Zijn er Joodse, rabbijnse equivalente citaten van Mattheüs 5:9 "Zalig de vredestichters" (of "Gelukkig zijn de vredestichters")?
[Deze vraag stel ik omdat door sommigen de Joodse rabbi Jezus wordt losgemaakt van zijn Joodse context of dat men uitgaat van een wreed en geweldadig Oude Testament (Tenach) met daar tegenover een vreedzaam en liefdevol Nieuwe Testament met de boodschap van Jezus. ]
Ja, er zijn zeker Joodse, rabbijnse equivalente citaten van Mattheüs 5:9 "Zalig zijn de vredestichters". De nadruk op vrede en vredestichting is een centraal thema in het Jodendom. Hier zijn enkele voorbeelden:
Pirkei Avot (Spreuken der Vaderen) 1:12: Hillel zegt: "Wees een discipel van Aäron, liefhebbend van de vrede, nastrevend naar de vrede, liefhebbend van de schepselen, en breng ze dichter bij de Tora." Dit is een zeer directe parallel, waarbij Aäron, de eerste hogepriester, als het ultieme voorbeeld van een vredestichter wordt genoemd.
Talmud, Sanhedrin 6b: "Groot is de vrede, want de hele Tora is gegeven om de vrede te creëren in de wereld." Dit benadrukt dat vrede niet zomaar een bijzaak is, maar het uiteindelijke doel van de goddelijke openbaring.
Maimonides, Mishneh Tora, Hilchot De'ot (Wetten van Karaktertrekken) 6:1: "De mens moet altijd streven naar vrede met iedereen, zelfs met degenen die hem kwaad hebben gedaan." Dit toont aan dat vredestichting een actieve houding is, zelfs in moeilijke omstandigheden.
Midrasj Tanchuma, Nasso 16: "Drie dingen zijn kenmerkend voor de Joodse ziel: schaamte, barmhartigheid en het streven naar vrede." Hier wordt vredestichting als een fundamentele eigenschap van het Joodse volk beschouwd.
Hillel: Hillel leefde in de tijd van Jezus (rond de overgang van de 1e eeuw v.Chr. naar de 1e eeuw n.Chr.). Zijn uitspraken, zoals die in Pirkei Avot, werden echter mondeling overgeleverd en pas later (vanaf de 2e eeuw n.Chr. en verder) vastgelegd in geschreven "rabbijnse" collecties zoals de Misjna en de Talmoed. De concepten waren dus wel aanwezig in zijn onderwijs tijdens de periode van Mattheüs, maar de tekst zoals wij die nu kennen, is van latere schriftelijke compilatie.
Talmoed en Midrasj zijn veel later samengesteld, voornamelijk tussen de 2e en 6e eeuw n.Chr. Ze bevatten discussies van rabbi's die in de eeuwen na Christus leefden.
Maimonides: Maimonides leefde in de 12e eeuw n.Chr., dus zijn werk is veel later dan Mattheüs.
Het concept en de waarde van vrede en vredestichting waren fundamentele onderdelen van het Joodse denken en religieuze praktijk tijdens en vóór de tijd van Jezus en Mattheüs. Deze ideeën waren aanwezig in de bredere Joodse culturele en religieuze context, en zijn terug te vinden in oudere Joodse geschriften.
Kan je mijn oorspronkelijke vraag ook kunnen staven met oudtestamentische teksten (de Tenach)?
Het concept van vrede en vredestichting is diep geworteld in de Hebreeuwse Bijbel (Tenach). Hier zijn enkele voorbeelden die de basis vormen voor het latere Joodse denken over vrede:
Spreuken 12:20:
"Bedrog is in het hart van hen die kwaad beramen; maar voor de vredestichters is vreugde."
Dit vers is een directe en krachtige parallel met Mattheüs 5:9. Het benadrukt de positieve beloning ("vreugde") voor degenen die actief vrede bewerken, in tegenstelling tot degenen die kwaad plannen. Het is een duidelijk voorbeeld van wijsheidsliteratuur die vredestichting aanmoedigt.
Psalmen 34:15 (Hebreeuws: 34:14):
"Ga van het kwade weg, en doe het goede; zoek vrede, en jaag die na."
Deze psalm roept op tot een actieve zoektocht naar vrede. Het gaat niet alleen om het vermijden van conflict, maar om het proactief najagen en bewerken van vrede. De frase "jaag die na" (רְדְפֵהוּ - red'fehu) impliceert een ijverige en aanhoudende inspanning.
Jesaja 2:4 (en Micha 4:3):
"Hij zal richten tussen de volken, en Hij zal veel natiën bestraffen; en zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen smeden, en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren."
Hoewel dit een profetische visie op een toekomstige messiaanse tijd is, drukt het de ultieme aspiratie uit van vrede op wereldschaal. Het schetst een beeld waarin conflict is geëlimineerd en de instrumenten van oorlog worden omgevormd tot werktuigen voor de landbouw en het leven. Dit visioen inspireerde generaties Joden tot vredeswerk.
Numeri 6:26 (De Priesterlijke Zegen):
"De HEER zal zijn aangezicht over u verheffen, en u vrede geven." (יִשָּׂא יְהוָה פָּנָיו אֵלֶיךָ וְיָשֵׂם לְךָ שָׁלוֹם - yissa Adonai panav eilecha v'yasem l'cha shalom)
Dit is de klassieke priesterlijke zegen, die een diepe wens voor vrede (shalom) uitspreekt. Shalom omvat veel meer dan alleen de afwezigheid van oorlog; het duidt op heelheid, welzijn, voorspoed en harmonie op alle niveaus. Hoewel het hier een zegen is die door God wordt gegeven, benadrukt het de centrale plaats van vrede als een ideaal.
Zacharia 8:16:
"Dit zijn de dingen die gij doen zult: spreekt de waarheid, een ieder met zijn naaste; oordeelt naar waarheid en brengt vrede in uw poorten."
Dit vers koppelt vredestichting direct aan rechtvaardigheid en waarheidspreken in de gemeenschap. Vrede is niet alleen een extern iets, maar ook een resultaat van ethisch gedrag en eerlijkheid binnen de maatschappij.
Deze oudtestamentische teksten tonen duidelijk aan dat het principe van het zoeken naar en het bewerken van vrede diep verankerd was in de Joodse traditie, lang voordat het Nieuwe Testament werd geschreven. Ze vormden de theologische en ethische basis waarop latere rabbijnse leringen voortbouwden en verfijnden.