Titel
Jaartal
Kernpunten en karakteristiek beleid
Eerste Nota Ruimtelijke Ordening
1960
Spreiding en het Randstad-model. Bevestiging van het Randstad-Groene Hart-model (mal en contramal). Beleid gericht op economische ontwikkeling en het tegengaan van verstedelijking van het Groene Hart door sturing van bevolking en bedrijvigheid naar groeicentra buiten de Randstad.
Tweede Nota Ruimtelijke Ordening
1966
Groeikernenbeleid en concentratie. Introductie van de groeikernen (overloopgebieden buiten de grote steden, zoals Purmerend en Zoetermeer) om de steden te ontlasten en de suburbanisatie te bundelen. Focus op regionale spreiding en het beschermen van open gebieden.
Derde Nota Ruimtelijke Ordening
1973/1976
Stadsvernieuwing en compacte stad (begin). Deels herziening: verschuiving van geografische spreiding naar de kwaliteit van de binnenstad (stadsvernieuwing). Versterking van de 'compacte stad' gedachte. De Verstedelijkingsnota (1976), een deel van de Derde Nota, gaf de financiële en uitvoerende onderbouwing voor het groeikernenbeleid en stadsvernieuwing.
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (VINO)
1988
Economie, Milieu en de "Compacte Stad" (nieuwe stijl). Eerste poging om milieu en economie te integreren (ROM-beleid). Afscheid van de groeikernen en nadruk op bundeling van wonen en werken in en direct tegen de bestaande stedelijke kernen (het principe van de compacte stad). Hierin zat veel beleid, maar weinig directe uitvoeringsafspraken.
Vierde Nota Extra (VINEX)
1991
Uitvoeringsgerichtheid en Expliciete Locatiekeuze. Ontstaan na de val van Kabinet-Lubbers III over het Milieubeleidsplan (NMP). De Vinex was een uitvoeringsprogramma van de VINO en gaf concrete, van rijkswege aangewezen, locaties voor grootschalige woningbouw (Vinex-locaties of uitleglocaties). Dit moest zorgen voor een snelle woningbouwproductie dicht bij stedelijke voorzieningen en openbaar vervoer. Hoewel de intentie compacte stad was (ook veel binnenstedelijke bouw), werd het in de volksmond synoniem met de grote, nieuwe uitleglocaties.
Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (niet vastgesteld)
2001
Vierde Nota-beleid gecontinueerd. Was bedoeld om de Vinex op te volgen, maar werd door kabinetswisselingen nooit aangenomen. De inhoud richtte zich op voortzetting van het compacte stedenbeleid en integratie van sectoraal beleid.
Nota Ruimte
2006
Decentralisatie: 'Decentraal wat kan, Centraal wat moet'. Duidelijke breuk met de nota-in-een-reeks benaming. Het Rijk trok zich terug en concentreerde zich op 13 Nationale Belangen (zoals Mainports en Hoofdinfrastructuur). De regie voor wonen en regionale ontwikkeling kwam grotendeels bij provincies en gemeenten te liggen.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
2012
Nog meer decentralisatie en deregulering. Verdere vereenvoudiging: het aantal Nationale Belangen werd teruggebracht naar 3 hoofdambities (verbeteren concurrentiepositie, beter bereikbaar en leefbaar/veilig). Nog minder Rijksregie, meer ruimte voor lokale keuzes.
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
2020
Integratie en Grote Opgaven. De nationale visie onder de Omgevingswet. Sterke nadruk op een integrale blik op de fysieke leefomgeving. Centraal staan de grote, urgente opgaven: energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie en woningbouw. Recentelijk is er weer een terugkeer van de Rijksregie op deze grote opgaven (o.a. via NOVEX en de Nieuwe Nota Ruimte in ontwikkeling).
Met behulp van #Gemini