Relaas proces Ibarretxe

Na bij zes gelegenheden getracht te hebben om het proces te paralyseren, heeft de verdediging van Juan José Ibarretxe bij de start van de eerste zittingsdag het roer volledig omgegooid en verzaakt nu met alle kracht aan wat zij vroeger met vuur verdedigden: zij willen nu dat het proces doorgaat om op die manier te kunnen aantonen dat dit een proces was tegen de vredesonderhandelingen, om te kunnen aantonen dat de Lehendakari volledig vrijuit gaat, om te kunnen aantonen dat de aanklacht een onduldbare inmenging van justitie is op het terrein van de politiek. “Het vonnis zal ons gelijk geven!”

Het is voor de lezer van het hoogste belang te weten dat er binnenkort, op 1 maart 2009, autonome verkiezingen zijn uitgeschreven voor de Autonome Gemeenschap Baskenland, en dat de kiesstrijd van start gaat op 23 februari 2009. De datum van het proces is dus een godsgeschenk voor Ibarretxe, die er alleen zijn voordeel kan bij hebben, hoe het ook uitdraait. Hij heeft trouwens niet nagelaten de verkiezingen te vervroegen.

De start van het proces, voorzien omstreeks 09:30u, stak met een paar minuten vertraging van wal. Pernando Barrena, Olatz Dañobeitia, Rufi Etxeberria en Juan Joxe Petrikorena namen samen met Arnaldi Otegi plaats op een beklaagdenbank. Op een andere bank zat de eenzame Ibarretxe, en op een derde bank hadden Patxi López en Rodolfo Ares plaats gernomen.

De Ley de Partidos”, de Partijenwet (27.06.2002), met de daaruit voortvloeiende nietigverklaring van de politieke partij Batasuna met de steun van de PSE (26 augustus 2002), ligt aan de basis van alle heisa die we sindsdien hebben meegemaakt. Op 8 januari 2009, de eerste zittingsdag van het proces, kregen wij een zeldzaam beeld te zien: de president van de Baskische regering op de beklaagdenbank.

8 januari 2009: Dag 1

Het Hof is samengesteld uit de magistraten Manuel Díaz de Rábago, José Antonio Subiñas en Juan Carlos Benito-Butrón. In tegenstelling met de vraag tot vrijspraak door de verdediging van Batasuna en PSE, week de verdediging van de Lehendakari af van de tot nu toe gevolgde strategie. Zij willen het proces laten doorgaan om aan te tonen dat de dialoog tussen Ibarretxe en Batasuna volkomen legaal was. De verdediger van Ibarretxe, Mikel Gotzon Casas, rechtvaardigde die houding om tot de grond van de zaak te komen door het legitieme recht op dialoog en vrede prioritair te stellen. De dialoog was legitiem en integer, omdat het een stap vooruit was in het bereiken van een duurzame vrede.

Voor die tussenkomst had het Openbare Ministerie van de TSJPV, María Ángeles Montes, al voor een verrassing gezorgd door aan het Hof te vragen een einde te stellen aan dit proces op basis van het vonnis uitgesproken door het Hooggerechtshof in de “Caso Botín”. Jone Goirizelaia, verdediger van Batasuna en Félix Rojo, wettelijk vertegenwoordiger van López en Ares traden die stelling bij.

Jone Goirizelaia wees er op dat het initiatief van de beschuldigende associaties enkel en alleen ingegeven was om de politieke dialoog te criminaliseren. Zij trok van leer tegen de schending van het recht op verdediging, omdat Barrena, Dañobeitia, Etxeberria en Petrikorena, als gevolg van de strategie van spreiding van gevangenen, opgesloten zaten in 4 verschillende gevangenissen: Curtis, A Lama, Daroca en León. Zij kon dus onmogelijk op een efficiënte manier met haar cliënten communiceren. Zij wees er op dat aan haar veelvuldige verzoekschriften, op 8 oktober 2008 en 3 november 2008, om de gevangenen dichterbij te brengen, geen gevolg werd gegeven. Toen op 30 december 2008, een paar dagen voor de start van het proces, toch werd ingegaan op het verzoek, wist zij zelfs niet in welke gevangenis Olatz Dañobeitia nu opgesloten was.

De verdediging van Juan José Ibarretxe wil dus het proces wel laten doorgaan om de onschuld van de Lehendakari aan te tonen (kan goed van pas komen in het licht van de komende verkiezingen van 1 maart 2009). De Lehendakari heeft in de wettelijke bevoegdheid van zijn ambt, gedaan wat hij moest doen: proberen een einde stellen aan het geweld.

Het spektakel werd gevolg door maar dan 150 professionelen van de media, door politieke medestanders, door militanten en sympathisanten. Het resultaat kan immers de komende verkiezingen van 1 maart 2009 grondig beïnvloeden. Het is een nek-aan-nekrace tussen Ibarretxe (PNV) en López (PSE), waarbij deze laatste het met de hulp van de PP zeker zal halen. Maar het is hoogst twijfelachtig dat de Baskische PSE zich zal verlagen om een regering te vormen met de PP. Arnaldo Otegi meldt trouwens op 14 januari 2009 dat hij er van overtuigd is dat na de stembusslag van 1 maart 2009 de PNV en PSE samen een regering zullen vormen, maar of Ibarretxe dan nog Lehendakari blijft, is een open vraag, want de PSOE, de moederpartij van de PSE lust Ibarretxe rauw.

De volgende zitting gaat door op 12 januari 2009, en er is een totale periode van 3 weken voorzien. Maar verassingen zijn in Spanje nooit uit de lucht. Het is dus goed mogelijk dat het Hof de verdediging van de PSE volgt, al is het maar om Ibarretxe een pad in de korf te zetten.

12 januari 2009: Dag 2

Alle heisa van de voorbije maanden is een maat voor niets geweest. Op 12 januari 2009 is het Hof overeengekomen de “zaak Ibarretxe” of de zaak tegen de politieke dialoog te archiveren. De 2de zittingsdag was nauwelijks van start gegaan of de voorzitter van het Hof, Manuel Díaz de Rábago, liet weten dat het proces ten einde was. Hij motiveerde het besluit door te wijzen op het ontbreken van voldoende wettelijke beschuldigingen. De voorzitter baseerde zijn uitspraak op de zo genoemde “doctrine Botín”. Die doctrine werd in een vorig proces aangevoerd (de zaak Botín), en dat vonnis zegt dat er geen proces kan geopend worden, als er slechts één klacht is (van de burgerlijke partijstelling), die niet gevolgd word door een klacht van het Openbare Ministerie.

De beslissing werd niet eenparig genomen. Eén magistraat stemde tegen. De advocaat van het “Foro de Ermua”, Francisco García Capelo, heeft aangekondigd in beroep te zullen gaan bij het Hooggerechtshof.

Het is nu afwachten wat het Tribunal Supremo, het Hooggerechtshof, zal beslissen. Dat kan, naar schatting, ten vroegste in 2010 of 2011 zijn.