Gaby Mouesca

Wat doet een gevangene om niet te plooien?

Dat is moeilijk te omschrijven. De cel is uitgetekend om een gevangene te breken, maar met sommigen lukt dat niet. In mijn geval wist ik al van kleins af wat waardigheid betekende, en toen ik opgesloten werd, wist ik waarom, en wist ik maar al te goed dat ze me wilden breken. Als vlug kwam ik tot het besef dat ik zelfs in die penibele omstandigheden nog altijd zelf mijn eigen leven bepaalde en niet de gevangenis. Dat besef is de reden waarom ik 17 jaar jaar lang weerstand heb geboden, zonder ook maar een moment te plooien;

Hoe is het bewustzijn van Izquierda Abertzale bij u ontstaan?

Als kind leerde ik het Euskarra, de Baskische taal, thuis, maar die kennis vervaagde langzaam in de Franse school. Op mijn 15de hebben mijn ouders mij aangepord om hun moedertaal te recupereren en ik besloot avondles te volgen. Ik ontdekte opnieuw de pracht van de Baskische taal en zag met lede ogen de teleurgang ervan in Iparralde. Veel mensen verafschuwden zelfs mijn taal. Dat vaststellen, was een van de redenen voor mijn nationalistisch bewustzijn. Op mijn 17de begon ik in een fabriek te werken en zag dat ik als arbeider niet gerespecteerd werd. Al vlug werd ik met een soort klassenstrijd geconfronteerd en die ervaring bracht mij naar het linkse Abertzalekamp.

Waarom werd u militant van Iparretarrak (IK)?

Door wat ik voordien vertelde, de weg er naar toe was eenvoudig. Iparretarrak bestond al en stelde zich voor als een organisatie die streed voor nationale en sociale belangen. Dus lag het voor de hand dat ik aansluiting zocht. Ik analyseerde de acties van IK en was overtuigd van hun gelijk. In Parijs werd niet geluisterd naar de Basken in Iparralde. Niemand luisterde naar hen. Daarom moeten wij zorgen dat er wel geluisterd wordt, door middel van acties. Ik wenste niet langer te denken dat het zo moest verlopen, ik wilde daadwerkelijk mijn bijdrage leveren.

Ik veronderstel dat dit een moeilijke beslissing was: de gewapende strijd leidt naar de cel, naar de dood. Uzelf heeft de meest bittere momenten beleefd: verscheidene van uw kompanen zijn dood (Didiet Laffite) en u bracht 17 jaar in de gevangenis door.

Al heel vlug is men er zich terdege bewust van de ernst die dergelijke beslisssing met zich mee brengt. Dat wisten wij, maar als Abertzales waren wij er ons er ook van dat het doel de overwinning was. We wisten dat het lange weg werd en dat er dood en cel te wachten stond. Ik prijs mij gelukkig dat ik alleen de gevangenis heb gekend, veel van mijn vrienden vonden de dood of werden heel zwaar gewond. Ik spreek over gelukkig, omdat ik als persoon en als militant veel geleerd heb in de cel.

IK heeft aangetoond dat het Baskische Conflict niet alleen een zaak was Hegoalde?

Wij hebben inderdaad aangetoond dat ook een deel van het Baskische volk in het noorden leefde, dat Euskal Herria niet alleen de vier provincies uit het zuiden omvatte, dat er geen Euskal Herria is zonder Iparralde.

Blijft de politieke erfenis van IK bestaan in Iparralde?

Het is moeilijk dit alleen aan ons toe te schrijven. Het is een werk van allen. Ik hou er niet van om meer belang te hechten aan de militanten van IK, dan b.v. aan de leraars van Seaska. Alle Abertzales hebben een even groot belang en wij weten dat een bundeling van die krachten ons naar de overwinning zal leiden. Als Euskaldunes (Baskischsprekende) en Abertzales hebben wij de wereld getoond dat wij Basken zijn en alleen maar Basken. Vroeger werd gezegd dat wij Fransen waren. Wij willen onze toekomst niet in handen leggen van Parijs of Madrid, want wij weten dat ons volk dan zal verdwijnen.

Hoe is de relatie tussen Abertzales uit het noorden en het zuiden?

De relaties worden steeds beter en beter, want gedurende de voorbije 20 jaar werden niet alleen banden gesmeed op politiek vlak, maar ook op cultureel en commercieel vlak. Voordien waren de mensen aan de overkant Spanjaarden, nu zijn wij allemaal hetzelfde: Bask. Gedurende eeuwen zijn wij gescheiden geweest, maar toch was er iets dat dit overschreed: onze taal en onze cultuur. Ik denk dat onze strijd deze verwantschap nog sterker zal maken op alle niveaus. Er wordt gezegd dat racisme de schrik is voor wat onbekend is. Dat is ons ook overkomen. Tussen de mensen uit Hegoalde en Iparralde liep een grens (de muga) die ons verhinderde elkaar te kennen. Maar de muga is aan het verbrokkelen, dankzij het werk van de Abertzales. Ik ben gelukkig als ik zie dat jongeren van hier in universiteiten aan de andere kant studeren of werken en omgekeerd. Op die manier wordt de toekomst van Euskal Herria opgebouwd.

En zijn de relaties op politiek vlak ook goed?

Het is belangrijk bruggen te bouwen, maar we mogen geen tijd verliezen. Wij willen samenwerken met Izquierda Abertzale uit Hegoalde, maar wij vragen respect. Ook hier is de strijd moeilijk geweest, met veel opoffering, en wij hebben ook veel agressie gekend. Daarom vragen wij erkenning voor onze bijdrage. Wij zien de toekomst rooskleurig in, hand in hand en met respect voor elkaar.

Bij uw arrestatie was u 22 jaar. Wat voelde u de eerste keer zo alleen in de cel?

Ik dacht dat ik mij moest voorbereiden op 10 jaar cel, maar het zijn er uiteindelijk 17 geworden.

Maar twee jaar later in 1986 werd u door uw vrienden van IK bevrijd uit de cel, samen met Maddi Hegi. U kreeg uw vrijheid terug, maar wel in de clandestiniteit.

Als je onderduikt in de clandestiniteit weet je dat dit een andere manier van strijd voeren wordt. Je altijd moeten verbergen, is wel niet hetzelfde als in de gevangenis, maar het kan bezwaarlijk een normaal leven genoemd worden. Alvorens te ontsnappen, denk je wel degelijk dat je op die manier zal moeten leven, maat je weet ook dat er voldoende redenen zijn om toch die kans te benutten. De gevangenis was voor mij fysisch en mentaal zeer hard, zeker als je beseft dat dit allerminst bijdraagt tot de strijd. Als militant moest ik dus wel een uitweg zoeken om terug te keren naar de strijd. Maar vooral voor Maddi Hegi was dit een grote stap, er restten haar nog slechts een paar maanden en ze kon terug een normaal leven leiden, en toch koos ze voor de vrijheid. Impressionant! Als Abertzale besliste zij dat haar plaats altijd bij de strijd voor haar volk zou zijn. Laten we zeker ook het beroemde commando “Didi” van IK niet vergeten, de uitvoerders van de ontsnapping. Een jaar lang hebben die Abertzale mannen en vrouwen ieder weekend opgeofferd om deze ontsnapping voor te bereiden vanuit militair en vanuit mentaal oogpunt. Dat moet een reuzenkarwei geweest zijn.

Gaby Mouesca was militant van Iparretarrak. Hij werd gearresteerd, vluchtte en werd terug gearresteerd. Zeventien jaar verbleef hij in Franse gevangenissen, waarvan drie in totale afzondering. Hij verzette zich als een leeuw in een kooi en om 03:00u in de morgen deed hij oefeningen om de kou te trotseren. Hij voelde haat, maar liet zich niet onderdrukken. Hij plooide nooit. Hij kwam vrij en hervatte zijn inspanningen om te ijveren voor de waardigheid van gevangenen. Momenteel is hij werkzaam bij Emaus. Zijn inzet voor zijn volk bleef intact. Hij straalt energie en volharding uit. Hij weet dat hij zal winnen. Zijn autobiografisch boek is getiteld: “La nuque raide” (Met opgeheven hoofd), omdat een directeur van een gevangenis verklaarde dat hij nooit het hoofd liet hangen.

Hommage door Mouesca op 21 juni 2007 aan het graf van Maddi Hegi,

met toespraak hieronder:

Voilà vingt ans jour pour jour que Maddi , notre soeur de lutte, disparaissait tragiquement.

Nous sommes ici pour lui rendre hommage, pour rappeler que l’histoire récente de notre pays a été marquée

à plusieurs reprises du sceau de la tragédie.

Nous sommes aussi réunis pour affirmer haut et fort que Maddi, mais également Txomin, Ramuntxo, Didier, Ttittof, Popo,

sont encore et toujours présents dans notre esprit comme des exemples d’une jeunesse assoiffée de Justice et de Paix.

Depuis ces années de plomb, les années 80, années de douleur et de souffrance pour un beaucoup d’entre nous, le combat s’est poursuivi.

Des luttes sectorielles ont permis des avancées. Des engagements militants de divers types ont permis de repousser

la tragique destinée à laquelle Iparralde était vouée.

Mais nous n’en sommes pas pour autant sauvés. Iparralde reste encore et toujours dans une situation où les éléments constitutifs

de son identité propre sont en grand péril.

Comme il y a quelques décennies, les raisons de la légitime colère sont toujours là…

C’est pourquoi nous appelons toutes celles et ceux qui considèrent que la situation que vie le pays basque nord est inacceptable,

à s’engager. A s’engager suivant ses moyens, ses capacités, mais avec détermination.

Ceci, pour ne pas que quelqu'un, à l’image de Maddi, aient à tout donner.

Toen u opnieuw opgesloten werd, plaatste men u in totale afzondering. Hoe is dat die totale afzondering?

De afzondering is zoals een leeuw opgesloten in een kooi. Het dier loopt heen en weer. Daarmee kan je het nog best van al vergelijken. Mijn cel was 6 stappen lang, en iedere dag liep ik die belachelijke korte afstand tot honderden keren per dag af. Want er waren momenten dat ik niet meer instaat was om te lezen, zelfs om te denken. Je ziet alles verloren gaan en je bent niet in staat er iets aan te doen. Het enige waartoe je nog in staat bent, is 6 stappen zetten, zes, zes, zes...zoals een leeuw in een kooi.

Afzondering is dus foltering?

Absoluut. Ik zeg dit niet omdat onze militanten dit zeggen, maar wel omdat bepaalde rechters dit verklaard hebben: “het is een 'witte' foltering. In België bijvoorbeeld staat expliciet geschreven: “Afzondering is een vorm van foltering”. Het enige doel is mensen breken.

De politieke gevangene Mikel Antza schrijf in zijn roman “Ospitalekoak” het volgende: “Vanaf het moment dat wij onze vrijheid verliezen, zijn we niet meer zoals voordien. Wij zien dat wie verantwoordelijk is voor onze bewaking ons niet meer als mensen zien”. Wat denkt u hierover?

[Stilte...] In de Franse staat wordt de term “le shock carcéral” gebruikt. Dit drukt kristalhelder uit hoe een persoon zich voelt van af de eerste seconde in een gevangenis. In shock! Op dat moment besef je dat je waardigheid hebt verloren, dat het penitentiaire systeem er zal op toezien dat je ophoudt mens te zijn. Een voorbeeld: in aanwezigheid van tal van geüniformeerden je helemaal uitkleden en in je anus laten graaien om te zien of je er niets verborgen hebt. Op dat ogenblik geef je je er rekenschap van dat je niets meer bent, niets, niets... En in de lange periode in de gevangenis zijn er een stapel van omstandigheden die je aan de lijve laten ondervinden dat je geen mens bent, alleen een gevangen nr. X. Voor hen is een gevangene een “Untermensch”. Op het ogenblik dat je een cel binnenstapt, of binnengesleurd wordt, krijg je een shock en besef je dat je in een andere wereld bent terecht gekomen, een wereld met andere wetten. Die werel wordt bevolkt door twee categorieën: de “humanen” die er werken met of zonder uniform, en de anderen, de “infrahumanen”, de gevangenen.

Heeft u in die 17 jaar gevangenschap op bepaalde ogenblikken zwakheden getoond?

Ik heb er inderdaad 17 jaar doorgebracht, en ik zeg dit nu, ik denk niet dat ik het nog een maand langer had volgehouden. Ik ben fysiek en mentaal goed buitengekomen, maar ik ben tot het uiterste moeten gaan. In die 17 jaar heb ik harde noten moeten kraken: de dood van mijn vader toen ik in afzondering zat, ik ben getrouwd en gescheiden, ik heb twee lange hongerstakingen achter de rug...Op die ogenblikken besef je, Abertzale of niet, dat je een eenzame man bent, alleen in een cel. Je weet wel dat je familie op je wacht, dat de liefde blijft bestaan, dat er solidariteit is bij een deel van de bevolking, maar op die momenten ben je toch maar alleen in je cel. En sommigen kunnen dat niet aan. Natuurlijk heb ik geweend in de cel, maar ik herinner me maar vier maal en ik weet waarom en voor wie ik het deed. Ik weet wel dat mijn moeder bij al haar bezoeken in de 17 jaar nooit geweend heeft, zelfs de laatste week voor mijn vrijlating niet. Dat zal ik nooit vergeten.

Is het mogelijk zich 'vrij' te voelen in de cel?

Ja. Dat gevoel heb ik op een bepaald ogenblik beleefd. Ik zou op 10 mei 2001 worden vrijgelaten. Die dag verzamelde ik al mijn spullen. Ik zou vertrekken. Ik moest langs een kantoor langslopen om mijn handtekening te zetten, en plots zei een cipier mij: “Om te verstrekken, moet je 50,000 FF betalen om de kosten te recuperen”. Dat was heel veel, het equivalent van een nieuwe wagen. Ik weigerde. Buiten stonden journalisten, familie, vrienden, advocaten, het Rode Kruis...Zij boden mij aan te betalen, maar ik weigerde. Nu stelt de wet dat wie niet betaalt 2 maanden langer in de cel moest blijven. De overige gevangenen ontvingen mij op applaus. Je kunt je niet voorstellen hoe ik mij na 17 jaar cel voelde. Ik was in staat om te weigeren, omdat ik al genoeg betaald had. Terug in de cel voelde ik mij 'vrij'.

Heb je ooit haat gevoeld?

Eenmaal, toen ik in totale afzondering zat, heb ik voor de eerste maal in mijn leven haatgevoelens ervaren. Oorspronkelijk werd ik voor 1 jaar in afzondering geplaatst, maar later kwamen er nog eens 2 jaar bij. Een bepaalde nacht had ik een nachtmerrie. Ik zag de rechter die mij veroordeelde, dood liggen, vol bloed. Hij was ook de rechter die het bevel tot isolatie had ondertekend. De haat moet dus wel groot geweest zijn om dergelijke nachtmerrie te hebben. Maar dat was niet mijn schuld, het was de schuld van het systeem van de rechter: niet aanvaarden dat ik een mens was en mijn waardigheid niet respecteren. Na die nachtmerrie verloor ik onmiddellijk die haatgevoelens. Veel gevangenen kennen haatgevoelens om zich op die manier sterk te houden, maar ze geven er zich geen rekenschap van dat haat een soort kanker is die je van binnen langzaam doodt. Ik had het geluk slechts een paar maal dat gevoel gekend te hebben.

Hoe heb je de verdwijning van je medemilitant Popo Larre ervaren?

Als Abertzale en als ex-militant van IK ben ik toegetreden tot het collectief “Jon Anza”. Want Jon Anza staat gelijk met Popo Larre. Wat is er met hun lichamen gebeurd? Ik vraag dan ook aan de Franse en vooral aan de Spaanse regering: “Wat hebben jullie met Jon Anza en met Popo Larre gedaan?” Als gevangene kon ik uiteraard niets doen en kreeg hierdoor schuldgevoelens. Popo was een broeder in de strijd voor mij, ik kende hem heel goed. Wat ik dus voor Popo niet heb kunnen doen, probeer ik nu te doen voor Jon Anza.

Wat kan de bedoeling van die verdwijningen zijn?

Angst aanjagen. Ik heb gezien dat de Franse staat de laatste 20 à 30 jaar in staat was angst te laten overheersen, vooral bij jongeren. Er is niet alleen de zaak Anza, er zijn ook arrestaties en beschuldigingen. Men wil de mensen thuis houden, voor de TV, niet op straat of op meetings. Er mag niet meer nagedacht worden. De staat heeft een grote stap voorwaarts gezet en nu moeten wij ook strijden tegen de angst.

Bent u optimistisch over het huidige politieke klimaat in Euskal Herria?

Ja, ik geloof dat ik nog nooit zo optimistisch ben geweest. Een paar jaar al wordt op een radio te Parijs geopperd dat er geluisterd moet worden naar de Baskische politieke gevangenen. Ik weet dat het delicaat is, er mag geen valse hoop geschapen worden, maar ik denk dat het in de goede richting evolueert.

Heeft de gevangenis ongekende krachten in u bovengehaald?

Dankzij de cel zijn wij ons bewust van onze zwakheden, maar gelijktijdig van de enorme kracht die in ons schuilgaat. Harde ervaringen weken belangrijke zaken los bij iedere persoon. Ik had twee voorbeelden: Jezus Christus en Che Guevara. Bij hen heb ik gezien dat een mens in staat is ver te gaan in zijn gedachte en in zijn wil. Wij beschikken over een ongelooflijke kracht en zijn tot heel veel in staat, soms tot slechte dingen, maar ook tot schone dingen.

Bent u gelovig?

Ik ben christen, katholiek?

Heeft u dat geholpen in de cel?

Natuurlijk. Meermaals werd mij gevraagd hoe ik dit kon volhouden. Ten eerste, ik voelde mij geliefd en ik had op mijn beurt lief. Dat is heel belangrijk om niet te plooien in de cel. Ten tweede heb ik gelezen, gestudeerd, dagelijks aan sport gedaan, het nieuws in de wereld gevolg en ik had contact bij de vele bezoeken. Maar ook las ik iedere morgen om 06:30u het Evangelie, die mij uiteindelijk de weg toonde.

De spreiding van de politieke gevangen is een extra straf voor de families van politieke gevangenen.

Ongetwijfeld. Ik zal dit altijd blijven onderstrepen, en ik neem altijd mijn txapela af voor die familieleden. Als je zelf in de cel zit, weet je maar al te goed welke opoffering de familie zich moet getroosten: op economisch vlak, de lange afstanden die moeten afgelegd worden voor een kortstondig bezoek, het besef dat bepaalde personen in het geboortedorp niet meer met de familie willen praten...Hiermee moet je leven in je cel. In Hegoalde breidt de solidariteit met de Baskische politieke gevangenen zich uit, in Iparralde is er weinig solidariteit. Daarom respecteer ik zozeer de families van politieke gevangenen.

Wat betekent familie en vrienden voor een gevangene?

Zij stralen liefde uit en, ik vermeldde het al voordien, dat is de eerste kracht waaruit men kan putten in de cel. Ik besef dat deze termen niet geheel politiek zijn, maar liefde is net als benzine de bron die de motor draaiende houdt.

Dertig jaar militant. Zie je de vruchten van je inzet?

Het was vruchtbaar, maar er waren ook valse noten. In tegenstelling tot vroeger durft men er nu openlijk voor uitkomen dat men Abertzale is. Het is natuurlijk geworden en dat is een van de vruchten. De valse noten zijn het idee dat wij vooruit gemaakt hebben op het gebeid van onze taal, en dat is niet zo. De weg is lang en vol hindernissen en Parijs begrijpt perfect dat ze de meerderheid van ons volk met een paar kruimels kunnen koest houden. Maar laten wij nooit vergeten dat het objectief van Parijs, zelfs nu in 2010, de vernietiging van ons volk is. Daarom is de strijd de enige uitweg.

Bron: Gara 27 juni 2010