Proces tegen Herri Batasuna

Bij het begin van het jaar 1997 zijn de leden van het hoogste interne orgaan van Herri Batasuna, de 'Mesa' of 'Tafel', beschuldigd, gevangen genomen en in voorhechtenis genomen. Zij worden beschuldigd van 'samenwerking met een gewapende bende'. Het motief van hun arrestatie en hun gevangenneming is rechtstreeks verbonden aan hun politieke activiteit en aan de meningen die zij hebben geuit in hun hoedanigheid van vertegenwoordigers van een politieke partij. De Spaanse regering wil van de 'tafel' van Herri Batasuna brandhout maken, maar zaagt de poten vanonder zijn eigen democratische stoel. Mr. Paul Bekaert was als internationaal waarnemer aanwezig bij het begin van het monsterproces in Madrid. Zijn relaas.

Herri Batasuna is een wettelijke politieke partij sinds juli 1986. Zij neemt deel aan alle bestaande politieke instellingen. Thans beschikt Herri Batasuna over twee verkozenen in het nationale Spaanse parlement, vijf volksvertegenwoordigers verkozen in het parlement van Navarra, twintig verkozenen in de zogenaamde Juntas Generales, 623 gemeenteraadsleden en 31 burgemeesters. Bij Herri Batasuna worden de beslissingen genomen door de nationale leiding. De leden zijn democratisch verkozen.

Begin 1995 bood de gewapende organisatie ETA aan de Spaanse regering een vredesvoorstel aan: het zgn. 'democratisch alternatief'. ETA stelde een reeks politieke akkoorden voor aan de Spaanse staat. Zij nam zich voor op een bepaald ogenblik een wapenbestand af te kondigen. Herri Batasuna besloot dit voorstel tot het hare te maken. Met dit voorstel wilde men een einde maken aan een conflict dat het Baskische volk tegenover de Franse en de Spaanse staat stelt.

Herri Batasuna nam op een gegeven ogenblik contacten op met een aantal andere politieke partijen, syndicale organisaties enz., gedurende verschillende maanden.

Begin 1996 besloot Herri Batasuna dit voorstel openbaar te maken. De partij stelde immers vast dat het vredesvoorstel door de pers werd doodgezwegen.

Volgens Herri Batasuna moest dit vredesvoorstel bekend worden gemaakt en besproken worden op de meest ruime wijze. Dus organiseerde HB een reeks bijeenkomsten. Een onderzoeksrechter van de Audiencia Nacional van Madrid besloot de videocassettes waarop de vredesvoorstellen te zien waren in beslag te nemen, hun projecties te verbieden en de leiding van Herri Batasuna strafrechterlijk te vervolgen.

HB legde dit verbod naast zich neer. Zij besloot een andere cassette te verspreiden die een samenvatting bevatte. Die moest dienen als kiespropaganda in de campagne voor de Spaanse verkiezingen van februari 1996.

Maar ook deze kiespropaganda werd verboden, evenals de radioaankondigingen die in deze campagne werden voorbereid.

De partij wordt in beschuldiging gesteld wegens "apologie van het terrorisme", omdat zij bij de laatste verkiezingscampagne een videoband had verspreid waarin gemaskerde ETA-leden het woord voeren. Nu bevat die video helemaal geen boodschap waarin de ETA of geweldplegingen in het algemeen worden opgehemeld of aangeprezen als politiek strijdmiddel; integendeel bevat hij een vredesvoorstel van de ETA, gekend onder de naam "het Democratisch Alternatief". Concreet wordt voorgesteld dat in heel Baskenland (dus met inbegrip van Navarra) een referendum wordt georganiseerd over de staatkundige toekomst van Baskenland. Het komt immers uitsluitend aan de Basken zelf toe om over de toekomstige verhouding met Madrid te beslissen, of het nu gaat om een federatie, een confederatie of een volledige onafhankelijkheid. De ETA zou zich schikken in de uitkomst van een dergelijk referendum.

Bij de eerste beschuldiging, die verwees naar het democratische alternatief, kwamen er nog andere. Herri Batasuna had twee perscommuniqués uitgegeven na twee overlijdens tengevolge van aanslagen door de ETA. In deze communiqués maakte HB zijn analyse bekend betreffende deze gewapende acties. Het is gebruikelijk dat bij belangrijke gebeurtenissen een dergelijk persbericht wordt verspreid.

Alle leiders van Herri Batasuna die lid zijn van het Nationaal Bureau werden gedagvaard om te verschijnen.

Ze weigerden echter om zich vrijwillig aan te bieden. Ze zijn immers van oordeel dat de ten laste gelegde feiten deel uitmaken van hun politieke activiteiten en dat zij genieten van vrijheid van meningsuiting. Ze gingen rustig verder met het uitoefenen van hun politieke en professionele activiteiten tot op het ogenblik van hun aanhouding.

Deze houding van Herri Batasuna is niet nieuw. Vroeger werden zij vaak vervolgd voor hun politieke mening. Zij boden zich aan bij de rechter die hen dan hoorde en weer in vrijheid stelde.

Het Nationaal Bureau van Herri Batasuna wilde zich niet onttrekken aan de justitie. Het was een manier om te protesteren tegen vervolging wegens hun opvattingen. Hun protest bestond er ditmaal in om niet in te gaan op de oproeping van de rechter. De opsluiting van de leden van het Nationaal Partijbestuur gebeurde één jaar na de feiten, behalve in één geval.

Tot op dat ogenblik eiste niemand de opsluiting van de HB-leiding. Zij heeft trouwens altijd verklaard dat ze zich niet wilde onttrekken aan de vervolgingen. Opsluiting leek dan ook volstrekt onzinnig en buiten alle verhouding.

Kort daarop werden de leden van het Nationaal Bureau van HB in voorlopige vrijheid gesteld, na betaling van borgsommen tussen de 500.000 en 5.000.000 peseta’s.

De onderzoeksrechter heeft geweigerd bepaalde bewijzen te onderzoeken die door de verdachten voorgesteld werden. Hij heeft geweigerd het dossier te klasseren, hoewel het optreden van de leden van de HB-leiding geen misdrijf is. Hij blijft volharden in zijn beschuldigingen en stelt alle vervolgde personen in staat van beschuldiging. In zijn overwegingen kan men zaken lezen die geenszins met de werkelijkheid overeenstemmen. Van samenwerking met een 'gewapende bende' is geen sprake. De verdediging tekende beroep aan tegen de inbeschuldigingstelling.

Het bestuur van Herri Batasuna wordt niet beschuldigd van het plegen van aanslagen, het plegen van geweld of mededaderschap of medeplichtigheid aan daden van geweld.

Het enige misdrijf waarvoor zij vervolgd worden, is het uiten van een mening. Het wordt hen ten kwade geduid dat zij een vredesvoorstel dat aan de Spaanse regering gedaan werd verspreid hebben. De perscommuniqués na de aanslagen van ETA bevatten niets anders dan een politieke analyse. Het verspreiden van een vredesvoorstel strekt precies tot het beëindigen van politiek geweld en het beëindigen van een politiek conflict.

Het proces tegen de 23 leden van de Mesa begon op maandag 6 oktober 1997 voor 'El Supremo', met andere woorden het Hof van Beroep in Madrid. Gezien er zes parlementsleden onder de verdachten waren, diende een hoger gerechtshof de zaak te behandelen. Het hogere gerechtshof is gelegen in het hartje van Madrid, vlak bij de Plaza de Colon, naast de hoofdlaan van de hoofdstad.

Herri Batasuna had internationale waarnemers uitgenodigd om het proces bij te wonen. Volgende getuigen gingen op dit verzoek in:

  • Winfried Wolf, lid van de Bundestag (SPD) in Duitsland;

  • Didier Rouget, advocaat, professor aan de Universiteit te Parijs, vertegenwoordiger van het FIACAT (een niet-gouvernementele organisatie erkend door de UNO) uit Frankrijk;

  • Antonio Rosa Coutinho, Admiraal van de Portugese Anjerrevolutie van 25 april 1974;

  • Ana Santos, een Portugese arts;

  • Francisco Louça, economist en universiteitsprofessor in Portugal;

  • Urbano Tavares, schrijver en professor in Portugal;

  • Pedro Antonio Carvalho, vertegenwoordiger van de Portugese Raad voor Vrede en Samenwerking;

  • Paul Bekaert, advocaat, lid van de Liga voor Mensenrechten uit Vlaanderen;

  • Alex Maskey, leider van Sinn Féin, raadslid in Belfast, lid van de republikeinse delegatie in de vredesgesprekken in Noord-Ierland;

  • Hans-Peter Carbade, advocaat en lid van de Internationale Liga voor Juristen (Zwitserland);

  • Fernando Mejia, vertegenwoordiger van de wereldorganisatie tegen foltering en van de internationale vereniging voor mensenrechten (Zwitserland);

  • Gianni Sartori, vertegenwoordiger van de Internationale Liga voor de rechten en de bevrijding van de Volkeren (Italië);

  • Isabelle Dasmarais, vertegenwoordiger van de Amerikaanse Organisatie voor Juristen (Québec);

  • Roger S. Wareham, advokaat, lid van de Vereniging tegen Foltering (New York, Verenigde Staten).

Rondom het gerechtsgebouw waren er betogingen van extreem rechts. De straat en de ingang van het gerechtshof was hermetisch afgesloten voor publiek en betogers. Alleen de pers was toegelaten.

De groep waarnemers stapte te voet door de afgesloten straat naar de ingang. Tussen een haag van persmensen stapte de delegatie het gerechtsgebouw binnen in een geladen sfeer.

In het gebouw waren alleen persmensen, advocaten, vertegenwoordigers van de slachtoffers en de waarnemers toegelaten.

De verdediging legde dadelijk een verzoekschrift neer tot wraking van de voorzitter.

Zij was de mening toegedaan dat de voorzitter niet meer onbevooroordeeld kon oordelen en partijdig was. Zijn dochter heeft een hoge functie bij de Veiligheid van de Staat. Hijzelf bracht meerdere keren een bezoek aan de staatssecretaris voor Veiligheid.

Daarenboven had de regering reeds voortdurend laten blijken dat de verdachten veroordeeld dienden te worden.

Ten slotte was de verdediging ook de mening toegedaan dat de Guardia Civil als getuige gewraakt diende te worden, alsook hun rapport. Hun identiteit werd verborgen gehouden. Zij zouden gemaskerd komen getuigen. Hun rapport bestond uit 200 bladzijden en 3.000 bijlagen.

De verdediging had nog geen kennis kunnen nemen van dit rapport. Daarenboven waren al stukken van het rapport in de pers verschenen.

De voorzitter van de rechtbank en zijn bijzitters verwezen het verzoek tot wraking naar de algemene vergadering van alle raadsheren van El Supremo. Die haspelden in twee uur het verzoekschrift bestaande uit 25 blz. af met een afwijzing van de wraking. Het proces zou doorgaan op maandag 13 oktober 1997.

Bij het verlaten van het gerechtshof dienden de verdachten spitsroeden te lopen tussen betogers die “asesino” (moordenaar) schreeuwden, telkens een verdachte naar buiten trad. Hiermede was de eerste procesdag afgelopen.

Alex Maskey (Sinn Féin) hield een druk bijgewoonde persconferentie die heel wat weerklank kreeg in de Spaanse en in de Baskische pers. De waarnemers hadden de kans om gesprekken te voeren met de Baskische pers. De Spaanse pers was blijkbaar niet geïnteresseerd in een gesprek met de waarnemers. Enkele correspondenten van de Belgische pers waren eveneens aanwezig. Naderhand was er overleg tussen de waarnemers en de advocaten van de verdediging.

Op 13 oktober 1997 werd het proces verder gezet in aanwezigheid van een beperkte delegatie van waarnemers.

De zitting begon om 10 uur 30. Er werden allerlei incidenten opgeworpen. Deze hadden betrekking op de rechten van de verdediging alsook op de bewijsstukken en getuigenissen.

De advocaten van de verdediging riepen nogmaals de wraking tegen de voorzitter van de rechtbank in. Zij deelden mee dat ze beroep hadden aangetekend tegen de afwijzing van de wraking bij het Grondwettelijk Hof. Ze vroegen meteen schorsing tot na de uitspraak over het beroep. De verdediging laakte ook de druk van de Spaanse regering en van de Spaanse pers, die de verdachten al lang had veroordeeld. Van een sereen klimaat was er helemaal geen sprake. Ze vroegen ook dat het proces voortgezet zou worden in Baskenland. Ze hadden ten slotte ernstige juridische argumenten tegen de deelname van de socialistische partij PSOE als benadeelde burgerlijke partij.

De verdediging deed nieuwe voorstellen om internationale deskundigen als getuige op te roepen en nieuwe bewijzen toe te laten. Ze protesteerde ook nogmaals tegen het rapport van de Guardia Civil, die beweerde de relatie tussen Herri Batasuna en ETA te kunnen aantonen.

Op dinsdag 14 oktober 1997 zette het Hof het proces verder in de voormiddag. De openbare aanklager en de burgerlijke partijen gaven hun antwoord op de incidenten opgeworpen door de verdediging van HB.

Alle argumenten van de verdediging werden weggewuifd. Het openbaar ministerie ontkende ook, zij het zonder enige argumentatie, dat de verklaringen van de Spaanse regering enige druk zouden betekenen voor de rechters.

De waarnemers hebben het proces tegen Herri Batasuna gewogen en te licht bevonden.

Vooreerst hebben zij eraan herinnerd dat een rechtsstaat binnen de EU de Europese Conventie van de Rechten van de Mens, die ook door Spanje is ondertekend, moet toepassen. Dit houdt in:

  1. Onafhankelijkheid van de Rechtbank. Dit betekent dat de scheiding tussen de rechterlijke macht en de uitvoerende macht geëerbiedigd moet worden.

  2. Onpartijdigheid van de rechters.

  3. Vermoeden van onschuld van elke verdachte. Dit vermoeden van onschuld moet zowel door de rechterlijke als door de politieke macht geëerbiedigd worden.

  4. Recht op recht en eerbiediging van de rechten van de verdediging. Dit betekent dat zowel de openbare aanklager, de burgerlijke partij als de verdachte over dezelfde middelen moeten beschikken. Dit houdt ook in dat de verdediging toegang moet hebben tot het dossier. Deze toegang moet tijdig gebeuren. De verdediging moet de mogelijkheid hebben tegenbewijzen te leveren. Dit houdt in dat zij het recht heeft getuigen op te roepen, deskundigen, en stukken voor te leggen.

  5. De zitting moet openbaar zijn.

De waarnemers hebben deze principes toegepast op het concrete proces tegen het bestuur van Herri Batasuna in Madrid. Ze kwamen daarbij tot het volgende besluit:

  1. De Spaanse regering heeft meerdere keren openlijk een veroordeling uitgesproken tegen Herri Batasuna. De regering heeft de verdachte bestuursleden van HB scherp veroordeeld en eraan toegevoegd dat zij spoedig veroordeeld dienen te worden door de rechtbank. Deze houding betekent een ontoelaatbare druk op de rechterlijke macht. De Spaanse regering pleegt een inbreuk op het principe van het vermoeden van onschuld.

  2. Volgens de pers hebben twee rechters die zetelen in deze zaak, waaronder de voorzitter, zich al uitgesproken voor een veroordeling van HB. Zij hebben daardoor al geprejugeerd, nog voor de argumenten van de verdediging tijdens de openbare zitting werden aanhoord. Dit wekt ernstige twijfel op betreffende de onpartijdigheid. Tevens wordt een inbreuk gepleegd op het vermoeden van onschuld.

  3. Zestien rechters van de speciale kamer van het opperste gerechtshof of Hof van Beroep hebben het verzoek tot wraking onderzocht. Zij hebben binnen de 2 uur met 2 verschillende kamers 2 beslissingen getroffen die daarenboven nog tegenstrijdig waren. Een grondig en objectief onderzoek van een 25 pagina's tellend verzoekschrift tot wraking vraagt meer dan twee uren.

  4. Op de dag van de opening van het proces had de verdediging nog niet de mogelijkheid gehad het verslag van de Guardia Civil te raadplegen. Dit verslag werd door de rechtbank aanvaard voor de benadeelde burgerlijke partij. Het rapport bestaat uit 200 blz. en 3000 bijlagen. De verdediging kent ook de identiteit niet van de opstellers van het verslag.

  5. Het gebruik van dit verslag in deze omstandigheden betekent een inbreuk op de rechten van de verdediging.

  6. Bepaalde uittreksels van dit verslag werden gepubliceerd in de pers. Deze uittreksels tonen duidelijk aan dat dit verslag enkel meningen vertolkt en geen feiten aanbrengt. Ook dit betekent een inbreuk op de rechten van de verdediging.

  7. Het feit dat de rechtbank toelaat dat dit verslag als bewijs wordt aangebracht, doet vragen rijzen. Eerder al had de rechtbank dit verslag afgewezen als niet bewijskrachtig.

  8. De vrees bestaat dat er intussen politieke invloed geweest is op de rechterlijke macht om dit bewijs toch toe te laten.

  9. De waarnemers danken het opperste gerechtshof (Hof van Beroep) omwille van het feit dat zij geaccrediteerd werden. Niettemin betreuren de waarnemers dat de zittingszaal te klein was om het publiek toe te laten.

Binnenkort zullen in eigen land (België) onze wettelijk verkozen vertegenwoordigers, de parlementsleden, zich buigen over het wetsontwerp betreffende 'criminele organisaties'.

Alvorens zij dit wetsvoorstel goedkeuren, zouden zij best goed het proces tegen de politieke partij Herri Batasuna in een ander land van de Europese Unie volgen. Dit proces bewijst immers hoe gemakkelijk het is het misdrijf 'lidmaatschap van een criminele organisatie' te gaan gebruiken tegen politieke opposanten. Van de uitvinder van de guillotine werd wel eens gezegd dat hij door zijn eigen uitvinding werd omgebracht.

De uitvinders van het wetsontwerp op de criminele organisaties zouden wel eens door hun eigen geesteskind kunnen omgebracht worden, in slechtere tijden.

Het proces van Herri Batasuna betekent de uitvoer van de hysterie die thans in Spanje heerst tegen alles wat zweemt naar Baskisch separatisme. Zo is er in de Spaanse pers geen plaats voor afwijkende meningen. De internationale waarnemers heten in een ernstige krant 'vooringenomen' en 'geïndoctrineerd'.

De Spaanse pers nam echter niet eens de gelegenheid te baat om met de waarnemers te spreken. Als de ernstige pers de pedalen kwijt is, waarom zou dan straks de rechtbank nog sereen oordelen? Iedereen die zijn stem nog durft verheffen wordt op een hoopje met de ETA gekeerd.

Dit proces is een orkestratie van de Spaanse regering tegen een tot nader order democratische partij. Mocht het bestuur van HB gewelddaden mèt de ETA plegen, dan lagen de kaarten anders.

Waar gaat het hier wèl over? Over een politieke partij die een oproep van ETA, overigens geen oproep tot geweld, tot de hare maakt. Dit is dus een opiniedelict.

Spanje glijdt met dit proces af naar het niveau van Turkije. Ankara zet ook Koerdische partijen buiten de wet en veroordeelt zelfs schrijvers die voor de Koerdische zaak opkomen, zoals Kemal.

Dit is verontrustend voor de Europese Unie. Een land moet democratisch zijn om lid van de Unie te mogen worden, maar eens dat het zover is, krijgt het uitgerekend door dit lidmaatschap “carte blanche” in het binnenland. Politiek Europa laat Spanje trouwens begaan. Zelfs de Volksunie had niet eens de moed om een waarnemer te sturen. Zo goed slaagde Spanje erin om de hysterie rond Herri Batasuna te exporteren.

De rechterlijke macht in Spanje wil nu een handje toesteken in het muilkorven van het Baskische separatisme.

Na een militair, politiek en diplomatiek offensief is er nu een rechterlijk offensief.

Dat dit gebeurt met een proces om een opiniedelict waarvoor democratisch verkozenen terechtstaan. Het roept vragen op over de kwaliteit van de Spaanse rechtsstaat. De jonge Spaanse democratie kampt met kinderziekten. Het Herri Batasunaproces wordt een uitputtende procedureslag.

Na een waarschijnlijke veroordeling zal Herri Batasuna in beroep gaan bij het Constitutioneel Hof. Daarna zal het een mogelijke veroordeling aanvechten bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Spanje gooit zijn eigen ruiten in. Een gematigde Baskische partij als de PNV heeft het cordon sanitaire tegen Herri Batasuna, dat was gevorderd na de terechtstelling van de ontvoerde Miguel Angel Blanco door de ETA, al doorbroken. Het onrechtvaardige proces poetst het blazoen van de Baskische separatisten weer op.

Verschillende landen van de EU zijn in het verleden en het heden geconfronteerd met politiek geweld. Vraag is: welke grenzen mag een democratie overschrijden bij het bestrijden van politieke dissidenten die geweld gebruiken? Spanje heeft in elk geval grenzen overschreden die het democratische fatsoen te buiten gaan. Een rechtsstaat gebruikt niet de middelen van zijn tegenstrevers.

Het proces brengt ten slotte hoe dan ook geen oplossing. Als morgen 23 leiders van Herri Batasuna achter de tralies gaan, zijn er overmorgen 23 anderen.

Eens te meer heeft Spanje gekozen voor de harde confrontatie. De escalatie gaat verder.

“Meervoud”, nr. 31, november 1997, artikel geschreven door meester Paul Bekaert.

Reactie

Terwijl Tony Blair handjes schudt met Gerry Adams en Martin McGuinness, besliste het Hooggerechtshof van Madrid om de volledige partijleiding van Herri Batasuna voor zeven jaar de nor in te draaien. Hun misdaad: hun opinie. In een verkiezingscampagne hadden ze namelijk een vredesvoorstel van ETA op video laten zien. De vroegere minister-president van Baskenland, Carlos Garaikoetxea, noemde het verdict erger dan het proces van Burgos in de nadagen van de Franco-dictatuur...

In Baskenland zelf woedt de Kale Borroka (straatguerilla) weer in volle hevigheid. Er waren al onlusten in Errenteria, Donostia, Iruñea (Pamplona)... Justitie echter voelt zich gesterkt, en denkt er nu over om één van de veroordeelden, Floren Aoiz, nog eens extra te vervolgen omdat hij openlijk had aangekondigd dat het vonnis ‘ernstige gevolgen’ zal hebben. Er wordt ook een onderzoek ingesteld naar Ana Lizarralde, woordvoerder van de jongerenbeweging Jarrai, die verklaard had: "Als ze oorlog willen, dan krijgen ze oorlog". Jarrai wordt wel beschouwd als de spil van de Kale Borroka, maar het is maar zeer de vraag of de organisatie haar leden nog in handen kan houden na de jongste gebeurtenissen.

Behalve natuurlijk de Partido Popular van José Maria Aznar is zowat iedereen in Baskenland doodongelukkig met het politieke vonnis van El Supremo.

Dat hoeft niet te verwonderen. Ook de politieke vijanden van Herri Batasuna zijn niet gediend met dit proces en nog minder met het verdict. Hun tactiek om HB politiek te isoleren wordt onhoudbaar. Op syndicaal vlak werd het cordon sanitaire reeds doorbroken door de verregaande samenwerking tussen de christendemocratische vakbond ELA met HB-vakbond LAB.

De Partido Nacionalista Vasco (PNV), die samen met PP in de (Spaanse) meerderheid zit, zat het meest verveeld. Zij wachtte twee dagen met commentaar, maar onder druk van haar basis (vooral de vakbondsvleugel) moest partijvoorzitter Xabier Arzallus wel negatief reageren. Hij trok meteen de objectiviteit van het Spaanse gerecht in twijfel, wat woedende reacties ontlokte in Madrid.

Toch is het protest van de PNV niet erg geloofwaardig, en enkel ingegeven door de druk van de basis.

"Wie in werkelijkheid de lakens uitdeelt in Baskenland, dat is de financiële wereld", aldus de Vlaamse priesterpedagoog Ludo Docx in de Financieel-Economische Tijd (6 dec. 1997). "De Baskische Banco de Bilbao y Vizcaya, BBV, is de belangrijkste bank van Spanje. Stel je voor dat Baskenland ooit de onafhankelijkheid zou verkrijgen, dan zou de BBV met zijn filialen in heel Spanje plots een regionale bank worden. Dat zal de bank nooit laten gebeuren. Er bestaan bovendien zeer sterke banden tussen de PNV, de grootste Baskische partij, en de BBV. Zij hebben allebei belang bij een status-quo."

Aan politieke kant ging Eusko Alkartasuna (EA), een gematigd-nationalistische partij, een stuk verder: het vonnis "getuigt van een juridische en politieke barbaarsheid en is zeer negatief voor de normalisering. Het proces op zichzelf was al omstreden, maar het vonnis is dat nog meer."

Wat nu?

Het is duidelijk dat de Spaanse conservatieve regering investeert in repressie, niet in dialoog. Door 23 vertegenwoordigers van een legale politieke partij omwille van hun opinie naar de gevangenis te verwijzen stelt de Spaanse staat zich op hetzelfde niveau als Turkije, dat om die reden uit de EU geweerd wordt. Het proces tegen H.B. was voor 200% een politiek proces.

Maar de regering in Madrid blijft potdoof voor alle binnenlands- zowel als buitenlands protest. In de beste stijl van vroegere dictaturen verspreidt zij propagandamateriaal, o.m. een videofilm die in 17 Europese landen verspreid wordt, tegen de Baskische onafhankelijkheidsbeweging.

Het wordt de hoogste tijd dat er vanuit democratische zijde in Europa fel gereageerd wordt. Vandaag is het Spanje. Wie volgt?

“Meervoud”, nr. 32, december 1997, artikel geschreven door Christian Dutoit.

>>>>>>>>