Argala

Eerst Argala, later Xanti Brouard.

Zij waren in staat iedereen achter één vlag te krijgen!

Leonidas spreekt over "Argala", één van de weinige charismatische leiders van de organisatie. Net zoals de kinderarts uit Bilbao, Xanti Brouard, die in zijn dokterskabinet werd vermoord, en Txomin Iturbe Abasolo (Txomin) die in Algerië in duistere omstandigheden om het leven kwam, was Argala een valabel en bekwaam onderhandelaar geweest om het conflict op te lossen. Maar Spanje wist verduiveld goed wie ze moesten uitschakelen om zich daarna politiek te verrijken met het "Baskisch conflict".

De mythe Argala

Spanje wist goed

wie ze moesten uitschakelen

Argala werd nooit veroordeeld en is ook nooit beschuldigd of aangeklaagd geweest .

Op 21 december 1978 kwam ETA-leider José Miguel Beñaran Ordeñana, "Argala" (29 jaar), in Agelu-Anglet om het leven bij een aanslag van het BVE-Batallón Vasco Español (voorganger van GAL), een duister groepje Spaanse staatsterroristen. Van de auto waaronder de explosieven geplaatst waren, bleef niet veel over. Van Argala evenmin! De persoon Argala was niet meer, maar de mythe Argala was geboren. Zijn echtgenote, die op dit ogenblik verbannen leeft in Venezuela, kan zich, in 2003, na 25 jaar alles nog levend herinneren. In Arrigorriaga (Bilbao) hingen meteen heel veel Baskische vlaggen met het zwarte rouwlint uit en op het stadhuis hing de vlag halfstok.

Twee dagen later kwamen de stoffelijke resten van Argala in zijn geboortestad aan. Op de dag van de begrafenis werd Arrigorriaga ingenomen door maar liefst 4.000 Spaanse Politiemannen. Om alle calamiteiten te vermijden, vroeg de familie aan de stadsgenoten om naar huis te gaan. Dit zorgde voor het akelige beeld waarbij enkel politiemannen op straat te zien waren. Er mochten slechts 30 personen deelnemen aan de dienst. Onder de bekenden, noem het maar moedigen, stapten Telesforo Monzón op, Txomin Ziluaga en Xanti Brouard (die later zelf in zijn dokterskabinet in Bilbao zou worden doodgeschoten). Toen de stoet op de PLAZA de España (nu PLAZA Argala) aankwam, brachten drie politiemannen de militaire groet! Dit was één van de meest ongewone en aangrijpende beelden uit de recente geschiedenis van Baskenland. Waarom deden die militairen dat? Waren ze gepakt en vielen ze even uit de toon?

Paul Asensio, samen met Iker Casanova (op dit ogenblik in de gevangenis) coauteur van het boek "Argala", noemde Argala behalve een ETA-dirigent, één van de voornaamste Baskische vertegenwoordigers. PNV-president, Arzalluz, zei in een interview met "Interviú": "Wie zijn leven geeft voor zijn volk verdient onze verering en ons respect, maar zijn manier van actievoeren was verschillend van de onze. Hij was met een zaak bezig die ook de onze is en mannen zoals hij maken deel uit van die van ons." Argala was op 21 jarige leeftijd, in 1970 moeten vluchten.

Een week voor zijn dood nam hij een toespraak op voor het amnestiecomité van zijn stad:

"De gewapende strijd zint ons niet , hij is onaangenaam en hard. Men raakt er door in de gevangenis, op de vlucht, men wordt er voor gefolterd, men kan sterven of men moet doden. Wie mij kent weet dat ik het niet graag doe, maar dit is de situatie van alle ETA-militanten. Ze voelen zich verplicht te vechten. ETA, noch een andere politieke groep of partij kan de problemen van de Baskische werkvolk oplossen. Enkel het Baskische werkvolk zélf kan dit. Enkel een georganiseerd volk kan het doel van zijn strijd bereiken."

Pertur