Xenpe

Twee getuigenissen van vluchtelingen

Het hadden er duizenden kunnen zijn...

"Zolang er geen politieke oplossing is, hebben de twee staten (Spanje en Frankrijk) de macht te doen en laten wat ze willen. Zij hebben alleen misprijzen voor de wetten en voor onze rechten."

Getuigenis van Xenpe

Xenpe zette zijn leven verder in Iparralde en een derde kindje kwam de familie vervoegen. Hij verklaart:" Door ons werk en ons leven in Iparralde namen wij deel aan het sociale leven. Maar Parijs zag dit anders en als gevolg van de ondertekende akkoorden met Spanje begonnen de arrestaties en de uitwijzingen." Eén van verschillende maatregelen uitgewerkt door de Franse regering was het verblijfsverbod en het verbod te vertoeven in de 9 departementen grenzend aan Hegoalde. Xenpe wilde verder leven met de zijnen, met zijn vrienden en blijven werken in Hendaye. Maar aan deze situatie werd abrupt een einde gemaakt.

In 1983 deed GAL haar intrede. Bij Pedro Sanchez, betrokken bij de ontvoering van Segundo Marey, werden foto's van verscheidene vluchtelingen gevonden. "De Franse politie liet mij weten dat ik op één van die foto's stond. Dat ogenblik kwam heel hard aan voor mij, want nu moest ik wel mijn gewoontes en mijn werk opgeven om het leven van mijn familie en van mezelf in veiligheid te brengen." Xenpe verdween uit het openbare leven in Iparralde. Eerst leefde hij ondergedoken bij vrienden, en later in 1987 vertrok hij naar Algerije, om daar zo goed als mogelijk een nieuw leven op te bouwen. Hij dacht dat dit een minder moment van korte duur zou zijn, maar zijn ballingschap duurde tot 1996! De mislukking van de onderhandelingen tussen ETA en de regering (in Algiers) brachten met zich mee dat hij gedeporteerd werd naar Cabo Verde (Kaapverdische Eilanden), Afrika. Hij leefde er twee jaar. Alhoewel hij geen fysische folteringen had meegemaakt, leed hij heel hard onder de scheiding van zijn familie gedurende al die jaren. De psychische aftakeling brachten ernstige hartkwalen met zich mee en om zich te verzorgen reisde hij naar Cuba, waar hij nog eens 6 jaar in eenzaamheid verbleef.

In 2003, na jaren van niet-bestaan, besloten Xenpe en een aantal andere gedeporteerden terug te keren naar le Pays Basque Nord. Het leek voor hem tenslotte absurd een veroordeling (ballingschap) te ondergaan die door geen enkele rechtbank was uitgesproken.

Vandaag leeft Xenpe in Hendaye. Bij zijn aankomst ging hij zich voorstellen bij de onderprefect, vastbesloten in alle legaliteit te leven en te werken. Maar de administratie heeft hem nog 20 jaar aan het lijntje gehouden alvorens zijn verblijfsvergunning definitief toe te kennen. Hij praat niet graag over de schaduwjaren van het GAL-tijdperk of over zijn leven in vreemde landen. "Het probleem was niet aan eten te geraken of onderdak te vinden. Het grootste en zwaarste probleem was te leven ver van Baskenland".

Hij heeft gedurende 24 jaar zijn geboortedorp Orereta niet gezien, hij is 15 jaar van zijn familie gescheiden geweest. En op vele Kerstavonden, vol heimwee, heeft hij er meermaals aan gedacht de ogen te sluiten en ze nooit meer te openen.

Vandaag leeft Senpe in Euskal Herria, met zijn familie, en hij hoopt op zijn 63 dat men hem eindelijk eens toelaat zijn eigen leven te leiden... bij zijn eigen volk...

Maar in 1981 wordt zijn statuut van vluchteling ingetrokken, zonder verdere uitleg. Wij weten beter: "Bij de dood van Franco werd aangekondigd dat de democratie in Hegoalde hersteld was, zelfs al waren het dezelfde Franco-getrouwen die de macht in handen hadden, voornamelijk in de juridisch-politionele sector. Maar de democratie was daar en dus was het onmogelijk dat er nog vluchtelingen bestonden!"

In 1972 is Franco nog altijd aan de macht in Spanje. Om zijn familie te beschermen, trekt Xenpe de "Muga" over naar Iparralde, samen met zijn vrouw en zijn twee kinderen van 4 en 6. Hij installeert er zich en vindt er werk. Zijn aanvraag om het statuut van politiek vluchteling te krijgen, wordt goedgekeurd door middel van een vluchtelingenkaart. Tot tweemaal toe wordt zijn verblijfsvergunning verlengd, omdat het regime van Franco officieel erkend wordt als zijnde een dictatuur.

Getuigenis van Jon

Jon kwam toe in Iparralde in 1982. De Spaanse politie had één van zijn vrienden gearresteerd, en Jon opteerde ervoor te vluchten, liever dan in de handen vallen van folteraars. Hij moest van nul af aan beginnen en vond een post als leraar, een beroep dat hij al uitoefende in Hegoalde. Op die manier dacht hij hij nieuw en normaal leven te kunnen opbouwen. Maar ook in zijn geval werd die droom vlug aan diggelen geslagen. Met de komst van GAL, voorbereid door de Spaanse politie en ondersteund door Franse functionarissen, werd het voor hem onmogelijk dit leven verder te zetten. Hij ruilde zijn vaste job om als vervanger te fungeren in de scholen. Daarbij was het bijzonder riskant om iedere morgen en avond hetzelfde parcours naar school of naar huis te nemen. Maar hij wilde van geen terugwijken weten, en ging gewoon door met onderwijzen. Meer dan eens bleef hij op school slapen om zo de risico's op aanslagen tot een minimum te beperken. "Ik had besloten een leven te leiden van dag tot dag. Als vervanger in verscheidene scholen, kon ik ook vermijden dat ik altijd hetzelfde traject moest afleggen", herinnerde hij zich.

Maar GAL was niet het enige risico!

"Wij, vluchtelingen, hadden ons voorgenomen een normaal leven in Iparralde te leiden, maar de Franse verantwoordelijken hadden beslist ons van de kaart te vegen. Na GAL waren er de massale uitwijzingen. Als iemand zich naar de onderprefectuur begaf om zijn papieren te laten vernieuwen, werd hij onderschept door de Franse politie, die hem uitleverde aan de Spaanse politie. In een korte tijdspanne werden zo 200 vluchtelingen overgeleverd in de handen van folteraars (het bad, de elektroden, de verstikking met de "bolsa"...). Talrijke vluchtelingen hebben vreselijke martelingen moeten ondergaan in de Spaanse commissariaten. De enige mogelijkheid die ons nog restte, was onderduiken bij vrienden of vluchten naar een vreemd land."

Jon moest zijn job opgeven. Hij besliste om bij een familie onder te duiken, want hij wilde niet weg uit zijn Baskenland. "Ik vond onderdak bij een familie die ik kende. Ik werd één van hen. Ik paste op de kinderen. Ik integreerde mij en paste mij aan aan hun levensstijl." Hij zou er anderhalf jaar verblijven.

Een week na het falen van de onderhandelingen te Algiers werd Jon gearresteerd en opgesloten. Hij werd veroordeeld tot een straf van 4 jaar omwille van "onwettig verblijf en vermoedelijk lid van associatie van misdadigers". Na het uitzitten van zijn straf, bleef de Franse justitie zich in hem vastbijten.

"Bij mijn vrijlating heb ik een uitleveringsbevel naar Spanje ontvangen. In 1993 kwam rechts aan de macht in Frankrijk en uiteindelijk werd de uitlevering vervangen door een "assignation à résidence" (een opgelegde toewijzing tot verblijf). Ik dacht dat deze maatregel beter was dan de uitlevering (folteren). Ik had geen benul waartoe me dit zou leiden en aanvaardde onmiddellijk."

Jon werd een dorpje toegewezen in de Creuse, op 5 uur rijden van Iparralde. Hij kende er niemand. "Voor onbepaalde duur moest ik mij aan volgende voorwaarden houden: verbod het dorp te verlaten, verbod op werk, geen sociale zekerheid en de verplichting me twee maal per week op de gendarmerie te melden." Zijn beslissing om voor de "assignation à résidence" te opteren, veranderde het sprankeltje hoop dat hij had in een nachtmerrie. Zou hij de rest van leven ver van zijn eigen land, ver van zijn familie en ver van zijn vrienden moeten leven, zonder te mogen werken? Daar bovenop kwam nog het besluit van Frankrijk om de vluchteling met "verplichte woonplaats" toch uit te wijzen.

In mei 1995 besliste een groep vluchtelingen de maatregel te doorbreken en terug te keren naar Baskenland. Jon was één van hen. Ze vonden elkaar terug aan de kathedraal van Bayonne, en engageerden zich om een informatiecampagne te lanceren, waarbij het recht op leven en werken in Baskenland werd opgeëist. Hij stapte naar de onderprefectuur om zijn situatie te regulariseren. Sommigen kregen hun papieren, anderen niet. De laatstgenoemden werden geen illegalen, maar "sans-papiers" in de ogen van de Franse autoriteiten. Het had geen enkele zin om papieren te vragen, want om te leven en te werken in Europa volstond het Europeaan te zijn. De uitlevering en de behandeling van de "sans-papiers" was in strijd met de Europese wetten, maar ze waren het "wisselgeld" in de politiek-economische akkoorden tussen Spanje en Frankrijk.