Proloog

Proloog

De Basken zijn het oudste volk van Europa, spreken de oudste taal van Europa en beschikten over een onafhankelijke staat, veel groter in oppervlakte dan nu het geval is, gebaseerd op een echt democratische staatsbestel. In de loop van de geschiedenis ontwikkelden zij hun eigen wetten en rechten, de "Fueros". Zij waren, zoals soms wordt vermeld in boeken, geen bloeddorstig volk, en grepen alleen naar de wapens om hun grondgebied te verdedigingen. Nooit hebben zij aanspraak gemaakt op andere gebieden, dit in tegenstelling tot het Spaanse imperialisme. Dit Spaanse imperialisme heeft ervoor gezorgd dat het volk, de taal en de rechten op een ongemeen brutale manier naar de verdoemenis werden gestuurd.

Drei Viertel unserer Gene stammen von den Urbasken

Vaskonisch war die Ursprache des Kontinents

In de maand mei van het jaar 2002 publiceerde het prestigieuze tijdschrift "Spektrum der Wissenschaft" een reportage, samengesteld door een equipe van verscheidene Europese experts, die aantoont dat de oude Basken bijgedragen hebben tot 75% van de ontdekte chromosomen bij Europese genen. Dit betekent dat ¾ van de Europese bevolking Baskische erfelijkheid in zich draagt.

In de maand mei van het jaar 2002 publiceerde het prestigieuze tijdschrift “Spektrum der Wissenschaft” een reportage, samengesteld door een equipe van verscheidene Europese experts, die aantoont dat de oorsprong van de eerste woorden die in Europa gesproken werden, een “gebrabbel” zouden zijn van de oorspronkelijke Baskische taal, een soort proto-Euskara.

Kort na de laatste IJstijd kregen veel Europese rivieren en dorpen een naam die erg verwant is met Baskische woorden. Zo is er Ebersberg in Oberbayern bij de rivier Ebrach. In hun wapen prijkt het everzwijn. Toch stamt de benaming niet uit de Middeleeuwen, noch uit de Keltische tijd, maar vermoedelijk van de Vaskonen die de streek vanuit Zuid-Frankrijk bevolkten. Andere benamingen van dorpen, bergen, dalen en waterlopen wijzen op Vóór-Indogermaanse talen en zijn mogelijk een bewijs dat ooit bijna héél Europa bewoond werd door met de Basken verwante volkeren

Taalkundige onderzoeken hebben gelijkaardige resultaten opgeleverd. De huidige Basken zouden helemaal géén biologische randgroep vormen, weinig verwant met de overige Europeanen. Integendeel. Hun erfgoed is in grote mate terug te vinden bij de hele Europese bevolking. Daarom is het helemaal niet overdreven te zeggen: “Wij Europeanen zijn allemaal Basken.”

Deze onderzoeksresultaten spreken vroegere beweringen aangaande het Europees bevolkingsmodel van de laatste tien- tot vijftienduizend jaar (de laatste IJstijd) tegen. Er waren verschillende pogingen om te verklaren van waar de huidige Europeanen en hun talen stamden. De Basken vormden daarbij altijd een uitzondering. Hun taal was niet Indo-Europees en er waren de meest verscheiden vermoedens over hun herkomst. Waren ze van elders gekomen en gebeurde dit nu over land of over zee? Wetenschappers vonden geen verwantschap met de overige Europeanen. Volgens de bevindingen tot dusver zouden ze afstammen van mensengroepen die uit Centraal Azië of uit het Nabije Oosten kwamen vanwaar ze ook hun taal meebrachten. Door hun grote aantal hadden ze de oorspronkelijke bevolking verdrongen.

Reeds in de 19de eeuw werd onderkend dat namen van vele rivieren, beken, meren en bergen erg oud moesten zijn, maar dat ze oorspronkelijk niets anders betekenden dan hetgeen ze waren, “beek”, “water” of “berg” en dat die later gewoon werden overgenomen. Namen van nederzettingen zijn doorgaans jonger, meestal uit de Middeleeuwen.

Namen van waterlopen en andere geografische feitelijkheden hebben vaak een zelfde woordkern. Zo zijn er de al-/alm-Namen zoals in Aller, Alm of ook Elz. Een andere groep zijn de var-/ver-namen die terug te vinden zijn in Werre of Warne. Ook komen de sal-/salm-namen veelvuldig voor. Na nieuwe onderzoeken werden daar nog de is-/eis-namen aan toegevoegd zoals Isar en Eisack en de ur-/aur-namen zoals Urach en Aurach.

Hetzelfde geldt voor plaatsnamen. In Duitsland zijn er 7 gemeenten met de naam Ebersberg, negen met de naam Ebersdorf en 16 die Ebersbach heten. In het totaal zijn er 80 plaatsnamen die met het element “Eber” beginnen. Ook binnen andere talen is hetzelfde element terug te vinden, hoewel het soms anders klinkt: “Ebréon, Ibarolle, Evrune, Ivry, Ivors, Averdon, Avricourt, Avrolle, Yvré. In Frankrijk worden deze stadsnamen, in tegenstelling tot Duitsland, nergens verbonden met het “ever”-zwijn, dat in het Frans “sanglier” is.

Ten Noorden van de Alpen tot in Groot-Brittannië en Zuid Scandinavië vertonen de plaatsnamen een verrassend uniforme stempel. Dit was de Indogermanist uit Tübingen, Hans Krahe (1898-1965), al lang geleden opgevallen. Hij dacht dat deze namen van “overblijfselen uit een vaak lang verleden tijd” stamden en zocht de wortels ervan in oude Indo-Europese talen. Deze besluiten waren vaak niet bevredigend. Bovendien doken de Indo-Germanen (of “Indo-Europeanen” volgens de internationale nomenclatuur) pas relatief laat op. Volgens de Britse Archeoloog, Colin Renfrew, waren ze identiek met de eerste Europese landbouwers uit het begin van het Neolithicum (Nieuwe Steentijd). Als men aanneemt dat geografische namen, zoals die van rivieren, van vroegere, verdwenen bevolkingsgroepen stammen, moet men ook deze vroegste bewoners bestuderen. Lang vóór de eerste landbouwers opdoken, werden tijdens de laatste IJstijd barre gebieden bewoond. Zo is de bij archeologen oudst bekende bewoning na het hoogtepunt van de laatste IJstijd in de streek rond Freiburg, het zogenaamde “Toskane Duitsland”, méér dan 18.000 jaar oud. Deze mensen hadden de stromen en plaatsen uit hun omgeving reeds een naam gegeven. Mogelijk stammen een aantal van de huidige namen reeds uit deze periode en hoewel de latere bewoners ze enigszins veranderden.

Hoewel de Indo-Germanen pas in de laatste eeuw vóór Christus in de Zuidwest Europa terechtkwamen, hebben toch ook daar vele namen van rivieren dezelfde stam. Linguïsten legden vroeger reeds het verband met het Baskisch. Maar volgens deze nieuwe theorie wijzen de namen in de rest van Europa nu in dezelfde richting. In de Baskische woordenschat komen de karakteristieke woordelementen “is”, “ur” en “ibar” voor die terug te vinden zijn in vele Europese riviernamen. Een andere verwijzing naar het Baskisch geven de klinkers in deze namen. Zowet de helft van onze riviernamen begint met een klinker, meestal een “a”, maar vaak ook een “i” of een “u”, ontypisch voor het oud-Indo-Europees, waarin een klinker als eerste letter eerder zeldzaam is. In het Baskische begint zowat een derde van de woorden met een a en staan er midden van de woorden nog één of meerdere a’s. De i of u vooraan in een woord komt eveneens veelvuldig voor.

De laatste jaren werd ook op de Universiteit van München aan de leerstoel Germaanse en Theoretische Linguïstiek op dezelfde manier de afstamming van plaatsnamen bestudeerd en ook daar werd vaak het verband met woorden of woordelementen uit het Baskisch gelegd. Ook hier duikt vaak een woord op dat naar “water” verwijst. Om terug te komen op de “Eber”- namen vinden we in een Frans Pyreneeëndal het dorpje Ibarolle terug. Hoewel het Baskisch woord “Ibar” dal, monding betekent, gaven Linguïsten deze dorpen vroeger dezelfde betekenis. Ebrach in Oberbayern, waaraan het dorp Ebersberg ligt, betekent dus gewoon “stroom”, beter nog “stroom-stroom” omdat het later toegevoegde aanhangsel “ach” gewoon Zuid-Duits voor stroom is, waarbij ach van het Latijnse aqua stamt.

Veel van deze Eber-plaatsnamen werden dus, zo blijkt uit de uitgevoerde onderzoeken, eeuwen geleden gegeven door een Baskischtalige bevolking. Later veranderden andere mensen, die een andere taal spraken, de namen in een betekenis die voor hen zin had. Het Baskische Ibar werd “Eber”.

Vele plaatsnamen verwijzen naar een beek, een stroom of een rivier. Vaak komt in deze woorden het element “is” een lettergreep die in het Baskisch in samengestelde woorden “water” of “waterloop” betekent. Zo zijn er in Beieren de namen Ismaning, Isen (aan de Isen) en Eisolzried en in Zwitersland Isen en Isel.

Maar er waren ook namen die geen betrekking hadden op natuurnamen voor een waterloop. De Basken hebben het woord aran, dat “dal” betekent. Namen waarin dit woordelement zit komen in heel Europa voor. In Engeland ligt een stad Arundal, in Noorwegen en ook in Zweden ligt een plaats met de naam Arendal. In Duitsland komen Arnach, Arnsberg, Arnstern, Arensburg en Ahrensburg voor. Verder zijn er nog Ohrenbach (vroeger “Aranbach”) in het Odenwald en Mohrenstein, vroeger Marnstein (aan de Arnstein) in de Oberpfalz.

Volledig artikel van Elisabeth Hamel en Theo Venneman in het meinummer van Spektrum der Wissenschaft.

>>>>>>>>