Willekeur

Ik las in de krant dat familieleden in de wachtzaal van de gevangenis van Soto del Real op de Baskische politieke gevangene, Maite Díaz de Heredia, zaten te wachten. Een andere gevangene kwam zeggen dat Maite Díaz al 24 uur eerder naar het ziekenhuis was overgebracht om te bevallen! Noch de directie, noch het ziekenhuis, noch de functionarissen die de bezoeken regelen (en vaak verbieden) hadden het nodig gevonden even naar de familie te bellen!

"De Baskische politieke gevangenen Juan Antonio Madariaga, Maite Diaz de Heredia en Ixone Urzelai worden op 24 juni 2003 tegen een borg van ieder 70.000 euro vrijgelaten. Zij werden in oktober 2001, respectievelijk februari 2003, in een politieoperatie tegen Gestoras pro Amnistia en Askatasuna gearresteerd, samen met 28 anderen. Veertien van hen, Iker Zubia, Gorka Zulaika, Julen Zelarain, Jagoba Terrones, Jon Beaskoa, Ainhoa Irastorza, Julen Larrinaga, Aratz Estonba, Josu Beaumont, Juan Mari Olano, Inaki Loizaga,o Inaki Reta, Asier Virumbrales en Xabin Juaristi zitten nog steeds in 'voorarrest'."

Op 13 juni 2000 toont de krant Gara een lijst van gevangenen die volgens de Spaanse Algemene Gevangenenwet op vrije voeten zouden moeten zijn omdat ze ¾ van hun straf hebben uitgezeten. Het gaat om maar liefst 91 gevallen. Iñaki Bilbao Goikoetxea zit het langst vast in een dergelijke situatie: in 1992 had hij vrij moeten komen. Zijn vriend Iñaki Rike (*) werd de voorbije vijfde mei vrijgelaten na 17 jaar gevangenschap. Patxi Eskitxabel, JM Etxaniz, Pedro Guridi, Eugenio Irastorza, Juan Antonio Olagorta, Ernesto Alberdi, Joxean Etxebarri, Fernando Irakulis, Juan José Larrinaga en José Mari Sagardui zitten reeds of bijna 20 jaar vast. Artikel 90 van de Strafwet (Codigo Penal) stelt 3 voorwaarden voor een voorwaardelijke vrijlating (tercer grado):

  • 3/4 van de straf uitgezeten hebben.

  • goed gedrag

  • de redelijke verwachting van een sociale reclassering.

Enkel de eerste voorwaarde is in handen van de gevangene zelf. Over de anderen beslissen de penitentiaire instellingen. Maar de meeste Baskische gevangenen vallen onder de oude Strafwet.

(*) Iñaki Rike Galarza “Turrón”

Op 28 juli 2007, om halfzeven in de namiddag, stopte een lijkstoet even op 1 km van het centrum van Lezema. Van af dit punt tot aan de Plaza del Ayuntamiento werd een lijkkist op de schouders gedragen en werd de hoofdweg naar het centrum gevolgd. Alle verkeer werd opgehouden. Aan beide zijden van de weg stonden honderden sympathisanten en vrienden die een laatste eer brachten aan de overledene. Zij waren gewapend met honderden Ikurriña’s en vlaggen met het symbool van “Euskal Presoak, Euskal Herrira” (gevangenen terug naar Euskadi).

Op de Plaza del Ayuntamiento van Lezema geven 3 jongeren, naast de lijkkist, een ontroerende “Aurresku” ten beste (een oude volksdans met als doel eer te betuigen aan iemand) en de menigte zong het lied van de Baskische soldaat “Eusko Gudariak”. Nadien werd de kist in het portaal van de Casa Consistorial opgesteld, waar nog eens honderden een laatste groet kwamen brengen.

Iñaki Rike, die enkele jaren geleden vrijkwam na gedurende 18 jaar in de meest verschrikkelijke gevangenissen van Spanje doorgebracht te hebben, overleed op 27 juni 2006 nadat hij enkele weken in het ziekenhuis doorbracht, omwille van een ernstige ziekte.

Anderhalf jaar geleden had hij zijn geboortedorp, Lezama in Bizkaia, moeten verlaten omwille van de repressie. Batasuna stelt meteen dat dankzij mensen als Rike we nu een periode van hoop meemaken. In zijn dorp verzamelen zich meteen een honderdtal personen. Het is nu wachten tot het lijk wordt vrijgegeven. Op 28 juli 2007 volgt er een hommage en daarna zal de Spaanse beul oordelen of het om een “verheerlijking van het terrorisme” ging…

De overlijdensberichten van Rike nemen 2/3de van een krantenpagina in Gara in beslag.

Op 20-21 februari 2003, 's nachts', klopten eens te meer Spaanse conquistadores op Baskische deuren. Op bevel van magistraat Juan del Olmo deden driehonderd (!) leden van de Guardia Civil een inval bij de Baskische krant "Euskaldunon Egunkaria" (Baskischtalige krant), de enige die uitsluitend in het Euskara schrijft. Behalve de zetels van Andoain, Iruña, Bilbo en Gasteiz werden er ook nog bijna 20 woningen doorzocht. Er was geen directe aanleiding en Del Olmo wachtte niet eens op het resultaat van de huiszoeking. Hij sloot meteen de kantoren want de krant "verspreidde het terroristisch ideeëngoed en wel met de hulp van de taal 'Euskara'!" Tien directieleden werden meegenomen en in afzondering geplaatst. De website van de krant werd meteen afgesloten. In de loop van de middag verspreidde het Minister van Binnenlandse Zaken een nota waarin hij één van de arrestanten als "tussenpersoon tussen de krant en ETA" noemde. Volgens de minister stond de terroristische organisatie aan de wieg van "Egunkaria" en stelde ze zelfs de directie aan. Nooit waren er geruchten in verband met terroristische "activiteiten". Egunkaria werd veel gematigder dan Gara genoemd. In hun krant kwamen ook "tegenstanders" aan het woord. De hoofdredacteur werd dan wel ooit, samen met de hoofdredactrice van Gara, door magistraat Garzón (een door sommigen opgehemelde, door anderen verguisde mediageile rechter) opgepakt en in Madrid ondervraagd, maar toen ging het enkel om een interview met een ETA-leider dat nooit werd gepubliceerd... en deze niet-publicatie was verdacht. In Spanje konden ze de Baskische krant niet lezen en de vraag mag gesteld worden of Egunkaria werd gestraft wegens het spreken van de Baskische taal? Zo was het onder de Francodictatuur en zo leek het nu opnieuw, onder het regime Aznar. Wie zich buiten het vanuit Madrid gedecreteerde "eenheidsdenken" begeeft, kan zich in Spanje aan een schaamteloze vrijheidsberoving verwachten.

(Overgenomen uit "Meervoud", nr.85, maart 2003).

Op 18-02-2004 lees ik dat Diego Ibarra, een week tevoren in Bidart (Frans-Baskenland) werd aangehouden en overgebracht werd naar de gevangenis van Fresnes (Parijs). In de woning van Ibarra werd informatie gevonden over de organisatie Askatasuna (Vrijheid) en dit is, volgens de rechter "een bewijs dat Ibarra voor Askatasuna werkt". Askatasuna trekt zich het lot van de repressieslachtoffers aan en werd daarom in Spanje verboden. Maar Ibarra werd aangehouden in Frankrijk en daar is Askatasuna niet buiten de wet gesteld. Ibarra werd dus opgesloten, hoewel er geen strafbare feiten gepleegd werden!

Op 26-02-2004 lees ik dat het aanklagen van de gevangenenspreiding (waarover Van Boven het had) een "terroristische bedreiging" is. De Magistraat van het Hooggerechtshof roept twee burgers uit Pamplona op om gehoord te worden in een zaak van "terroristische bedreigingen". Na het verongelukken van Sara Fernández (op weg naar een gevangenenbezoek) hadden zij kaarten verstuurd waarin ze "de gevangenenspreiding" aanklaagden als oorzaak van de dood van Fernández. Dat is een terroristische bedreiging!!!

Op 17-03-2004 lees ik: In Arrasate-Mondragón werd Enrique Letona eergisteren opgepakt door de Guardia Civil. Hij was met een verhuis bezig en agenten in burger "vergezelden" hem naar huis. Letona, 42 jaar oud, werd in oktober 1987 in zijn huis in Zuberoa (Noord-Baskenland) gearresteerd en kort daarop aan Spanje uitgeleverd. Van de 16 jaren die hij daarop in gevangenis doorbracht, verbleef hij er 13 in Múrcia, op 800 kilometer van huis en dat kostte zijn familie een fortuin aan vervoerskosten en overnachtingen. Op 16 mei van het voorbije jaar werd hij vrijgelaten. Twee maanden later, op 31 juli 2003, werd hij opgepakt terwijl hij aan het joggen was. Vanuit het spontane protest ontstond het platform "Bilgunea" waar zelfs de PNV bij aansloot (en dan moet de ergernis groot zijn!) "Er moest namelijk onderzocht worden of Letona wel zijn volledige straf uitzat", was de officiële reden. Dit onderzoek duurde tot in december, bijna een half jaar! Na betaling kwam Enrique Letona op borgtocht vrij. Tot eergisteren!

Gisteren werd Letona vrijgelaten na het betalen van een borgsom van €12.000. Hij zal opnieuw moeten verschijnen in een zaak uit 1981 waarbij in Bilbao een aanslag gepleegd werd op twee wagens van de Guardia Civil.

Op 21.04.2005 gebeurt het volgende. Karlos Apeztegia, Baskisch politiek gevangene uit Pamplona, zit gevangen in Huelva (in de Zuidoosthoek van Spanje, aan de Golf van Cadíz en aan de Portugese grens), op 1.000 km afstand van zijn familie. Op 30 december van het voorbije jaar belde hij naar huis en het gesprek gebeurde in de daartoe verplichte taal, die echter niet de moedertaal van Apeztegia is… Op het einde van de conversatie wisselde Apeztegia ook nog enkele woorden met zijn dochtertje van 3 jaar. Dit gebeurde in de enige taal die het kind "beheerst", het Euskara. Op 3-jarige leeftijd zal het niet veel meer geweest zijn dan "Zer moduz" "Hoe is het" en "musu bat" "een kusje". Maar hiermee overtrad Karlos Apeztegia de regels en hiervoor werd hij gestraft met 7 weekends in de isolatiecel. Als gevolg hiervan zal Apeztegia 7 weekends geen bezoek mogen ontvangen van vrienden en familieleden die tijdens de week niet kunnen komen omdat er dan hard moeten werken om af en toe de reis van 2 x 1000 km af te leggen en minstens één nacht verblijf in een hotel te betalen. Wie hiertegen protesteert wordt terrorist genoemd door de democraten die dit soort straffen uitspreekt en zitten te wachten tot Apeztegia zelfmoord pleegt.

We doen wat we willen

Op het ogenblik dat de veroordeling en de strafmaat uitgesproken is, kunnen bijkomende straffen opgelegd worden, vaak uitgevonden door gevangenisdirecties. Zo mocht de echtgenote van Bixente Goikoetxea niet "met een derde familielid" op bezoek komen. Dit betekende dat hun toenmalig, vierjarig dochtertje niet op bezoek mocht komen!

Een familielid van een Baskische gevangene kon op 16 januari 2004 onverricht ter zake terugkeren van het geplande bezoek in de gevangenis van Soria, omdat de detector niet ophield te piepen. Eerst zou het de ritssluiting van de broek zijn, daarna het gespje van de bh. Toen ook deze verwijderd was piepte de detector nog steeds. Uiteindelijk, in slipje en (aangereikte) kamerjas, bleef de detector piepen en ging het bezoek niet door.

De maand ervoor overleed de vader van de Baskische politieke gevangene, Alberto Arribas, zonder dat deze afscheid van hem had kunnen nemen. Nadat in november een hersentumor was geconstateerd en de levensverwachtingen op 4 maanden werd geschat had Arribas meteen zijn tijdelijke overbrenging naar de gevangenis van Martutene (Donostia) aangevraagd, zoals dat de gewoonte is. In januari ontving Arribas het bericht dat zijn verzoek geweigerd was. Zijn vader was toen al overleden!

Wie tegen dergelijke pesterijen protesteert wordt terrorist genoemd. Wie dergelijke maatregelen neemt noemt zichzelf "democraat"!

"Met Baskische gevangenen kunnen we doen wat we willen" verklaarde een cipier eens.

BARRIO SESAMO

SESAMSTRAAT

Het penitentiaire systeem uitgelegd aan kinderen

Verbazing alom als Jose Angel Altzuguren, “Kotto” op 22 oktober 2005, zonder voorafgaand bericht, opnieuw opgesloten wordt in de gevangenis van Iruñea-Pamplona, en een week later versleept wordt naar de gevangenis van Soria. Reden van de nieuwe opsluiting: een vroegere gevangenisstraf van 7 jaar moet volledig uitgezeten worden. Niettegenstaande zijn hulpbehoevendheid (hij was depressief, je zou voor minder, en had medische hulp nodig). Het uitblijven van die medische hulp is hem fataal geworden op 31 oktober 2005. Hij had zich verhangen in zijn cel aan de pijpleidingen van de centrale verwarming.

Cartoon van Tasio in Gara

>>>>>>>>