>>> Zie ook Nederland
Dit rapport verschaft inzicht in de juridische positie van illegaal verblijf en de strafbaarheid van hulp aan ongedocumenteerde vreemdelingen in Duitsland. De analyse richt zich op de relevante bepalingen uit het Duitse Aufenthaltsgesetz (AufenthG) en de implicaties daarvan, met een specifieke focus op kerken en humanitaire organisaties. Citaten uit Duitse bronnen zijn ongewijzigd in de originele taal opgenomen.
In Duitsland is het illegaal verblijf (ook wel onrechtmatig verblijf of het verblijf als ongedocumenteerde vreemdeling) principieel een strafbaar feit. De wettelijke grondslag hiervoor is vastgelegd in het Aufenthaltsgesetz (AufenthG).
De belangrijkste bepaling is te vinden in § 95 AufenthG, die verschillende vormen van verblijfsrechtelijke overtredingen strafbaar stelt. De wet maakt onderscheid tussen lichtere en zwaardere overtredingen.
§ 95 lid 1 AufenthG bepaalt dat met een gevangenisstraf van maximaal één jaar of met een geldboete kan worden bestraft wie:
"entgegen § 3 Abs. 1 in Verbindung mit § 48 Abs. 2 sich im Bundesgebiet aufhält," (zich in de Bondsrepubliek bevindt in strijd met § 3 lid 1 in combinatie met § 48 lid 2 - dit betreft het verblijf zonder geldig paspoort of paspoortvervangend document).
"ohne erforderlichen Aufenthaltstitel nach § 4 Absatz 1 Satz 1 sich im Bundesgebiet aufhält, wenn a) er vollziehbar ausreisepflichtig ist, b) ihm eine Ausreisefrist nicht gewährt wurde oder diese abgelaufen ist und c) dessen Abschiebung nicht ausgesetzt ist," (zich in de Bondsrepubliek bevindt zonder de vereiste verblijfstitel volgens § 4 lid 1 zin 1, indien hij verplicht is uit te reizen, hem geen uitreisperiode is toegekend of deze is verstreken, en zijn uitzetting niet is opgeschort).
"entgegen § 14 Abs. 1 Nr. 1 oder 2 in das Bundesgebiet einreist," (de Bondsrepubliek binnenkomt in strijd met § 14 lid 1 nr. 1 of 2 - dit betreft onder meer illegale binnenkomst).
Zwaardere straffen, waaronder gevangenisstraf tot drie jaar, zijn van toepassing bij ernstiger overtredingen volgens § 95 lid 2 AufenthG, zoals herhaalde illegale binnenkomst ondanks een inreisverbod of het opzettelijk verstrekken van valse informatie om een verblijfstitel te verkrijgen.
Bron:
§ 95 Aufenthaltsgesetz (AufenthG): https://www.gesetze-im-internet.de/aufenthg_2004/__95.html
Het verlenen van hulp aan vreemdelingen die illegaal in Duitsland verblijven, kan eveneens strafbaar zijn. Dit valt met name onder de bepalingen inzake "Einschleusen von Ausländern" (mensensmokkel), zoals vastgelegd in § 96 AufenthG.
§ 96 lid 1 AufenthG stelt dat met gevangenisstraf van zes maanden tot tien jaar, in minder zware gevallen met gevangenisstraf tot vijf jaar of met een geldboete, kan worden bestraft wie een ander ertoe aanzet of daarbij helpt:
"eine Handlung nach § 95 Abs. 1 Nr. 3 oder Abs. 2 Nr. 1 Buchstabe a zu begehen und a) dafür einen Vorteil erhält oder sich versprechen lässt oder b) wiederholt oder zugunsten von mehreren Ausländern handelt" (een handeling volgens § 95 lid 1 nr. 3 of lid 2 nr. 1 letter a te begaan en daarvoor een voordeel ontvangt of zich laat toezeggen, of herhaaldelijk of ten gunste van meerdere vreemdelingen handelt - dit omvat o.a. hulp bij illegale binnenkomst).
"eine Handlung nach § 95 Absatz 1 Nummer 1 oder Nummer 2, Absatz 1a oder Absatz 2 Nummer 1 Buchstabe b oder Nummer 2 zu begehen und dafür einen Vermögensvorteil erhält oder sich versprechen lässt" (een handeling volgens § 95 lid 1 nr. 1 of nr. 2, lid 1a of lid 2 nr. 1 letter b of nr. 2 te begaan en daarvoor een vermogensvoordeel ontvangt of zich laat toezeggen - dit betreft o.a. hulp bij illegaal verblijf).
De nadruk ligt hierbij op het verkrijgen van een voordeel ("Vorteil" of "Vermögensvorteil"). Dit impliceert dat de wet primair gericht is op georganiseerde mensensmokkelactiviteiten met een winstoogmerk. Echter, de formulering van de wet kan ook van toepassing zijn op gevallen zonder direct financieel gewin, afhankelijk van de precieze omstandigheden en interpretatie door de rechtbank.
Bron:
§ 96 Aufenthaltsgesetz (AufenthG): https://www.gesetze-im-internet.de/aufenthg_2004/__96.html
De Duitse wetgeving, in het bijzonder § 96 AufenthG, raakt kerken en christelijke hulporganisaties in hun werk met ongedocumenteerde vreemdelingen. Er bestaat geen expliciete wettelijke vrijstelling voor humanitaire hulpverlening. Dit leidt tot een complex juridisch grijs gebied.
Een prominent voorbeeld van deze spanning is het Kirchenasyl. Dit is een praktijk waarbij kerken tijdelijk onderdak bieden aan vluchtelingen wier uitzetting dreigt, met als doel hun zaak opnieuw onder de aandacht van de autoriteiten te brengen en een heroverweging te bewerkstelligen.
Geen wettelijke basis: Kirchenasyl heeft geen wettelijke grondslag in Duitsland. Er bestaat geen "Sonderrecht der Kirchen" (speciaal recht voor kerken) dat hen vrijstelt van de toepassing van het AufenthG.
Gedoogbeleid en spanningen: Ondanks het ontbreken van een wettelijke basis wordt kerkasiel in de praktijk vaak gedoogd door de overheid, veelal uit respect voor de kerken en in afwachting van een dialoog. Dit is echter geen garantie. Er zijn gevallen bekend waarbij het Openbaar Ministerie onderzoeken heeft gestart naar geestelijken die kerkasiel verleenden, en in sommige gevallen zelfs aanklachten zijn ingediend. Vaak leiden deze echter niet tot veroordelingen, vooral als het puur om humanitaire hulp gaat zonder winstoogmerk.
Volgens het Duitsland Instituut: "Kerken doen een beroep op humanitaire en barmhartige motieven en willen een laatste vluchtmogelijkheid bieden. Zij beroepen zich op Artikel 4 van de Duitse grondwet, dat vrijheid van geloof, geweten en godsdienst garandeert. Maar de staat vindt dat het recht geen grenzen kent en dat de kerken geen vrijbrief hebben om zich niet aan de wet te houden."
Bron:
Duitsland Instituut - Kerk botst met staat over kerkasiel: https://duitslandinstituut.nl/artikel/29682/kerk-botst-met-staat-over-kerkasiel
De wetgeving creëert een juridische onzekerheid voor kerken en hulporganisaties die breder humanitaire hulp verlenen (bijvoorbeeld voedsel, medische zorg, juridische ondersteuning) aan ongedocumenteerden. Hoewel de intentie van de wet primair gericht is op georganiseerde mensensmokkel, kan de formulering in § 96 AufenthG breed worden geïnterpreteerd.
Interpretatie van "vermogensvoordeel": De cruciale vraag is of er sprake is van een "vermogensvoordeel" bij het verlenen van hulp. Pure, onbaatzuchtige humanitaire hulpverlening, zoals het verstrekken van een maaltijd of kleding, zonder enig financieel gewin, wordt doorgaans niet als strafbaar beschouwd onder § 96 AufenthG. Echter, de vrees voor vervolging kan wel meespelen en organisaties voorzichtiger maken.
Discussie over uitzonderingen: Er is een voortdurende maatschappelijke en juridische discussie in Duitsland en de bredere Europese Unie over de vraag of er expliciete uitzonderingen moeten worden opgenomen in de wet voor puur humanitaire hulp. Juridische experts en ngo's pleiten voor een duidelijk onderscheid om de criminalisering van humanitaire actoren te voorkomen. Het "Rückführungsverbesserungsgesetz" (Wet ter verbetering van terugkeer), recentelijk in Duitsland, heeft de discussie over de strafbaarheid van hulpverlening opnieuw aangewakkerd.
Bron voor verdere verdieping:
KriPoZ - Kollateralschäden nicht ausgeschlossen – Das „Rückführungsverbesserungsgesetz“, der „Schleusertatbestand“ und die zivile Seenotrettung: https://kripoz.de/2024/02/01/kollateralschaeden-nicht-ausgeschlossen-das-rueckfuehrungsverbesserungsgesetz-der-schleusertatbestand-und-die-zivile-seenotrettung/
In Duitsland is illegaal verblijf een strafbaar feit volgens het Aufenthaltsgesetz. Hulpverlening aan personen die illegaal in Duitsland verblijven kan eveneens strafbaar zijn, met name onder de noemer van mensensmokkel, waarbij het verkrijgen van een voordeel een belangrijke factor is. Voor kerken en humanitaire organisaties die uit louter humanitaire motieven handelen, blijft de situatie complex. Hoewel er geen expliciete wettelijke uitzonderingen zijn, wordt in de praktijk vaak rekening gehouden met het ontbreken van een winstoogmerk. De discussie over de reikwijdte van de wetgeving en de bescherming van humanitaire hulpverlening is in Duitsland nog volop gaande.