Getuigenis 1996

Getuigenis uit 1996

TAT heeft voor het jaar 1996 de getuigenis van 54 aanklachten neergeschreven. Wij hebben er lukraak 1 getuigenis uit overgenomen.

De directeur-generaal van de Guardia Civil, Santiago López Valdivielso, bevestigde op 29 november 1996 dat de arrestatie van twee vermoedelijke Etarras, Kepa Zubizarreta Balboa en Igor Miguel Angulo Iturrate geleid heeft tot de ontmanteling van het “Comando Nafarroa 96”. Nooit eerder werd dergelijke hoeveelheid wapens in beslag genomen.

Igor Miguel Angulo Iturrate

"Op een gegeven moment werd ik wakker, zittend op het bed en de armen op mijn rug geboeid. Ik had ook een broek aan die ik voorheen niet droeg. Ik was duizelig. Voor mij zat een meisje gehurkt die mijn gezicht streelde en vroeg wat mijn naam was, tussendoor vertellend dat ik het bewustzijn verloren had. Ik vertelde haar dat ik mij niet goed voelde en dat ik mijn naam niet wilde zeggen. Het meisje was van de DYA-Detente y Ayuda (een hulporganisatie). Aan weerszijden van mij zaten twee Guardia Civiles in burger die me vroegen om kalm te blijven, die verzekerden dat er niets zou gebeuren, die zelfs mijn naam noemden en dat ze toch alles te weten zouden komen. Ik kreeg te horen dat ik mijn hoofd niet mocht opheffen en dat ik naar niemand mocht kijken. Het meisje vertelde me dat ik een grote buil op het hoofd had, dat ik veel gebloed en het bewustzijn verloren had. Zij vroeg mij of ik nog wist hoe het gebeurd was, en uit schrik antwoordde ik negatief. Een Guardia kwam tussenbeide en zei dat ik mij bij mijn arrestatie verzet had, wat ik dus helemaal niet weet. Onmiddellijk daarop vertelden ze mij dat ze me naar het hospitaal zouden brengen, deden de boeien los, gaven mij een jas en deden de boeien terug aan. Ik kreeg ook een paar schoenen en ze trokken me recht. Ik zag door het raam dat de voordeur blijkbaar versperd werd door een massa mensen, maar op de overloop ontwaarde ik een tiental Guardia Civiles in uniform. Zij brachten me met de lift naar beneden en in een oogwenk was de voordeur ontruimd. Met twee Guardia Civiles werd ik in een ziekenwagen naar het ziekenhuis gebracht.

In het ziekenhuis verwijderden zij de handboeien in een kamer waar ik was te allen tijde vergezeld werd door twee Guardias. Een verpleegster vroeg me mijn naam, maar ik weigerde opnieuw. Zij vroeg ook hoe ik aan de wond van het op hoofd geraakt was,en ik vertelde terug dat ik wist het niet. Er werden x-stralen genomen, omdat ik zei dat ik hevige pijn had in mijn nek. Aan de achterkant van mijn hals kreeg ik ook 5 hechtingen. Nadien werd ik uit het ziekenhuis geleid, dat vol stond van Guardias in uniform. Ze nam me mee, geboeid met het hoofd gebogen en de ogen gesloten. Op die manier werd altijd behandeld als ik van de ene plaats naar de nadere moest. In de wagen zat aan elke zijde een Guardia die er op toezag dat ik met het hoofd tussen de benen bleef zitten. Op een andere plaats aangekomen, mij onbekend, deden ze de boeien af en vroegen opnieuw naar mijn naam. Ik weigerde andermaal, maar toen ze dreigden mijn testikels te bewerken, vertelde ik hen toch mijn naam. De Guardia in kwestie kwam dichterbij, legde zijn hand op mijn borst, ter hoogte van het hart, en vroeg of ik hartproblemen had. Ik antwoordde negatief en ze plaatsen me tegen een muur waar ik lange tijd rechtop moest blijven staan. Later brachten ze me naar een kamer waar mijn bewaker aanwezig was en een vrouw die vertelde dat ze wetsdokter was. Mijn ogen werden onderzocht en ze vroeg hoe ik aan die hoofdwonde geraakt was. Ik antwoordde terug negatief en verzekerde dat ik enorme pijn had in hoofd en nek. Ik werd terug tegen een muur geplaatst en xwat later naar nog een kamer gebracht waar foto's en vingerafdrukken werden gemaakt. Hier waren drie Guardias, waarvan een met een sjaal voor het gezicht. Nu terug naar de kamer waar de wetsdokter voordien was. Ik kreeg een blad dat ik moest onderteken en waarop de strafwet stond die ze op mij zouden toepassen. Op een ander blad moest ik een vertrouwensadvocaat aanduiden.

Nu brachten ze me opnieuw naar een andere kamer waarvan de deur achter mij gesloten werd. Toen ik er mij bewust van werd dat ik alleen was, opende ik de ogen. Ik zat in een cel waar een matras lag en waar het licht bleef branden. Ik was zo uitgeput dat ik op de matras viel, maar nauwelijks lag ik of er kwam een Guardia die mij op een bedreigende manier beval rechtop te staan tegen de muur, met het gezicht naar de muur, en daar te blijven staan.

Na 10 minuten kwam iemand de cel binnen en kwam achter mij staan. Hij begon met de blote hand in mijn hals en op mijn hoofd te slaan, terwijl hij vragen stelde. Als gevolg hiervan begon ik te schreeuwen met als gevolg dat nog drie Guardias de cel binnenstormden. Zij hielden mij stevig vast zodat verder kon geslagen worden. Toen ze het beu waren, vertrokken ze.

Later werd ik de boeien omgedaan, armen op de rug, ogen gesloten en ik werd in een bestelwagen gesleurd. Het traject dat we aflegden was behoorlijk lang. Plots werd er gestopt en naar ik kon opvangen zouden wat eten. Toen ze allemaal uit de wagen waren, stapte een Guardia op mij toe en begon mij te beledigen en vuistslagen uit te delen op de rechterkant van mijn gezicht. Hij wierp mij op mijn rug en sloeg gedurende wel twee minuten op mijn ribben. Ik kwam terug op mijn positieven toen gezegd werd da tik de ogen mocht openen. Ik zat opnieuw in een cel. Ik moest rechtop blijven staan, en er zorg voor dragen dat ik niet omver viel. Na verloop van tijd werd ik naar een kamer gebracht waar een vrouw mij haar legitimatie van wetsdokter toonde. Zij verzekerde mij dat ze alle dagen s 'morgens en na de middag zou langskomen. Zij vroeg ook of ik al verhoord werd. Neen dus. Ik werd terug naar de cel gebracht, kreeg wat brood en water. Nadien terug tegen de muur.

Later kwam iemand me vragen hoe ik stelde. Ik antwoordde dat ik mij heel slecht voelde. Hij verzekerde mij dat als ik mij behoorlijk gedroeg, er niets zou gebeuren. Hij nam me bij de arm om naar een andere kamer gebracht te orden. Hijzelf en twee anderen begonnen de verhoren, waarop een meisje riep dat ik beter moest articuleren, omdat ze op die manier geen nota's kon nemen. Het verhoor ging gepaard met hevige slagen op het hoofd, de nek en de achterkant van het hoofd. Bij ieder antwoord dat ik gaf, beukten ze er op los. Ik werd terug naar mijn cel gebracht onder de waarschuwing dat ze alles zouden verifiëren, en als er iets niet klopte zij me zouden “prepareren”. Na enige tijd een nieuw verhoor. Zij trokken mijn jas over mijn hoofd, klopten er op los en schreeuwden dat ze de elektroden zouden aanbrengen. Ze waren met drie of vier in de kamer. Ze namen mij in een houdgreep (armen vastgeklemd, iemand op mijn borst) en sloegen er op los. Diegene die op mij zat, probeerde een vuistslag te geven op de testikels, maar ik kon mij omdraaien en begon te tieren. Met slaande deur kwam iemand binnengestormd en krijste dat ze moesten ophouden, want de wetsdokter en een rechter waren in het gebouw. Onder vuistslagen werd ik naar mijn cel teruggebracht, waar ik tegen de muur moest plaatsnemen. Totaal uitgeput viel ik omver en in slaap, niettegenstaande het licht dat bleef branden en het constante lawaai dat gemaakt werd.

Nadat ik wakker werd, bracht men mij naar de wetsdokter. Op de vraag of ik al verhoord was, antwoordde ik positief en gaf een relaas van de mishandelingen. Ik klaagde ook over het licht dat niet uitgedoofd werd en over het gebrek aan voedsel. Zij vertelde me dat ik de volgende dag voor de rechter moest verschijnen. Terug in de cel kreeg ik wat te eten.

Op de zitting van de Audiencia Nacional werd de incomunicado-periode opgeheven. Het had drie vreselijke dagen geduurd".

Igor Miguel Angulo Iturrate werd opgesloten in de gevangenis op 1 december 1996 en verbleef in de gevangenis van Cuenca vanaf maart 2001. Hij werd tot 34 jaar veroordeeld op beschuldiging van lidmaatschap van het “ETA-comando Nafarroa” (Navarra), hoewel hem geen enkele aanslag in de schoenen werd geschoven.

In de gevangenis van Cuenca, op 600 km afstand van zijn stadje, Santurtzi, in Baskenland, werd op 27 februari 2006, om 08:00u de 32-jarige politieke gevangene, Igor Miguel Angulo Iturrate, dood aangetroffen, verhangen aan het celraam met een lederen koord, afkomstig van een lederen wijnzak (bota). Eigenaardig is dat de handen op zijn rug met lederen veters vastgebonden waren, maar volgens de gevangenisdirectie heeft hij dat zelf gedaan om de daad niet te kunnen onderbreken. Angulo had de handen op de rug gebonden en een eind naast hem (?) stond een stoel. In 2001 was hij naar Cuenca overgebracht nadat hij al vastzat in Carabanchel, Cuenca, Soto del Real, Curtis, Aranjuez en ten slotte opnieuw in Cuenca. Als bijkomende straf, behalve de grote afstand tot zijn woonplaats, was het feit dat Angulo er als enige Bask verbleef en dit reeds vier jaren lang. Er is geen afscheidsbrief gevonden en er was, volgens "bepaalde" bronnen binnen de gevangenis, “absoluut geen sprake van psychologische problemen.”

De familie van Igor Angulo zet vraagtekens bij het overlijden van hun zoon hoewel ze maar weinig gegevens hebben. Zo zou hij volgens de eerste gegevens verhangen gevonden zijn aan het celraam. Toen de lijkschouwers ter plaatse kwamen, lag hij op zijn brits. De gegevens werden dan maar veranderd “verhangen aan het opklapbed.” Verder werd niemand verwittigd van de autopsie die in de gevangenis plaatsvond en die duurde van 9.30 u tot 15.30 u, terwijl dit doorgaans slechts twee uren in beslag neemt. Zijn vriendin, die de avond voordien met Angelu belde, verklaart dat zijn gemoedstoestand niet wees op een naderende zelfmoord. Met andere vrienden, die hem enkele dagen eerder hadden bezocht, had hij zijn toekomstplannen besproken. Vreemd is ook dat een “eerstegraads gevangene” leren veters (voor het vervaardigen van armbandjes) tot zijn beschikking had om zijn polsen samen te binden en om zich op te hangen. Een “eerstegraads gevangene” krijgt helemaal niets! “Eerst hadden ze hem verboden zijn Graduaat af te maken en nadien mocht hij zelfs geen armbandjes vervaardigen!” Waar komen die lederen veters dan vandaan?

Bij aanvang van de zitting in het macroproces 18/98, waarin een vijftigtal Basken terechtstaan, kwam het tot een incident toen de beschuldigden en de burgerlijke partij elkaar op de trappen van het gebouw tegen het lijf liepen. Daniel Portero, voorzitter van de “Vereniging Slachtoffers Justitie en Waardigheid” meende in het bijzijn van de beschuldigde Basken een fles cider te moeten open trekken om de dood van Igor Angulo te vieren. Van “waardigheid” gesproken!

>>>>>>>>