Falange provoceert...

Het is niet de eerste maal en zal niet de laatste maal zijn. Falange kan straffeloos de Baskische bevolking op stang jagen met hun fascistisch gedachtegoed, voor de zoveelste maal. Tientallen manifestaties van dit groupuscule van “Bloed en Eer” worden ongestoord door de Baskische politie, Ertzaintza, beschermd. De Bask die hiertegen wel protesteert, wordt murw geslagen of gearresteerd. De omgekeerde wereld, maar dit is nu eenmaal het ene, grote en vrije Spanje.

Falange Española heeft op zaterdag, 28 februari 2009, een politieke manifestatie bijeengeroepen in Trebiñu, in het hart van Araba-Alava, onder het motto: “Treviño es Castilla. Castilla Salva España” (Treviño is Castillië. Castillië redt Spanje).

Ahaztuak 1936-1977, collectief dat ijvert voor de “Memoria Histórica Democrática y Antifascista de Euskal Herria”, de historische, democratische en antifascistische herinnering van Euskal Herria, en dat slachtoffers en familieleden van de Franquistische repressie groepeert, laat weten dat die bijeenkomst meer is dan een provocatie. Het is het zoveelste voorbeeld van de heersende straffeloosheid in de Spaanse Modelstaat. Het is een belediging ten aanzien van de herinnering van de vermoordde slachtoffers door de doodseskaders van de Falange in Trebiñu, en in de rest van het grondgebeid van Araba.

Ahaztuak kan en wil niet stilzwijgend toekijken op die manifestatie, uitgeroepen door een formatie met een overduidelijk fascistische ideologie en fascistisch karakter. Het zijn de erfgenamen en de opvolgers van de mentoren, de drijvende krachten en de scherprechters van het Franquistische terrorisme. De Falangisten speelden een sleutelrol in de geplande en systematische repressie, in gang gezet bij de staatsgreep van 1936. Zij zijn verantwoordelijk voor een ideologische zuivering zonder voorgaande, waarbij van streek tot streek gekozen mandatarissen, politieke militanten, syndicalisten, leraren, studenten, arbeiders, landbouwers en nationalisten werden uitgeroeid omdat zij onverschillig waren voor het nationaalkatholicisme, omdat ze republikein, communist, socialist, nationalist of separatist waren.

De wreedheid en de hardvochtigheid van de stoottroepen van Falangisten, Requetés en paramilitaire elementen breidde zich zelfs uit naar plaatsen waar er geen frontlinie was, waar er geen wapens waren, waar er geen explosieven waren. Trebiñu was zo’n plaats. Net op die plaats willen de blauwhemden van Falange hun sinistere gedachtegoed opdringen en aan de wereld hun verderfelijk “juk en pijlen” tonen.

Ahaztuak 1936-1977 wil speciaal laten onderstrepen dat in de enclave van Trebiñu 32 moorden werden gepleegd door Franquisten en Falangisten, beter bekend onder naam ”la octava cuadrilla de Araba”, de 8ste knokploeg van Araba. (Cuadrilla kan ook vertaald worden als ‘helpers van de stierenvechter’. De stierenvechter, dat moet dan Franco zijn.)

Oproep van Ahaztuak

Ahaztuak heeft opgeroepen om republikeinse vlaggen aan de huizen te hangen en om de straten leeg te laten. Daarmee willen ze aantonen dat de bevolking hen de rug toekeert en elk visueel contact wil vermijden. Dat de bevolking hun leugens niet horen en hun stinkende geur van blauwe dood niet wil ruiken.

Als antwoord op de provocatie wordt gevraagd om samen te komen in de zaal Euskal Jaia in de deelgemeente Argantzon. Er wordt een infostand georganiseerd om de eisen van de “Memoria Histórica Democrática y Antifascista de Trebiñu” kracht bij te zetten. Er zal een dossier uitgedeeld worden met gegevens over de repressie van 1936, en later, in de enclave.

Terrorisme in Trebiñu 1936

In het hartje van Araba vinden wij de Spaanse enclave van Trebiñu terug, waar een meerderheid van bevolking onder de Baskische regering wil komen en verdeeld is in 2 gemeenten: Argantzon en de Condado de Trebiñu. In 1936 was het absoluut geen zone met een diep ingewortelde revolutionair “frentepopulista” (van het Volksfront) en het was absoluut geen zone waar de republikeinse activiteit hoogtij vierde. Maar, net zoals in de andere zones van Araba tierde een woeste repressie zonder weerga: in Arganzón werden een twintigtal misdrijven gepleegd en in Trebiñu werden 13 personen vermoord.

19 moorden in ArgantzonHet merendeel van de slachtoffers die in Argantzon vermoord werden, kwamen uit andere plaatsen om hier geexecuteerd te worden. Ofwel waren zij werkzaam in het dorp, ofwel werden zij er door repressiehyena’s ontdenkt. Maar ook 6 inwoners van het dorp werden onder verschillende omstandigheden om het leven gebracht: Antonio Villapún Bengoa, Vicente Ansótegui Arteaga, Segundo Ordoño Zarate, Felix Ciriano Ansotegui, Francisco Ciriano Ansotegui en Mario Amo Oraá.

Een paar van deze slachtoffers was spoorwegarbeider in het nabij gelegen Miranda de Ebro, de anderen werden op het marktplein als beesten op vrachtwagens geladen en nooit zag men ze terug.

Aan de rand van het dorp, bekend als Las Conchas, werden nog eens 13 slachtoffers gelokaliseerd, doorzeefd met kogels. Met de steun van het “Registro del Cementerio de La Puebla de Argantzon” (kerkhofregister) is men tot identificatie kunnen overgaan door middel van uiterlijke beschrijving van de kadavers of door persoonlijke bezittingen die ze op zich droegen. Zes onder hen werd evenwel nooit geidentificeerd. Deze moorden grepen praktisch allemaal plaats in de eerste weken van de staatsgreep, tijdens een bloedige zomer waar in 30 dagen tientallen lijken gevonden werden in Las Conchas, of drijvend aan de oevers van de rivier Zadorra.

De volgende reeks van moorden gebeurde in december 1936, naar aanleiding van de slag bij Legutiano. De repressie werd brutaal opgevoerd.

Legutiano (in het Baskisch Legutio) is de officiële naam voor Villarreal de Álava. De slag bij Legutiano vond plaats tussen 30 november en 24 december 1936. Het is de enige veldslag waar het “Euzko Gudarostea”, het Baskische Leger, in de aanval trok, en die ook jammerlijk mislukte. De balans was tragisch: 1000 gesneuvelden bij de Franquisten en 3500 gesneuvelden bij de aanvallers.

Naarmate men lijken vond, werden ze overgebracht naar het kerkhof van Argantzon. De kuilen waar ze ingegooid werden, bevonden zich aan de ingang. Er was geen enkel identificatieplaatje, alleen een zwart kruis tegen de kerkhofmuur. Tot op de dag van vandaag (eind februari 2009) is nog altijd niet geweten waar de 13 hierboven vermeldde slachtoffers begraven liggen. Het gaat om: Inocente Muro Fernández, Manuel San Juan Caño, Juan María Codina Bañuls, Pedro Gorrotxategi Aldai, Joaquín Hernández Tabera, Serapio Vadillo López, Agapito Vadillo Porres en 6 ongeidentificeerde lichamen.

13 moorden in Condado de Trebiñu

In de kleine gehuchten behorend tot de gemeente Condado de Trebiñu, was de repressie er niet minder om. In Dordoniz, met nauwelijks 60 inwoners, werden 4 personen vermoord. Een peleton Falangisten en Requeté’s kwamen er in augustus 1936 toe, en op instructie de van ultrarechtse, lokale potentaten werden Angel Corcuera Puelles, Gregorio Corcuera Echevarria, Jeronimo Ortiz en Jesús Velasco neergeschoten.

In Añastro werden 3 inwoners vermoord: Godofredo Colina, Antonio Paredes en Luis Velasco (één van hen was de dokter, een andere de enige leraar van het gehucht).

In Trebiñu werden 6 slachtoffers gemeld, waaronder tweemaal twee broers: Ricardo Landa, Alejandro Landa, Fortunato Arrieta, Fausto Arrieta, Moises Ruiz Monje en Vicente López Moraza.

Ahaztuak 1936-1977

Posted by Ahaztuak1936-1977 @, 23de febrero de 2009, 09:21

De manifestatie zelf

Geen enkele krant heeft er melding van gemaakt, ook de bevriende pers niet: “La Razón”, “Cope”, “El Confidential” of “Libertad Digital”. Er waren dan ook maar 60 halfgaren van Falange opgedaagd. Als we hen het voordeel van de twijfel gunnen, geraken we met moeite aan 100. Een indrukwekkende politiemacht was wel aanwezig, wellicht het drievoud van het aantal halfgaren.

Aangezien de inwoners de raad van Ahaztuak (die wel melding heeft gemaakt van het debacle) hadden opgevolgd, en het zootje ongeregelde, onder de leiding van Ricardo Sáenz de Ynestrillas, de rug hadden toegekeerd, waren er geen incidenten (geen nieuwswaarde?).

Opvallend waren de talrijke Ikurriña’s en de Republikeinse vlaggen, die in schril contrast stonden met een handvol Spaanse vlaggen.

... en blijft provoceren