Eli Gallastegi "Gudari"

Eli Gallastegi Uriarte "Gudari" (op de foto hierboven, rechts geknield: met een paar medestanders van Juventud Vasca) was militant van de "Juventud Vasca". Hij werd geboren in Bilbo in juli 1892 en stierf in Donibane Lohizone (Saint Jean de Luz) op 25 januari 1974.

Van jongs af aan, student Euskara en militant "Juventud Vasca", begon hij artikels te publiceren over het nationalisme van Arana. Op twintigjarige leeftijd werd hij secretaris van Luis Arana, toenmalig president van de PNV. In 1916, naar aanleiding van de Paasopstand in Ierland, begonnen de eerste wrijvingen met de directie van de PNV, voornamelijk met Engracio Aranzadi "Kizkitza", die zich gunstig opstelde ten voordele van de Britse lijn. Samen met nog andere meningsverschillen was dit de oorzaak van de splitsing van de PNV in 1921. De "Comuniόn Nacionalista" was voorstander van een pro-Spaanse autonomie in samenhang met Madrid, terwijl "Aberri" voor de onafhankelijkheid koos. In de krant Aberri (zelfde naam als de partij) schreef hij heel wat artikels over de Ierse opstand. Hij stelde in 1922 ook de oprichting voor van "Emakume Abertzale Batza", een vrouwenafdeling binnen de PNV, naar analogie met het Ierse "Cumann na mBan". "Emakume Abertzale Batza" werd tijdens de dictatuur van Primo de Rivera verboden en in 1931 terug opgericht.

In september 1923 maakte hij deel uit van de Baskische delegatie van de Triple Alianza (*) die samengekomen was te Barcelona om het akkoord met Galliciers en Catalanen te ondertekenen. Tijdens de plechtigheid werden zij verrast door de proclamatie van de militaire dictatuur van Primo de Rivera.

(*) De Triple Alianza is een convergentie van Baskisch, Catalaanse en Galicische organisaties in 1923 die zich onder de leuze "No somos Españoles" (Wij zijn geen Spanjaarden) verenigden. De basis was een radicale streven naar onafhankelijkheid en de statuten werden op 12 september 1923 getekend.

Op 3 mei 1925 werd zijn vrijgezellenavond gevierd te Artxanda in aanwezigheid van ongeveer 500 genodigden. De avond liep uit op een acte van nationalistische bevestiging, voorgezeten door de peter van het toekomstige bruidspaar, Luis Arana y Goiri, de broer van Sabino Arana. Gallastegi maakte van de gelegenheid gebruik om in een discours te fulmineren tegen de militaire dictatuur. Gewapend met pistolen viel de politie binnen en Gallastegi nam de benen naar Hendaya in Iparralde om een gevangenisstraf van 12 jaar te ontwijken. Hij werd door de Consejo de Guerra (Krijgsraad) bij verstek veroordeeld wat de terugkeer naar Hegoalde bemoeilijkte.

In Iparralde, meer bepaald te Donibane Lohitzune (Saint Jean de Luz), richtte hij het Comité Pro-Independencia Vasca (Baskisch Pro-Onafhankelijkheidsfront) op en verleende zijn medewerking aan de “Liga de Naciones Oprimidas” (Liga van de onderdrukte volkeren).

In 1926 toen zijn eerste kind 8 maanden was, verhuisde hij met zijn familie naar Amerika, eerst New York en in januari 1927 naar Mexico. Hij installeerde zich te Torreon waar hij zich volledig toelegde aan de zaak van de vrijheid voor Euskadi. Hij realiseerde een volkstelling van de daar verblijvende Basken en breidde dat uit tot andere Amerikaanse republieken. Er mag dus gesteld worden dat hij een van de eerste was die zich bekommerde om de Baskische emigratie naar Amerika. Hij richtte het tijdschrift “Patria Vasca” op dat hij gratis verspreidde aan de Basken in Amerika en aan officiële instanties: consulaten, bibliotheken, universiteiten, enz.

Als gevolg van de algemene amnestie keerde hij in 1931 terug naar Euskadi, met vrouw en intussen 3 kinderen. Ten aanzien van de betrachting van de Republiek om uitgebreide autonomie toe te kennen aan de diverse regio's tonde hij zich sereen, maar werkte niet mee omdat hij dit een degeneratie van het Baskische nationalisme vond (autonomie is geen zelfbeschikking). Hij verwierp zelfs tot twee maal toe het voorstel van PNV om hem afgevaardigde te maken in de Cortes en aanvaardde ook geen functies meer in de partij. Deel uitmakend van de "Federación de Escuelas Vascas"” (Federatie van Baskische scholen) wijdde hij zich totaal aan het basisonderwijs,

Op 11 september 1931 organiseerde hij de eerste hongerstaking uit de geschiedenis van het Baskische nationalisme, samen met 14 met gezellen. De hongerstaling was een protest tegen de behandeling van Baskische gevangenen. Hij werd gearresteerd en opgesloten in de gevangenis van Larrínaga.

In 1932 lag hij aan de grondslag van de eerste Aberri Eguna. Aberri Eguna of de dag van het Baskische vaderland (nationale feestdag) werd voor het eerst, onder impuls van Eli Gallestegi en Luis Arana Goiri, gehouden op paaszondag 25 maart 1932.

De aanleiding was tweeledig: het was de 50ste verjaardag van de breuk met het Carlisme door de gebroeders Arana en het begin van het Baskisch nationalisme, door hen uitgetekend, en ze spiegelden zich aan de Paasopstand van de Ieren..

In 1932 verzamelden zich in Bilbao onverwacht een paar tienduizend abertzales met vertoon van veel Ikurriña's. De manifestatie eindigde aan het Sabin Etxea (het huis van Sabino Arana). Op 17 september van datzelfde jaar 1932 verscheen dan het weekblad “Jagi-Jagi” met Eli Gallestegi als mede-oprichter en voornaamste ideoloog.

In 1933 kwam het tot een dialectische woordenwisseling tussen Gallestegi en Ceferino de Jemein “Amandarro”, een van de leidende figuren binnen de PNV. Gallestegi stelde voor om het autonomiestatuut te verwerpen en de bundeling van alle nationalistische krachten in een “ Frente por la Independencia” (Front voor Onafhankelijkheid) te overwegen. Dat zelfde jaar publiceerde hij ook zijn boek: “Por la Libertad Vasca”, waarin hij zijn artikels die in de krant “Aberri” publiceerde, gebundeld had. Het boek werd uitgegeven door de uitgeverij “Txalaparta” (ISBN 84-86597-71-4)

In 1935 verliet hij totaal gedesillusioneerd de PNV. Hij kon zich geenszins aansluiten bij de strategie van de autonomie die de partij wilde doordrukken. In 1936, bij het uitbreken van de burgeroorlog, positioneerde hij zich tegen een interventie van Euskadi in een oorlog die de zijne niet was. Hij steunde dan ook met alle macht de campagne van Luis Arana en Cándido Saseta die het conflict wilden ombuigen in een strijd voor een onafhankelijk Euskal Herria. Een paar dagen voor de val van Bilbao werd hij naar Iparralde geëvacueerd en van daar uit naar Ierland waar hij tot 1958 verbleef. Hij was er werkzaam in een houtbedrijf. Dan keerde hij terug naar Iparralde er om zijn laatste jaren door te brengen.

Ter gelegenheid van Aberri Eguna 2010 gaf “Ahaztuak1936-1977” een boek uit:

“Jagi-Jagi. Historia del Independentismo Vasco”

Jagi-Jagi

Zij leefden niet van het volk, maar dienden het. Zij leefden niet van de politie, maar deden aan politiek. Zij streefden geen hoofdrol na, maar vrijheid.

Op 17 september 1932 zag een nieuw abertzale-weekblad, “Jagi-Jagi”, het levenslicht. In de korte tijdspanne dat het weekblad verscheen, onderscheiden wij twee periodes:

1. Van 17 september 1932 tot 27 januari 1934

Tijdens die periode vervulde het weekblad een voortrekkersrol in de onafhankelijkheidgedachte, maar steeds onder de vleugels van de PNV. De partijdiscipline haalde het op de creativieit.

2. Van 5 mei 1934 tot juli 1936

Tijdens de tweede periode kregen ze meer editoriale vrijheid en verdedigden zij een meer humaan en open Abertzalismo (patriottisme). Zij verwijderden zich verder en verder van de gedachten van Sabino Arana.

Het weekblad wierp zich op als voorvechter tegen de repressie, manifesteerden in hun blad de solidariteit met de Baskische politieke gevangenen en familie en informeerden over solidariteitscampagnes. Het gevolg was censuur, boetes en gevangenisstraf. Iedere zaterdag, de dag van verschijnen, imponeerde een grote politiemacht de omgeving van de Gran Via 46, om het vertek en de distributie van een nieuw nummer te verhinderen.

Op een bepaald moment zaten zoveel activisten in de gevangenis van Larrinaga dat er gesproken werd van de grote batzoki (dat is een verzamellokaal voor PNV-ser) van Larrinaga.

De oorsprong van “Jagi-Jagi” valt te situeren begin de jaren 30, en de naam is onlosmakelijk verbonden met de “Mendigoizales”. De organisatie “Euzko Mendogoizale” is ontstaan in 1904 na de dood van Sabina Arana. De naam betekent alpinist en is een neologisme bedacht door de Baskische schrijver Ebaristo Bustintza “ Kirikiño”. De bergsport die gepromoot werd door de PNV lokte enorm veel jongeren aan, die van de uitstappen in de bergen gebruik maakten om hun gedachtengoed te verspreiden.

De tweede periode is voortgevloeid uit de afscheiding van de PNV die de Jagistas (de beweging rondom het weekblad) te staatsbehoudend vond, dit in tegenstelling tot hun separatisch gedachtengoed. Onder impuls van Eli Gallastegi kreeg de beweging meer en meer vorm. Andere militanten van het eerste uur waren: Angel Agirretxe, Cándido Arregi, Manuel de la Sota, Fidel Rotaetxe, Trifón Etxebarria, Jordán de Zárate, Adolfo Larrañaga, Lezo de Urreztieta en Agustin Zumalabe.