Kent het Nederlands recht een equivalent van (het Amerikaanse) "contempt of court"?
Nee, het Nederlands recht kent geen direct equivalent van de Amerikaanse "contempt of court" in de zin van een algemene, strafrechtelijke bevoegdheid voor de rechter om onmiddellijk op te treden tegen minachting van het gerecht. Het Amerikaanse concept van "contempt of court" geeft rechters relatief vergaande bevoegdheden om direct te reageren op gedragingen die het gezag van de rechtbank ondermijnen, zoals het verstoren van de zitting, het beledigen van de rechter, of het negeren van rechterlijke bevelen.
Hoewel er in Nederland geen eenduidig wetsartikel bestaat dat dit dekt, zijn er wel degelijk regels en bepalingen die gedrag dat de rechtsgang belemmert of het gezag van de rechter aantast, adresseren. Het Nederlandse systeem is meer versnipperd en biedt een combinatie van:
Strafrechtelijke bepalingen:
Belediging: Het beledigen van ambtenaren in functie (waaronder rechters) kan strafbaar zijn op grond van het Wetboek van Strafrecht (art. 266 e.v. Sr).
Laster/Smaad: Het verspreiden van valse beschuldigingen die de eer of goede naam van de rechter aantasten, kan strafbaar zijn als smaad of laster (art. 261, 262 Sr).
Opruiing: Het aanzetten tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag (waaronder de rechterlijke macht) is strafbaar (art. 131 Sr).
Verstoring van de openbare orde/lokaalvredebreuk: Het opzettelijk verstoren van de openbare orde in een gerechtsgebouw of het betreden van een gerechtsgebouw zonder toestemming en daar niet weggaan na een verzoek, kan strafbaar zijn.
Procesrechtelijke maatregelen:
Ordehandhaving tijdens de zitting: De rechter heeft de bevoegdheid om de orde in de zittingszaal te handhaven. Dit kan inhouden dat een persoon die de zitting verstoort, uit de zaal wordt verwijderd.
Afwijzen van verzoeken of eisen: In civiele procedures kan de rechter partijen die bijvoorbeeld bewust de waarheid niet spreken of niet alle gevraagde stukken overleggen, veroordelen tot vergoeding van proceskosten of hun eis afwijzen.
Disciplinaire maatregelen: Voor advocaten of andere professionals die zich misdragen, kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen.
Civielrechtelijke procedures: In sommige gevallen kan via een civiele procedure actie worden ondernomen tegen uitlatingen die onrechtmatig zijn en schade toebrengen aan de reputatie van de rechterlijke macht.
De discussie over het invoeren van een "contempt of court"-achtige figuur is in Nederland gevoerd, maar de consensus is dat het concept niet goed past binnen de Nederlandse rechtscultuur. Dit komt mede doordat Nederland al een systeem van waarborgen kent voor een goede rechtspleging en de onafhankelijkheid van de rechter op een andere manier is geborgd. De Nederlandse rechter is bovendien terughoudend in het kwalificeren van processueel optreden als misbruik.
Kortom: geen direct equivalent, maar wel een waaier aan instrumenten om het gezag van de rechterlijke macht en de rechtsgang te beschermen.
Voor zover ik weet heeft contempt of court twee verschillende werkingsgebieden, ten eerste in en rond de rechtszitting (direct ingrijpen van de rechter tijdens de zitting door (dreigen met) straffen, zelfs het ter plekke verhogen van de duur van vrijheidsstraf) en ten tweede een machtsmiddel om te zorgen dat de gedaagde zich houdt aan de uitspraak van de rechter (ook in civiel en bestuursrecht). Mijn aandacht is gericht op die tweede functie. Heeft een Nederlandse rechter een machtsmiddel om te dwingen dat de betrokkene zich houdt aan de uitspraak? Het enige wat spontaan bij mij naar boven komt is het opleggen van een dwangsom, misschien komt dat in de buurt, maar breder gezien heeft de rechter machtsmiddelen die te vergelijken zijn met contempt of court (als vorm van nazorg)?
Je stelt een belangrijke vraag die het verschil tussen de Nederlandse en Amerikaanse rechtssystemen goed illustreert, vooral wat betreft de "nazorg" of executie van rechterlijke uitspraken. Je hebt gelijk dat de dwangsom een belangrijk en veelgebruikt middel is in Nederland. Laten we de Nederlandse machtsmiddelen in civiel en bestuursrecht nader bekijken om te zien in hoeverre ze vergelijkbaar zijn met de "tweede functie" van contempt of court.
In het Nederlands civiele recht heeft een rechter zeker machtsmiddelen om nakoming van een uitspraak af te dwingen. Dit valt onder het executierecht en is breed geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechter zelf is echter niet direct de uitvoerende partij; die rol is weggelegd voor de gerechtsdeurwaarder.
De belangrijkste executiemiddelen in civiele zaken zijn:
Dwangsom (art. 611a Rv e.v.): Dit is inderdaad het meest directe en vergelijkbare middel. De rechter kan naast de hoofdveroordeling een dwangsom opleggen. Dit is een geldbedrag dat de veroordeelde partij per dag, per overtreding of ineens moet betalen zolang hij niet aan de uitspraak voldoet. De dwangsom is bedoeld als prikkel tot nakoming en niet als schadevergoeding. Als de dwangsommen verbeurd zijn (d.w.z. de veroordeelde heeft niet voldaan en de dwangsom is verschuldigd geworden), kan de gerechtsdeurwaarder deze invorderen door bijvoorbeeld beslag te leggen op bankrekeningen of bezittingen.
Lijfsdwang (art. 585 Rv e.v.): Dit is een veel ingrijpender dwangmiddel en is een ultimum remedium (laatste redmiddel). Lijfsdwang houdt in dat de veroordeelde kan worden gegijzeld (opgesloten in een huis van bewaring) totdat hij aan de rechterlijke uitspraak voldoet. Het kan alleen worden toegepast als:
Het aannemelijk is dat andere dwangmiddelen (zoals de dwangsom) onvoldoende uitkomst bieden.
Het belang van de schuldeiser toepassing daarvan rechtvaardigt.
De veroordeling geen veroordeling tot betaling van een geldsom betreft (met uitzondering van alimentatie).
Lijfsdwang kan dus bijvoorbeeld worden ingezet om nakoming af te dwingen van een verplichting tot het verrichten van een handeling of het nalaten daarvan. De rechtbank toetst hierbij streng of er sprake is van onwil of onmacht.
Executoriaal beslag en verkoop (art. 430 e.v. Rv): Als een vonnis een betalingsverplichting inhoudt, kan de gerechtsdeurwaarder, op basis van het vonnis (de executoriale titel), direct beslag leggen op goederen (roerend of onroerend), bankrekeningen of loon van de schuldenaar. Deze goederen kunnen vervolgens openbaar worden verkocht om de schuld te voldoen.
Rechtstreekse tenuitvoerlegging door de schuldeiser (art. 3:299 BW): In sommige gevallen kan de rechter de schuldeiser machtigen om zelf de handeling te (laten) verrichten waartoe de schuldenaar is veroordeeld, op kosten van de schuldenaar. Dit is met name relevant bij veroordelingen tot het verrichten van een specifieke handeling (bijvoorbeeld het verwijderen van een schutting).
Rechterlijk bevel tot dwangsomverhoging: Hoewel niet expliciet een "contempt" zoals in de VS, kan de rechter (op verzoek van de eiser) een eerder opgelegde dwangsom verhogen als de veroordeelde partij ondanks de dwangsom weigert te voldoen. Dit is een middel om de prikkel tot nakoming te vergroten.
In het bestuursrecht ligt de nadruk op de handhaving van bestuursbesluiten en de naleving van uitspraken van de bestuursrechter.
Bestuursorganen hebben zelf instrumenten om naleving van hun besluiten af te dwingen. De belangrijkste zijn:
Last onder dwangsom (art. 5:32 Awb e.v.): Dit is een veelgebruikte herstelsanctie. Een bestuursorgaan (bijvoorbeeld een gemeente) legt een last op aan een burger of bedrijf om een overtreding ongedaan te maken (bijvoorbeeld een illegaal bouwwerk afbreken) of te voorkomen. Indien niet aan de last wordt voldaan binnen de gestelde begunstigingstermijn, verbeurt de dwangsom. Dit bedrag komt dan toe aan het bestuursorgaan.
Last onder bestuursdwang (art. 5:21 Awb e.v.): Indien de dwangsom niet tot het gewenste resultaat leidt, of in spoedeisende gevallen direct, kan het bestuursorgaan besluiten tot bestuursdwang. Dit betekent dat het bestuursorgaan zelf de overtreding ongedaan maakt (bijvoorbeeld de illegale schutting afbreekt) op kosten van de overtreder. Dit is een zeer vergaand middel.
De rol van de bestuursrechter is anders dan die van de civiele rechter. De bestuursrechter toetst primair de rechtmatigheid van besluiten van bestuursorganen. Als een bestuursorgaan een uitspraak van de bestuursrechter niet nakomt (bijvoorbeeld een besluit niet herneemt zoals opgedragen), kan de burger of het bedrijf opnieuw naar de rechter. De bestuursrechter kan dan:
Een dwangsom opleggen aan het bestuursorgaan (art. 8:55d Awb): Dit is specifiek voor het geval een bestuursorgaan een rechterlijke uitspraak (bijvoorbeeld een vernietiging van een besluit en een opdracht om een nieuw besluit te nemen) niet nakomt binnen de gestelde termijn. De dwangsom wordt dan door het bestuursorgaan aan de burger betaald. Dit is een relatief sterk machtsmiddel van de bestuursrechter.
Zelf in de zaak voorzien of een bestuurlijke lus toepassen: In sommige gevallen kan de bestuursrechter zelf een definitief besluit nemen of het bestuursorgaan de gelegenheid geven gebreken te herstellen met concrete aanwijzingen.
Hoewel de Nederlandse middelen effectief zijn, is er een fundamenteel verschil met de Amerikaanse "contempt of court":
Geen directe strafrechtelijke bevoegdheid voor de rechter: De Nederlandse rechter kan niet direct een straf (zoals gevangenisstraf) opleggen voor het niet nakomen van een uitspraak. Dat zou in strijd zijn met het beginsel van scheiding der machten en de rechtsstaat. De handhaving en executie zijn belegd bij andere instanties (gerechtsdeurwaarder, bestuursorgaan) of vereisen een nieuwe, aparte procedure (zoals het opleggen van een dwangsom door de rechter op verzoek).
Focus op civiele/bestuurlijke afdwinging: De Nederlandse middelen richten zich op het afdwingen van de prestatie (nakoming van het vonnis of besluit) via financiële prikkels of feitelijke uitvoering, niet zozeer op het "straffen" van de minachting van het gerecht op zichzelf.
Lijfsdwang als ultimum remedium: Lijfsdwang komt qua ingrijpendheid misschien het dichtst bij een vrijheidsbenemende maatregel zoals die bij contempt of court kan worden opgelegd, maar het is strikt gereguleerd en geldt alleen onder zeer specifieke voorwaarden. Het is geen directe straf voor 'minachting', maar een dwangmiddel om nakoming te realiseren.
Conclusie
De Nederlandse rechter heeft wel degelijk effectieve machtsmiddelen (dwangsom, lijfsdwang, executoriaal beslag, directe tenuitvoerlegging) om te dwingen dat betrokkenen zich houden aan een uitspraak, vergelijkbaar met de afdwingende functie van "contempt of court" in de civiele en bestuursrechtelijke context. De dwangsom is hierbij het meest generieke en breed inzetbare middel. Het verschil zit echter in de aard van de middelen en de directe bevoegdheid van de rechter: in Nederland is het meer een indirecte, procesrechtelijke afdwinging door derden (deurwaarder, bestuursorgaan) of via een nieuwe procedure met een dwangsom, dan een onmiddellijke strafrechtelijke sanctie door de rechter zelf.