheid van vervoerders Dit lid stelt de strafrechtelijke aansprakelijkheid van vervoerders vast die vreemdelingen zonder de vereiste documenten vervoeren. Dit betreft een overtreding.
Misdrijven (zware strafbare feiten)
Artikel 197 Wetboek van Strafrecht (Sr): Verblijf in weerwil van een inreisverbod Dit artikel criminaliseert het verblijf in Nederland door een vreemdeling die in strijd handelt met een tegen hem uitgevaardigd inreisverbod. Dit geldt specifiek voor een "zwaar" inreisverbod, dat wordt opgelegd aan vreemdelingen die ongewenst zijn verklaard of die een ernstig gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid. Dit wordt beschouwd als een misdrijf en kan leiden tot gevangenisstraf.
"Een vreemdeling die in Nederland verblijft, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden, dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenste vreemdeling is verklaard of tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie."
Art. 197a (1) hulp bij toegang of doorreis (Nederland, EU-land of land aangesloten bij verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad) is schuldig aan mensensmokkel: max. 6 jaar gevangenisstraf; (2) uit winstbejag hulp aan verschaffen van toegang (tot één van bovengenoemde landen): max. 6 jaar; (3) deze feiten begaan in de uitoefening van ambt of beroep: max. 8 jaar en ontzetting uit ambt of beroep; (4) beroep of gewoonte maken van deze feiten of in vereniging met meerdere personen: max. 10 jaar; (5) zwaar lichamelijk letsel of levensgevaar door deze feiten: max. 18 jaar; (6) deze feiten met oogmerk van terroristisch misdrijf: straf met eenderde verhoogt.
Art. 197b illegaal tewerkstellen: max. 1 jaar. "Hij die een ander, die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland heeft verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid doet verrichten, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie."
Art. 197c wie van (197b) illegaal tewerkstellen een beroep of gewoonte maakt: max. 4 jaar.
Art. 197d wie de feiten uit 197b of 197c begaat in de uitoefening van ambt of beroep kan uit dit ambt of beroep gezet worden.
Dit wetsvoorstel uit 2013 is door de regering in 2014 ingetrokken. In dit wetsvoorstel stond een bijna gelijkluidend artikel 108a als het artikel 108a dat begin juli 2025 is opgenomen in de Asielnoodmaatregelenwet, met enkele verschillen: illegaal verblijf is een overtreding, geen misdaad; de maximum straf is vier maanden, niet zes maanden. De strafbaarheidstelling van illegaal verblijf was opgenomen in het regeerakkoord 'Bruggen slaan', dat Mark Rutte (VVD) en Diederik Samson (PvdA) in oktober 2012 hadden afgesloten. In het regeerakkoord staat daarbij expliciet vermeld dat particulieren en particuliere organisaties die individuele hulp bieden niet strafbaar zijn.
De voorgenomen strafbaarheid van illegaal verblijf riep vanaf het begin grote weerstand op bij de PvdA en ook bij maatschappelijke organisaties en kerken. Juristen hadden kritiek geuit op de proportionaliteit, uitvoerbaarheid en mogelijke strijdigheid met de mensenrechten en Europees recht, net name de Terugkeerrichtlijn en jurisprudentie, zoals het El Dridi-arrest. De Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel gaat hier uitvoerig op in en stelt dat 'vertrek gaat voor straf'. Dus uitzetting of terugkeer kan een eventuele gevangenisstraf opschorten of voorkomen.
Op 1 april 2014 bereikten de fractievoorzitters Halbe Zijlstra (VVD) en Diederik Samson (PvdA) een akkoord, dat inhield dat de VVD instemde met intrekking van de strafbaarstelling van illegaal verblijf in ruil voor versterking van het terugkeerbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Staatssecretaris Fred Teeven (VVD) trok daarop het wetsvoorstel in.
Enkele links die naar deze wetsgeschiedenis verwijzen:
Memorie van Toelichting (PDF 44 p) (zoals aangeboden aan de Raad van State)
Memorie van Toelichting (web) (zoals aangeboden aan de Tweede Kamer 14-01-25 dossier 33512)
Wetgevingsproces Eerste Kamer (dossier 33512 strafbaarstelling illegaal verblijf)
Verblijfblog 26-03-2013: bespreking wetsontwerp 'strafbaarstelling van illegaal verblijf'
Bruggen slaan, regeerakkoord VVD-PvdA 29-10-2012 (kabinet Rutte II)
Zie p29-31 IX Immigratie, integratie en asiel, p31: "Illegaal verblijf wordt strafbaar gesteld. Daarbij zijn particulieren en particuliere organisaties die individuele hulp bieden niet strafbaar."
Tekst wetsvoorstel:
Artikel 108a
1. De meerderjarige vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijft, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de tweede categorie.
2. In afwijking van het eerste lid, is de vreemdeling niet strafbaar zolang de voor hem geldende vertrektermijn, bedoeld in artikel 62, eerste, vierde of vijfde lid, nog niet is verstreken.
3. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.
4. Artikel 108, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Voorlichting over amendement over reikwijdte van strafbaarstelling illegaal verblijf, gepubliceerd op 29 augustus 2025
Bijvangst (achtergrondinformatie):
Openbaar Ministerie (2023) Richtlijn voor strafvordering strafrechtelijke aansprakelijkheid voor de aanvoer van niet of onjuist gedocumenteerde vreemdelingen (2018R019). In deze richtlijn voor strafvordering wordt de aansprakelijkheid van de vervoerder met betrekking tot de aanvoer van niet of onjuist gedocumenteerde vreemdelingen beschreven. Het gaat om de strafbaarstelling van artikel 4, eerste en tweede lid, Vreemdelingenwet (Vw) in artikel 108, tweede lid, Vw. Deze feiten zijn overtredingen. -