Zutik Euskal Herria

Partijpolitiek landschap in beweging na afzweren ETA-geweld

Met de ‘verklaring van Alsasua’ van vorig najaar (14 november 2009) en het manifest ‘Zutik Euskal Herria’ begin dit jaar heeft de brede achterban van het illegale ‘Batasuna’ afstand genomen van het geweld als legitieme politieke strategie. De Spaansgezinde partijen vinden dit onvoldoende en eisen een ondubbelzinnige veroordeling van het ETA-geweld. De Spaanse regering heeft nu alweer een nieuwe kieswet klaar, die het keurslijf voor independentistische partijen in Baskenland nog strakker aanhaalt. Intussen is bij de Baskische linkerzjjde een politieke hergroepering aan de gang: de gezamenlijke viering van Aberri Eguna (Dag van het Volk) met kopstukken van het illegale Batasuna en het vanouds meer gematigde Eusko Alkartasuna vormt wellicht de voorbode van een ‘soevereinistische pool'. Over een jaar, in 2011, zjjn er gemeenteraadsverkiezingen in Baskenland.

Op basis van een brede raadpleging van de achterban heeft de verboden beweging Batasuna het roer omgegooid. Geïnspireerd op het Ierse vredesproces verwijzen ze in het document ‘Zutik Euskal Herria’ naar de ‘Mitchell-prïncipes’. Volgens deze filosofie kunnen pas vredesgesprekken aangeknoopt worden van zodra alle partijen zich vooraf engageren om de wapens neer te leggen, zonder daarvoor politieke tegenprestaties te eisen. Batasuna heeft dus deze eenzijdige stap gezet naar een louter democratisch proces met afwezigheid van wapengeweld. Door het partijverbod is Batasuna nu elke vorm van vertegenwoordiging in de instellingen kwijt, zowel in de gemeenten als op het niveau van de deelstaatparlementen van de Baskische Gemeenschap en Navarra. Door het geweld af te wijzen, rekent de organisatie er vast op om opnieuw aan verkiezingen te kunnen deelnemen.

De houding van ETA zelf ten aanzien van deze nieuwe, door een meerderheid van de Batasuna-aanhang onderschreven strategie, is niet uitgeklaard. In een mededeling liet ETA weten zich aan te sluiten bij de nieuwe lijn. En verschillende historische leiders, zoals Txillardegi en Pakito steunen die. Deze laatste laat ook weten dat de politieke gevangenen erachter staan. De Spaanse partijen eisen echter een klare en heldere veroordeling van het ETA-geweld, en een eenzijdig en definitief afzweren van het geweld door ETA zelf. Voor de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken moet ETA eens en voorgoed duidelijk maken wat het wil: ‘stemmen of bommen?’ Waarop ETA meteen repliceert dat het klaar en duidelijk voor ‘stemmen’ opteert, maar dat de Spaanse regering in Baskenland een uitzonderingstoestand heeft gecreëerd door verbod uit te vaardigen tegen partijen en bewegingen, schending van burgerrechten, wreedheden tegen politieke gevangenen, ontvoeringen van burgers en clandestiene ondervragingen.

De grote vraag is of ETA zich effectief helemaal inschrijft in de nieuwe strategie. De Spaansgezinde krant “El Mundo” maakt gewag van grote verdeeldheid tussen enerzijds de aanhangers van Arnaldo Otegi, de gewezen Batasuna-leider, die thans in de gevangenis zit, maar die de grote instigator is van de nieuwe lijn, en anderzijds de huidige effectieve ETA-leiding die niet zomaar geneigd zou zijn af te zien van de gewapende strijd. “El Mundo” publiceerde de neerslag van bandopnamen van gesprekken van Otegi in de gevangenis waarin hij zich laat ontvallen (over ETA): “Ofwel schikken ze zich naar de nieuwe lijn of ze plegen zelfmoord.” Door zijn gevangenschap is Otegi echter zwaar gehandicapt. Hij kan zich niet op het terrein begeven om de nieuwe lijn op het terrein te verdedigen tegenover de achterban.

Op 16 maart 2010 raakte een ETA-commando in de omgeving van Parijs verwikkeld in een schietpartij (naar aanleiding van een poging tot autodiefstal) met de Franse politie (die de Etarra’s betrapt had). Daarbij werd een Franse politie-agent gedood. Prompt waren alle ogen gericht op Otegi en de hamvraag: hoe zou hij reageren op deze nieuwe opflakkering van ETA-geweld. Batasuna bracht een mededeling uit waarin het deze ‘zinloze dood betreurde'. Dit werd ruimschoots onvoldoende geacht door de Spaansgezinden. De Spaanse eerste minister José Zapatero noemde Otegi een ‘lafaard’, omdat hij het niet aandurfde het gebeuren te veroordelen.

Maar ook binnen de radicale Baskische linkerzijde zijn de meningen verdeeld: de legale links-nationalistische partij Aralar, die negen jaar geleden afscheurde van Batasuna was tot op heden gematigd positief over het feit dat Batasuna nu eindelijk ook in de goede richting evolueert. Maar naar aanleiding van de dood van de Franse politieagent heeft Patxi Zabaleta, partijleider van Aralar, het bericht de wereld ingestuurd dat “Batasuna van ETA moet eisen dat het de gewapende strijd opgeeft” en dat “ETA deze beslissing moet bevestigen”. Voor Zabaleta zou de komende viering van Aberri Eguna een mooie gelegenheid vormen voor een dergelijk statement.

Er staat inderdaad een grootse independentistische viering op het programma op Aberri Eguna (4 april 2010), op beide oevers van de rivier die de grens vormt tussen Hendaya (Franse staat) en Irún (Spaanse staat). Daartoe heeft een nieuw comité ‘Independentistak’ opgeroepen. Het comité wordt geschraagd door zowel kopstukken van het illegale Batasuna, van ANV als van EA (Eusko Alkartasuna). Toch wuiven de initiatiefnemers de idee van de hand dat hier een nieuwe politieke formatie, een zogenaamde ‘Soevereinistische Pool’ (Polo Soberanista) in de maak zou zijn, met de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar in zicht. ‘Dat zijn speculaties’, zo klinkt het.

Het blijft wel een feit dat een alliantie tussen EA en Batasuna voor beide partijen voordelen lijkt te hebben. Eusko Alkartasuna maakte zich bij de jongste verkiezingen los uit het verstikkend kartel met de christen-democratische PNV, maar verloor daarmee ook haast al zijn zetels. Electoraal is de partij gedecimeerd. Batasuna ambieert duidelijk om terug aan verkiezingen deel te nemen. De partij rekent erop dat dit op een of andere manier mogelijk moet zijn nu ze duidelijk afstand neemt van het geweld als politiek middel. Aangezien de partij verboden is, zou een alliantie met EA heel wat praktische problemen kunnen oplossen.

Dat het zuiver om een ‘symbolische’ gemeenschappelijke viering zou gaan, is ook voor Aralar lang niet zeker. Aralar zit in Navarra samen met EA en PNV in een kartel ‘Nafarroa Bai’, en ziet met lede ogen aan hoe de kartelpartner Batasuna staat op te vrijen. De partij dreigde er al mee dat de samenwerking in Navarra op de helling komt te staan. Aralar dat, zoals gezegd, negen jaar terug van Batasuna afsplitste, wil de boot van een hernieuwde samenwerking met Batasuna duidelijk nog afhouden tot de houding tegenover ETA helemaal duidelijk is geworden. Vandaar dat de partij niet meewerkt aan de gemeenschappelijke Aberri Eguna, en onlangs ook al verstek gaf op een betoging voor onafhankelijkheid in Iruñea.

Inmiddels heeft de spaanse regering een nieuwe kieswet klaar. Er moet kost wat kost vermeden worden dat nieuwe partijen deelnemen aan de verkiezingen op basis van verklaringen dat ze het geweld afzweren, om dan naderhand hierop terug te komen en opnieuw een stem te geven aan ETA in de deelstaatparlementen en gemeenteraden. De nieuwe wet bepaalt onder meer dat mandatarissen waarvan de partij pas na de verkiezingen illegaal verklaard wordt, uit hun ambt kunnen worden ontheven. Tot nu toe was dit niet het geval. Bij het partijverbod tegen Batasuna en later tegen EHAK en ANV, bleven de mandatarissen gewoon zitten als gemeenteraadslid of parlementslid. Het partijverbod had enkel voor gevolg dat hun fracties ambtshalve werden ontbonden en dat ze de daaraan verbonden voordelen verloren. (Dit onafgezien van eventuele strafrechtelijke gevolgen, want vele mandatarissen vlogen wel de gevangenis in, en heel wat onder hen zitten daar nog steeds).

Kortom, de demarche van Otegi en het laten varen van de geweldstrategie door Batasuna brengen de Baskische samenleving in beweging. Voorlopig liggen nog heel wat wegen open.

Bernard DAELEMANS

Bron: Meervoud nr. 154, februari-maart 2010.