De verloren eer van Garzón

De Université Libre de Bruxelles kende op 16 november een eredoctoraat toe aan Baltasar Garzón, een onderzoeksrechter bij de Spaanse Audiencia Nacional. Hoewel Spanje dit in alle toonaarden ontkent, is deze rechtbank in wezen een uitzonderingsrechtbank, gemaakt op maat van de Baskische militanten.

De Audiencia Nacional is een van de erfenissen van het Francoregime. Garzón, die eufemistisch gezegd de media niet schuwt, is de mediagenieke nummer één van deze Spaanse uitzonderingsrechtbank. De verdiensten die de Université Libre de Bruxelles hebben geïnspireerd tot deze keuze, zijn de strijd van de rechter voor de mensenrechten, de strijd tegen het terrorisme, de vervolging van oud-dictator Pinochet en zijn inzet voor het Internationaal Strafhof. Mij zijn vooral zijn diensten bekend, en wel deze die hij levert aan de Spaanse staat. Hij is de geestelijke vader, zeg maar de motor, van de jacht op Basken. Hij bracht de criminalisering van de Baskische autonomiebeweging op gang.

Met criminalisering bedoel ik dat hij alles op één hoop keert. Zij die geen enkele vorm van geweld hebben gepleegd, zet hij eenvoudigweg op één lijn met hen die politiek geweld plegen. Hij is noch min noch meer een diender van de uitvoerende macht, de opeenvolgende Spaanse regeringen. Zij leveren immers slag tegen de Baskische autonomisten op verschillende fronten: het militaire, het politionele, het politieke, het mediathieke en ten slotte het gerechtelijke slagveld.

In het najaar van 1997 woonde ik als observator het proces bij van de Mesa van de nationalistische partij Herri Batasuna. Garzón en zijn ploeg brachten drieëntwintig leden van het bestuur van deze partij voor het hof van beroep in Madrid.

Wettelijk verkozen volksvertegenwoordigers, advocaten, professoren, journalisten, vakbondsmensen, arbeiders, bedienden, kortom een staalkaart van deze volkse politieke organisatie zaten in de beklaagdenbank. Geen van de verdachten had geweld gepleegd, wapens gedragen of wapens gebruikt, laat staan aanslagen gepleegd. Hun misdrijf was het verspreiden tijdens de verkiezingscampagne van een video-opname. Hierin kwamen gewapende Eta-leden aan het woord die een vredesvoorstel deden. Het proces was ronduit een farce. Het leek wel een stalinistisch schijnproces uit de jaren dertig in de Sovjet-Unie. De scheidingswand tussen uitvoerende en rechterlijke macht kwam mij over als flinterdun om niet te zeggen onbestaande. De geest van Franco waarde nog voelbaar door de gerechtszaal.

Het hof sprak zeven jaar effectieve gevangenisstraf uit voor alle leden van de Mesa, het bestuur, zelfs ook tegen hen die nooit hadden deelgenomen aan de beslissing de video te verspreiden. Meteen ging iedereen achter de tralies.

Anno 1997 gingen meer dan twintig mensen de gevangenis in wegens een opiniedelict, of wat daarvoor moest doorgaan. Meteen ging iedereen achter de tralies. Dit was een parel aan de kroon van de gevierde onderzoeksrechter.

Twee jaar later vernietigde het Grondwettelijk Hof uit eerlijke schaamte dit vonnis, een rechtsstaat onwaardig. Dadelijk kwamen de verdachten op vrije voeten. Onschuldig waren zij twee jaar van hun vrijheid beroofd met als gevolg: banen verloren, gezinnen en mensen gebroken, de ruggengraat van een beweging gekraakt. Dit was dan toch ook een troost voor de aanklagers.

Niet ontmoedigd door deze nederlaag ging Garzón verbeten verder. Hij slaagde erin Herri Batasuna te verslaan, niet door verkiezingen, zoals het hoort in een parlementaire democratie, maar eenvoudigweg door de partij buiten de wet te stellen.

Tijdens een volgende veldslag pakte hij steuncomités aan van politieke gevangenen, antifolterbewegingen, Baskische jongerenbewegingen, woordvoerders in het buitenland, advocaten van de Baskische militanten. Gedurende meer dan twintig jaren hadden zij nietsvermoedend, op volkomen legale manier, ongemoeid en openlijk hun werk gedaan. De onderzoeksrechter beloonde hun openheid met een vervolging. Hij stelde een strafdossier samen met alle documenten die zij reeds gedurende twee decennia open en bloot verspreiden en publiceren. Gisteren begon het monsterproces tegen 59 Baskische burgers. Hun misdaad is hun politieke overtuiging. De aanklacht is hun opinie. Geen van hen gebruikte geweld, droeg wapens, pleegde aanslagen.

De kersverse doctor honoris causa is ook grensoverschrijdend actief. Destijds weigerde de Belgische Raad van State het Baskisch echtpaar Moreno-García uit te leveren aan Spanje. Twaalf jaar later, na het invoeren van het Europees arrestatiebevel vroeg Spanje opnieuw uitlevering. Twaalf raadsheren van de hoven van beroep van Brussel en Antwerpen weigerden uitlevering. Alva leek uit zijn graf herrezen toen Garzón hier woedend op reageerde.

In een vraaggesprek met een Vlaamse krant naar aanleiding van de publicatie van zijn boek, op 15 maart 2005, veegt hij de Belgische rechters de mantel uit. Hij verweet hen onkunde en miskenning van de elementaire rechtsregels. Het is een onderzoeksrechter wettelijk en deontologisch verboden in de media verdachten met naam en toenaam aan te vallen. Het is evenzeer ontoelaatbaar dat een rechter zijn collega's kritiseert om hun oordeel. Het bevestigt alleen maar mijn overtuiging dat Spanje nog lang geen volwassen rechtsstaat is.

Ten slotte kunnen de Spaanse magistratuur in het algemeen en Garzón in het bijzonder heel wat leren van de onafhankelijkheid en integriteit van de Belgische rechterlijke macht en haar diepgeworteld rechtsgevoel, dat steunt op een 175-jarige rechtsstaat en niet op een van 25 jaar. Zeer recent bracht VN-verslaggever Theo van Boven een verslag uit over folteringen in Spanje. Zijn bevindingen zijn zeer bezwarend.

Van de kant van de anders zo spraakzame onderzoeksrechter Garzón, gelauwerd als strijder voor de rechten van de mens, bleef het oorverdovend stil. De grens van zijn zorg voor de grondrechten is duidelijk te vinden aan de buitengrens van Spanje. De Université Libre de Bruxelles gaf een fout signaal met dit eredoctoraat. Haar gebaar moedigt alleen maar hen aan die het kind van de democractie met het badwater van de veiligheid aan het weggooien zijn. Men wordt geëerd met wie men vereert.

Paul Bekaert, advocaat en mensenrechtenactivist.

Deze onderzoeksrechter is de geestelijke vader, zeg maar de motor, van de jacht op Basken in Spanje. Hij bracht de criminalisering van de Baskische autonomiebeweging op gang'

De Morgen” van 22-11-2005.

Dit artikel werd overgenomen door de krant "Gara" op 02.12.2005