Het jaar 2002

Een lezersbrief van 10 april 2002

"In dit land, zoals in elke andere democratie, is elke burger vrij te denken en te zeggen wat hij wil. Zeker op politiek gebied. Daarom heb ik zin te zeggen en zeg ik nu "Gora Euskadi Ta Askatasuna" (Leve Baskenland en de Vrijheid). Dit schrijft in een lezersbrief Amadeo Martínez Inglés (zie foto), schrijver en ... kolonel in het Spaanse Leger! Op 23 februari 2002, 21 jaar na de mislukte staatsgreep schreef diezelfde kolonel in "Gara" een artikel over de koning die achter deze staatsgreep zou gestaan hebben. Hij noemt koning Juan Carlos: "Un Rey golpista".

Un Rey golpista

Zovele jaren na de dood van dictator Franco wordt koning Juan Carlos door de Spaanse gemeenschap nog altijd beschouwd als de garantie voor de instituten en de verdediger van de democratie. Hij is bijna onaantastbaar geworden. Zijn prestige als monarch is aanzienlijk gegroeid sinds 23 februari 1981, toen luitenant-kolonel Antonio Tejero van de Guardia Civil en de generaals Milans del Bosch en Alfonso Armada een staatsgreep pleegden. De mislukking wordt toegeschreven aan Juan Carlos die manifest zijn afwijzing voor de onbezonnen poging liet blijken.

Twintig jaar na de mislukte staatsgreep rezen twijfels over wie werkelijk achter de staatsgreep zat. Kolonel Amadeo Martínez Inglés (*), auteur van het boek: “23-F. El golpe que nunca existió” (Editorial Foca), houdt ons de volgende thesis voor: “Het gaat hier om een politiek-militaire operatie van de Borbons, geleid door koning Juan Carlos, die op de hoogte was over het feit dat een groep ultrarechtse militairen een beweging aan het voorbereiden waren om hem (de koning) af te zetten.”

(*) Kolonel Martínez Inglés was profesor Militaire Geschiedenis en Strategie aan de Militaire School van de Generale Staf, en directe getuige van de duistere kanten van het leger tijdens de periode van de “La Transición”. Hij was toen chef Mobilisatie van de Generale Staf en chef van de Infanteriebrigade in Zaragoza.

Tijdens een interview (2003) verklaart hij dat er de laatste 20 jaar geen staatsgrepen waren in Spanje. Militaire staatsgrepen richten zich altijd in de eerste plaatst op de hoogste machtskoepel, in dit geval de koning. Maar op 23-F werd er niet aan de koning geraakt. De Guardia Civiles die, onder leiding van Tejero, binnendrongen in het parlement ageerden niet tegen de koning. Integendeel, zoals op TV te zien was, riepen zij slagzinnen ten gunste van de monarch. De staatsgreep, tussen haakjes, richtte zich ook niet tegen het politieke systeem, want generaal Armada had in zijn binnenzak een document met de namen van een nieuwe regering, onder zijn voorzitterschap. Namen met “democraten” uit de voornaamste politieke partijen. Het was opgezet spel, een politiek, militair en institutioneel manoeuvre, geleid vanuit de Kroon om de echte staatsgreep, voorzien voor 2 mei 1981, te dwarsbomen. Die staatsgreep (pseudo-staatsgreep) was gepland door de meest radicale krachten van het extreemrechtse Spanje en uitgedokterd in kringen van extreemrechtse militairen, om de koning af te zetten en de terugkeer naar een totalitair regime à la Franco voor te bereiden.

12 april 2002

Commotie in het Baskisch parlement in Vitoria-Gasteiz, tijdens de zitting van 12 april 2002, als de jonge volksvertegenwoordiger van Batasuna, Jon Salaberria, erg nerveus lijkt te zijn en bijzonder veel naar zijn papier kijkt als hij vanaf het spreekgestoelte zegt: "De gewapende strijd van ETA beantwoordt aan de verdediging van de gerechtvaardigde rechten van het Baskische Volk. ETA zal zijn activiteiten stopzetten, zoals het IRA dat deed, op het ogenblik dat de Britse Regering het zelfbeschikkingsrecht van het Ierse Volk erkende." Batasuna had voordien opgeroepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid en tot demilitarisering van Baskenland.

Jon Salaberria veroordeeld

5 september 2003

Het “Tribunal Superior de Justicia del País Vasco” beschouwt de verklaringen afgelegd door Jon Salaberria, lid van de politieke groep Sozialista Abertzaleak (Batasuna), tijdens de parlementaire debatten van 12 april 2002 als “delict”, meer gespecificeerd: verheerlijking van terroristische acties. De strafmaat wordt vastgelegd op 1 jaar gevangenisstraf en 7 jaar ontzetting uit zijn rechten. Dit is een precedent dat kan beschouwd worden als een agressie tegen de vrije meningsuiting van een lid van het parlement, dat precies borg moet staan voor de vrije meningsuiting. Artikel 71 van de Grondwet erkent “de onschendbaarheid van een Député en een Senator bij het uiten van opinies uitgesproken in die functie” (inviolabilidad por las opiniones manifestadas en el ejercicio de sus funciones). Dit principe werd ook door artikel 26 van het “Estatuto de Autonomía para el País Vasco” erkent. Dit recht werd trouwens verder ontwikkeld in de “Ley autonómica 2/1981”, waarbij onderstreept wordt dat de leden van het parlement niet mogen beschuldigd, noch gerechterlijk vervolgd worden, zonder voorafgaande autorisatie van het Baskische Parlement.

12 april 2002

Op 12 april 2002 had Salaberria in volle parlementaire zitting een uitspraak gedaan over de gewapende activiteiten van ETA: “…door de natuur van het conflict te verdraaien, zie ik geen mogelijkheid om oplossingen te vinden en u weet allen perfect dat de gewapende strijd van ETA niet draait om de stelling ‘ideeën op te leggen’. De gewapende strijd beantwoordt alleen aan de rechtvaardige eisen van het Baskische volk ter verdediging van de wettelijke rechten…”

De Openbare Aanklager van de TSJPV (Tribunal Superior de Justicia del País Vasco) baseert de aanklacht “verheerlijking van het terrorisme” en de vervolging ervan op het feit dat de woorden die uitgesproken werden, buiten de onschendbaarheid vallen. “Ze houden een identificatie in die de acties en het doel ondersteunen. De acties van ETA zijn intrinsiek anti-juridisch en bijgevolg zijn ze niet bespreekbaar en mogen ze niet in de openbaarheid behandeld worden (los actos de ETA son intrínsecamente antijurídicos y en consecuencia inopinables). Dus is een voorafgaande autorisatie van het Baskische Parlement overbodig”. Commentaar overbodig!

Herderlijk schrijven doet de potjes overkoken

31 mei 2002

De Baskische bisschoppen (Bilbao, Donostia en Gasteiz) tonen hun ongerustheid over de gevolgen van de Ley de Partidos die de bedoeling heeft de partij van de linkse nationalisten, “Batasuna” te verbieden. Dit staat in hun “herderlijk schrijven” van 31 mei 2002, onder de titel “Preparar la Paz”.

En wat zegt de PP-Regering? “De bisschoppen vertegenwoordigen niets!” Volgens Pio Cabanillas verdedigen de bisschoppen “de straffeloosheid van Batasuna, de vrede van de lafaards.”

Kort nadien werd er een verklaring verspreid die door 358 Baskische priesters werd ondertekend. Hierin worden “alle rechten van het Baskische volk verdedigd en bevorderd als weg om alle conflicten te boven te komen op de weg naar de vrede”. Minister Piqué roept daarop zelfs de Pauselijk nuntius in Spanje op het matje. Tijdens de onzalige Francodictatuur was dit voldoende om de “gelederen, onder de kromstaf” weer gesloten te krijgen. Maar toen verscheen de dictator ook op kerkelijke feesten in de kerk onder het baldakijn terwijl via het orgel de nationale hymne weerklonk.

Iturgaiz noemt het herderlijk schrijven ‘een écht schandaal’ omdat de bisschoppen de beulen verdedigen en niet de slachtoffers. “Nooit schreven ze een herderlijke brief bij de moord op Miguel Angel Blanco.”

Xabier Arzalluz begrijpt niet wat er toch gaande is. “De brief veroordeelt ETA toch krachtdadig.” Maar het ergst vindt de PNV-president nog de volgzaamheid van de socialistische oppositieleider, Rodríguez Zapatero, die de Spaanse Bisschoppenconferentie ging oproepen de Baskische bisschoppen tot de orde te roepen!

Volgens de Bisschop van Pamplona echter, Monseñor Sebastián, kan het recht op zelfbeschikking van dit volk niet verdedigd worden! Sebastián trekt zelfs in twijfel dat er een écht verschillend Baskisch Volk is. Hij is niet van mening dat Het Baskische Volk of Baskenland bezet is door anderen. Maar van de 358 priesters die zich uitspraken voor zelfbestuur horen er wel 76 tot het diocees van Sebastián! Maar de namen van deze personen werden bij een notaris ondergebracht, omdat de ondertekenaars persoonlijke of “pastorale” represailles vrezen. De 358 ondertekenaars sturen hun tekst nu naar de Europese bisdommen.

De Spaanse Regeringspresident, Aznar noemt het herderlijk schrijven “een zware morele en intellectuele perversiteit”.

Het Vaticaan maakte inmiddels bekend niet op te treden tegen de bisschoppen die zich uitspreken tegen het buiten de wet stellen van Batasuna.

Joseba Azkarraga (EA), Baskisch minister van justitie, zegt dat het niet onwaarschijnlijk zou zijn als de Baskische priesters zouden vervangen worden door militaire “exemplaren”. In 1974 klaagde de bisschop van Bilbao, Monseñor Añoveros, de situatie in Baskenland aan. Franco was woedend en stuurde een militair vliegtuig naar de vlieghaven van Sondika met de bedoeling Añoveros het land uit te zetten indien dit nodig was. Maar Añoveros haalde de Europese pers en de zaak bracht Franco veel “schade” toe.

Uiteindelijk zal zelfs de Spaanse Bisschoppenconferentie, méér Spaans dan Bisschop, zich uitspreken tegen de kritiek van de PP-regering op het herderlijk schrijven hetgeen Jaime Ignacio del Burgo (PP-Navarra) doet verklaren het “niet verwonderlijk is dat de kerken leeglopen.”

“La Razón” weet later te melden dat één van de ondertekenende priesters “in Gara schreef”, terwijl een andere “een school voor Baskisch onderwijs oprichtte”, alsof het om een geval van zware misdaad gaat…

05 juni 2002

Op 5 juni 2002 keuren 303 van de 320 leden in het Congres te Madrid de "LOPP-Ley Orgánica de Partidos Políticos" (de Partijenwet) goed, die Batasuna moet verbieden en die op 27 juni 2002 kracht van wet krijgt. Op hetzelfde ogenblik dat de magistraat Baltasar Garzón decreteert de activiteiten van Batasuna voor drie jaar op te schorten, wordt de "Ley Partidista" in werking gesteld. De opschorting geldt niet voor de verkozen leden van Batasuna in de diverse gemeenteraden of in het Baskisch parlement noch in de Deputaties. De opschorting geldt eveneens indien Batasuna van naam zou veranderen.

18 september 2002

Op 18 september 2002 staat op Teletekst TVE het volgende te lezen: “Lehendakari Ibarretxe zegt paal en perk te willen stellen aan de 'politieke excessen en de juridische initiatieven die aanzetten tot sociale botsingen onder het volk.' Ibarretxe sprak zelfs van een 'Satanisering' van ideeën. Hij legde deze verklaringen af bij de inauguratie van het academisch jaar aan de Universiteit van Mondragón, waarbij ook de Baskische parlementsvoorzitter, Juan María Atutxa aanwezig was.

Ik begrijp niet hoe vanuit de Spaanse regering, met een PSOE zonder een eigen persoonlijkheid, de ergste politieke brutaliteiten van de laatste jaren blijvend gestimuleerd worden. Zoals gisteren de Baskische Regering aankondigde, zal ook het Baskisch Parlement een klacht indienen tegen Baltasar Garzón wegens 'wederrechtelijke toe-eigening van bevoegdheden' in zijn dossier van de schorsing van Batasuna." Gisteren wees de kamer in haar zitting de opschorting af van de 'Grupo Socialistas Abertzalea' (nieuwe benaming van Batasuna) en verklaarde ze het dossier van de magistraat, die de nieuwe coalitie opschortte, nietig.”

Partijdige wet?

08 augustus 2002

In een artikel in "Gara" vindt Professor Luis Alegre het vreemd dat de Strafwet niet volstaat om Batasuna buiten de wet te stellen. Hij noemt alle punten dienaangaande uit de strafwet op en inderdaad: het lukt niet ! Batasuna is geen paramilitaire of terroristische organisatie, de partij gebruikt geen gewelddadige middelen, discrimineert niet, wekt geen haat op en heeft niet tot doel delicten te plegen. Maar hier zit het hem juist, zegt Luis Alegre: "De Partijenwet (LOPP-Ley Orgánica de Partidos Políticos) is net bedoeld om organisaties te illegaliseren die geen delict pleegden!" Ware het dan niet beter geweest de Strafwet te veranderen? Bijvoorbeeld door er aan toe te voegen dat 'zwijgen na een aanslag' of 'het politiek probleem begrijpen' deel van het gewapend conflict is. Maar wat nog het meest opvalt, is de passiviteit van linkse organisaties, die misschien binnen afzienbare tijd zelf buiten de wet gesteld gaan worden, niet omdat ze tot ETA behoren, maar misschien tot de omgeving, of uit de nabijheid van de omgeving of omdat ze daar voorbijkwamen… In ieder geval wordt het niveau van geweld dat je tot gewelddadige maakt steeds kleiner en de repressie die je tot democraat bekeert steeds groter. Zo hadden we geweldige schrik dat we tot 'gewelddadige' veroordeeld zouden worden, omdat we één der fundamentele vrijheden uit de Grondwet verdedigden.

Xabier Arzalluz kondigde aan "alle middelen te gebruiken die de wet toestaat om zich te verdedigen tegen de aanvallen op de fundamentele vrijheden." "Er kondigen zich harde tijden aan met aanvallen, verdedigingen en tegenaanvallen."

Atutxa, voorzitter van het Baskische Parlement, verklaarde niet tegen de Justitie te zijn, maar hij weigerde een wettelijk instituut als Batasuna te onderwerpen. Voor de toepassing van 'het dossier Garzón" is een wijziging van het reglement van het Baskisch Parlement nodig.

>>>>>>>>

24 januari 2002

Spanje ziet met lede ogen toe dat José Antonio Urrutikoetxea Bengoechea "Josu Ternero", als ex-topman van ETA, ongestraft in het Baskisch Parlement zit en daar zelf zijn partij, Batasuna, in de commissie mensenrechten vertegenwoordigt. Josu Ternera zat vier jaar in voorarrest in een Franse cel voor zijn aandeel in de "Zaak Sokoa", een meubelzaak waar erg veel wapens en bezwarende documenten gevonden werden. Daarna werd hij uitgeleverd aan de Spaanse Staat (1996). Josu Ternero kon niet meer opnieuw gestraft worden in dezelfde zaak. Het Openbaar Ministerie probeert nu strafbare zaken "uit te vinden". En dat schijnt te lukken: ze willen hem nu beschuldigen de aanstichter te zijn van de aanslag op de Guardia Civil-kazerne in Zaragoza in 1987, waarbij 11 personen het leven lieten. Bovendien wordt hij genoemd als hoofdverantwoordelijke van de verboden organisatie EKIN, toen die nog niet verboden was.

19 februari 2002

José Luis Rodríguez Zapatero (*), de secretaris-generaal van de Spaanse Socialisten, blijft de regerende PP achternalopen. Nu stemt hij er mee in samen te werken om de Baskische abertzalepartij Batasuna te "illegaliseren". Rechtsgeleerden verklaarden gisteren voor het persagentschap Europa Press al dat ze zouden meewerken, maar dat het erg moeilijk zou worden om de partij in het nauw te drijven. Advocaat Txema Montero, ooit Europarlementslid voor Herri Batasuna, komt in een artikel nog eens terug op de moeilijke strijd die in vijf rechtszaken, tussen 1980 en 1986, diende geleverd om de partij legaal te houden. Hij vreest dat ze nu in staat zijn de wet te veranderen. EA zegt dat een democratisch regime een verbod niet kan toestaan. IU meent dat Batasuna versterkt uit de strijd zal komen. Batasuna zegt, aangaande de dreigingen van de PP om de partij te illegaliseren, dat noch de Burgeroorlog van 1936, noch het Franquisme, noch de arrestatie van de partijleiding, hen op een lopen zette.

(*) José Luis Rodríguez Zapatero

José Luis Rodríguez Zapatero (Valladolid, 4 augustus 1960) is een socialistisch Spaans politicus. Op 14 maart 2004 werd hij als lijsttrekker van de Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (PSOE) gekozen tot premier van Spanje.

Rodríguez Zapatero komt uit een familie van linkse politici. In 1982 was hij hoofd van de socialistische jongerenorganisatie in León. In 1986 werd hij gekozen als jongste parlementslid. In 1988 werd hij hoofd van de socialistische partij in León, en in 1997 drong hij door tot het partijbestuur.

Na de tweede overwinning van José María Aznar in 2000 werd Rodríguez Zapatero gekozen als nieuwe partijleider. Hij vertegenwoordigde een progressieve groep binnen de partij, "Nueva Vía," die geïnspireerd werd door Tony Blair. Zapatero kwam in de peilingen echter pas voorbij Aznars Partido Popular na de bomaanslagen in Madrid van 11 maart 2004 en de PP-regering deze aanslagen in de schoenen van ETA wilde schuiven. Toen bekend werd dat al Qaida waarschijnlijk achter de aanslagen zat, won de PSOE de verkiezingen.

Rodríguez Zapatero verklaarde dat de PSOE het terrorisme hard aan zou pakken. Hij hield zich echter wel aan zijn verkiezingsbelofte van terugtrekking van de Spaanse troepen uit Irak. Daarentegen heeft hij de Spaanse troepen in Afghanistan tot twee keer toe verdubbeld in omvang. Ook stuurde hij troepen naar Haïti.

28 februari 2002

Arnaldo Otegi, woordvoerder van Batasuna, komt samen met Koldo Gorostiaga (*), in Brussel, aan Europarlementariërs en journalisten het vredesvoorstel van de partij bekend maken. "Op deze manier doorbreken we de filter die Spanje en Frankrijk klaar houdt voor wat betreft Baskenland en die beletten dat bekend raakt wat in Baskenland écht gebeurt."

(*) Interview met Koldo Gorostoaga

Eerder dit jaar in oktober besloot de rechtbank in Amsterdam dat de vermeende ETA-terrorist Juan Ramón Rodriguez, die begin dit jaar op verzoek van Spanje in Amsterdam werd gearresteerd, mag worden uitgeleverd aan Spanje. Het ongenoegen over de uitspraak van de rechter op de publieke tribune is groot.

Vrienden en sympathisanten van de verdachte trekken onder luid boegeroep een spandoek tevoorschijn en de glazen afscheidingswand wordt beklad met rode verf. Verbaasd verlaten de rechters de zaal. Een man is de enige die, ondanks het tumult, rustig blijft zitten. “Een politieke beslissing. Nederland is gezwicht voor de druk van Spanje. Wederom gaan diplomatieke belangen voor garanties voor de burgers”, zucht de man, terwijl hij zijn telefoon pakt om het nieuws door te bellen.

De man heet Koldo Gorostiaga. Hij is lid van het Europees Parlement voor de nationalistische Baskische politieke partij Batasuna. Hij is hier om de verdachte te ondersteunen. Dat is niet zo gek, want de Spaanse staat heeft op beide mannen de jacht geopend. Onder leiding van onderzoeksrechter Baltasar Garzón werd Batasuna niet wettig verklaard en haar activiteiten moesten worden opgeschort. De Spaanse autoriteiten zien Batasuna als de politieke tak van de terroristische afscheidingsbeweging ETA. Batasuna ontkent echter elke link met ETA en opereert nu vanuit het privéadres van Gorostiaga in Bayonne, Frankrijk, waar de Spaanse rechter geen jurisdictie heeft. “We gaan door, de politiek kan Batasuna helemaal niet illegaliseren”, zegt Gorostiaga.

Batasuna is nog geen illegale politieke partij, maar het proces om dat voor elkaar te krijgen is wel in gang gezet. De schorsing is slechts een voorlopige maatregel. Onderzoeksrechter Garzón, bekend van zijn verzoek om uitlevering van de Chileense generaal Pinochet, gebood de schorsing van Batasuna. De speciale rechtbank voor terrorisme, de Audiencia Nacional, zal zich later over de kwestie buigen en oordelen of het een juiste beslissing is geweest.

“Het is ongelooflijk. Je gaat slapen en de volgende dag besta je niet meer. Nou moeten we wachten op de uitspraak van de Audiencia Nacional. Daar kan meer dan een jaar tussenzitten. Leven we dan in een rechtsstaat? De tweede politieke partij wordt op deze manier uitgeschakeld. Dat is geen democratie”, zegt Gorostiaga.

De kantoren van Batasuna in het Baskenland zijn vanwege de schorsing allemaal opgerold en op tv waren beelden te zien van arrestaties van partijleden. De acties van Garzón lijken Gorostiaga echter niet te treffen: “Voor mij is er niets veranderd. Ik opereer vanuit Frankrijk en daar heeft de Spaanse staat geen macht. Als Garzón Batasuna in de media of waar dan ook aanvalt, noemt hij mijn naam nooit. Hij weet dat hij geen enkele juridische basis heeft om dat te doen. Ik ben een doorn in zijn oog. Een streep door zijn plannetjes.”

Door de schorsing is een merkwaardige situatie ontstaan in de Baskische politieke arena. Batasuna heeft een meerderheid in 62 gemeenteraden. Burgemeesters die lid zijn van Batasuna kunnen op hun post blijven zitten, maar mogen niet meer handelen in naam van die partij. “De huidige situatie brengt ons terug naar de tijd van de dictatuur van Franco. Toen hij stierf, rees de hoop politieke oplossingen. De oplossing van het ‘Baskische probleem’, dat nu al meer dan een eeuw duurt, moet ook komen uit de politieke dialoog. Met het verbod op Batasuna is een oplossing echter verder dan ooit. En dat Baskische probleem wordt een fundamenteel Europees probleem. Niet nu, maar binnenkort”, waarschuwt Gorostiaga. Ook de Spaanse minister-president Aznar nam deze woorden in de mond toen hij in januari voor het Europese Parlement verscheen. Hij kwam het programma presenteren voor het Spaanse voorzitterschap van de EU. Prioriteit der prioriteiten was de strijd tegen het terrorisme. “Hij heeft toen veel kritiek gekregen van de andere Europarlementariërs. Zij waarschuwden hem voor het feit dat hij daar stond als voorzitter van het Europees Parlement en niet als leider van de Spaanse overheid. Aznar maakte echter handig gebruik van de internationale strijd tegen het terrorisme om binnenlandse problemen snel op te lossen”, volgens Gorostiaga.

“Aznar is bezig met een race tegen de klok. Er rust nu een veto vanuit Madrid op de Baskische politieke kwestie. Omdat de macht van de staten onderling in het parlement groot is, loopt zo’n onderwerp vast en blijft het onbesproken. Zo wordt alleen gepraat over terrorisme en zwijgt iedereen over de politieke achtergronden. Het zou een andere zaak zijn als dit probleem over vijf jaar wordt behandeld. Dan wordt Europese eensgezindheid het motto en zal de macht van de individuele staten niet meer zo groot zijn. Dan zou het onderwerp wel eens kunnen opduiken. Daarom heeft Aznar zoveel haast.”

Volgens Gorostiaga neemt het Europese Parlement toch de strategie van de Spaanse staat over en zegt ‘there’s no political deal, there is just a problem of terrorism.’ Dit onder grote druk van de Spaanse afgevaardigden, meent Gorostiaga. “Verschillende parlementariërs hebben bij mij hun steun betuigd in een achteraf gelegen kantoortje, nadat ik in het parlement had gezegd dat ik het jammer vond dat alleen het geweld aan de orde komt en niet de politieke gronden. Ook zij vonden dat het nodig is het probleem bij de wortels aan te pakken.”

Deze steunbetuigingen gebeuren volgens Gorostiaga stiekem, omdat de Europarlementariërs geen politieke rel willen veroorzaken. “Spaanse Europarlementariërs proberen op dit moment elk initiatief om het politieke probleem aan de kaak te stellen onder tafel te schuiven. In de praktijk werkt het als volgt. Zodra iemand het thema boven water haalt spreken de Spaanse afgevaardigden hem of haar meteen aan. Zij vertellen diegene dan dat als het thema op de agenda komt, dat gezien zal worden als een directe aanval op de belangen van de Spaanse staat.”

“Enkele parlementsleden hebben mij verteld dat tegen zo’n duidelijke verklaring zij geen politieke crisis willen veroorzaken. Helemaal in een tijd dat de EU al genoeg crisissen kent. Onder druk van de Spaanse diplomaten, kiezen zij er dus voor om het thema dood te zwijgen”, zegt Gorostiaga. Dit ondervindt Gorostiaga elke dag in het parlement. Zodra hij een vraag stelt of een speech houdt, kijkt de rest de andere kant uit. “De EU is opgebouwd uit staten en het Baskenland is geen staat is hun argument.

Terwijl de internationale gemeenschap zaken zoals de Palestijnse kwestie wel erkend heeft. Die hebben toch ook geen eigen staat?”

Een groot deel van het Baskische volk is de situatie meer dan zat en heeft genoeg van al het geweld. Een oplossing voor het probleem lijkt nu echter verder weg dan ooit. “Het wachten is nu op een staat die het durft op te nemen tegen Spanje, door te erkennen dat er een politiek probleem is in Spanje. Maar ja, na deze uitspraak is duidelijk dat Nederland ook al gezwicht is door de druk van de Spaanse staat. Slap hoor.”

Bron: Metro 29/10 2002 (uit de nieuwsbrieven overgenomen van Baskenland Informatie Centrum)

31 maart 2002

In een communiqué zegt ETA de Euskal Herria in crisis is en dat er een uitzonderingstoestand heerst, maar

    • dat er bereidheid tot vechten aanwezig is,

    • de weg naar de vrijheid is nog steeds open,

    • dat een staakt-het-vuren geen vrede zal brengen in Euskal Herria,dat als Spanje en Frankrijk bereid zijn onze rechten te respecteren, de basis aanwezig is voor een duurzame vrede,

    • dat Spanje en Frankrijk de strategie van het linkse nationalisme perfect hebben begrepen.

De uitspraak van Arnaldo Otegi, "Gora Euskadi ta Askatasuna" (Leve Baskenland en Vrijheid) op het einde van zijn toespraak op de Aberri Eguna-viering in Lohitzune, op Paasdag 1 april 2002, kostte hem een onderzoek op verdenking van "verheerlijking van het terrorisme" en dat diende gestraft te worden, ook al gebeurde dit, volgens Spaanse normen, "in het buitenland".

Nu heeft het Spaanse Opperste Gerechtshof deze zaak geklasseerd en daarbij spreekt de Spaanse pers steeds maar weer over het delict van het roepen van "vivas aan ETA" en dus het "ophemelen van het terrorisme". Ondanks deze klassering loopt de Batasuna-kopman nog steeds een risico: er werd namelijk beroep aangetekend tegen deze klassering. Niet door de eerste de beste, maar door Jesús Cardenal, de Procureur Generaal zelf!

18 januari 2002

Het niet betalen van de verkiezingssubsidies aan Herri Batasuna is "democratisch" en "het zou onzin zijn het te doen omdat het bedrog van de belastingbetalers zou zijn."

Deze verklaringen werden afgelegd door de Spaanse Vicepremier en Minister van Binnenlandse Zaken, Mariano Rajoy op een colloquium in een Madrileens hotel over het "Spaans Presidentschap van de Europese Unie". "We zullen alle mogelijke legale middelen gebruiken om de betalingen te vermijden", aldus nog Rajoy die verder nog verklaarde alle mogelijke wetten aan te wenden om de rekeningen te bevriezen van "terroristische organisaties en zij die hen steunen".

Mariano Rajoy

Toch is Batasuna nog steeds een legale partij. De Spaanse Staat, die inmiddels vijf keer veroordeeld werd tot het betalen van de achterstallige sommen, staat bij de Abertzalepartij voor 209.000 € in het krijt, aan te vullen met een boete en met de intrest. Een totaal van € 5 miljoen.

15 juni 2002

Op 15 juni zal Cardenal zich neerleggen bij de beslissing van het Hooggerechtshof: "Terrorisme kan enkel gebeuren door gewelddadige acties tegen personen of hun bezittingen en kan het roepen van de slogan 'Gora Euskadi ta Askatasuna' in het buitenland niet vervolgd worden door het Spaanse gerecht". De Hoge Raad klasseert de klacht tegen Arnaldo Otegi voor vermeende "verheerlijking van het terrorisme".

07 april 2002

Op 07 april 2002 dient Batasuna bij het Baskisch Parlement een verzoek tot naamswijziging in. "Araba, Bizkaia eta Gipuzkoako Sozialista Abertzaleak Legebiltzar Taldea" "Parlementaire Groep van Socialistische Nationalisten van Alava, Vizcaya en Guipúzcoa". Hiermee willen ze de "nietigverklaring" een stap voor zijn, hoewel de partijleiding dit ontkent. De vrijdag werd al een zelfde verzoek ingediend bij het parlement van Navarra.