Joxe Domingo Aizpurua "Pitxas”

In dienst van de politieke gevangenen

Tijdens de maanden januari en februari van het jaar 2008 heeft de Spaanse staat tientallen bestemmingen gewijzigd betreffende Baskische politieke gevangenen. Geen enkele gevangene werd naar Euskal Herria gerepatrieerd. Integendeel, 9 politieke gevangenen die wel in gevangenissen in Euskal Herria verbleven, werden buiten hun geboorteland, ver weg van huis, gedropt. Ook de Franse staat bleef niet achterwege. De Baskische politieke gevangene Joxe Domingo Aizpurua, die aan kanker lijdt, werd geïsoleerd en opgesloten in de gevangenis van Perpignan, waar geen enkele andere Baskische gevangene verblijft.

Begin de jaren 90 werd Joxe Domingo Aizpurua gearresteerd op verdenking van verantwoordelijke te zijn voor het ETA-apparaat, dat instond voor de opvang van vluchtelingen in Frankrijk. Hij werd veroordeeld voor medewerking aan een gewapende organisatie. In 1994 had Joxe Domingo Aizpurua er zijn straf van 4 jaar bijna opzitten. Hij keek dan ook verlangend uit naar de laatste weken dat hij in de Franse gevangenis van Fleury-Merogis zou vertoeven en bereidde zich geestelijk voor op zijn vrijlating.

Toen de einddatum in zicht kwam, arresteerde de Franse politie hem opnieuw, terwijl hij zich nog in de gevangenis bevond (wat tegen de wet is), en men leverde hem over aan de Guardia Civil te Irún. Die bewuste dag in 1994, om 08:45u in de morgen, hij zal het zich voor de rest van leven herinneren, werd hij in een politiecombi van de Guardia Civil gegooid en de lijdensweg kon beginnen. Hij werd verscheidene dagen aan één stuk door gefolterd, zowel in Donostia-San Sebastián als in Madrid, en werd gedurende 14 dagen opgesloten in een isoleercel. Na verhoord te zijn voor de Audiencia Nacional, zonder bijstand van een advocaat, werd hij uiteindelijk vrijgelaten zonder borgtocht. Hij keerde naar zijn geboortedorp Usurbil (Gipuzkoa) terug, waar hem een warme ontvangst te beurt viel in een feestelijke sfeer, met een grote menigte sympathisanten.

Het is genoegzaam bekend dat men personen kan opsluiten, maar ideeën niet. Joxe Domingo Aizpurua bleef trouw aan zijn idealen.

Hij werd op 21 maart 2003 opnieuw gearresteerd in Frankrijk, te Cheraute (dichtbij Mauléon). Volgens de aanklacht bekleedde hij een heel belangrijke functie in de organisatie "H-ALBOKA" (Hormak Apurtuz Laster Borrokalariak Kalera: als we de muren doen instorten, zullen onze strijders vlug op straat zijn). Dit gegeven zou afkomstig geweest zijn uit documentatie dat teruggevonden werd in een appartement te Oloron-Sainte-Marie, dat door Aizpurua, samen met Joxe Manuel Ugartemendia en Iratxe Sorzabal bewoond werd begin 2003. Hij werd tot 6 jaar cel veroordeeld.

"H-ALBOKA"

Hormak Apurtuz Laster Borrokalariak Kalera

Als we de muren doen instorten, zullen onze strijders vlug op straat staan

Alboka (vanaf nu gebruiken wij die term) was een substructuur van de MLNV-Movimiento de Liberación Nacional Vasco (Baskische Nationale Bevrijdingsbeweging) die in 2002 de substructuur “Aparato de Makos” (afdeling die zich bezighield met wat er in de gevangenissen gebeurde) had vervangen. Het doel van Alboka bestond er in een overzicht te bewaren over de opgesloten activisten, de omstandigheden van de arrestaties nagaan, de acties (b.v. hongerstakingen) die in de gevangenis plaatsvonden te ondersteunen, het bijhouden van getuigenissen van foltering, de levensomstandigheden in de diverse gevangenissen in kaart brengen, materiele en logistieke hulp voorzien bij geplande ontsnappingen en de opvang van vrijgelaten politieke gevangenen. Er is sprake van een netwerk, “Txanpa” genoemd, dat zich specifiek met die opvang bezighoudt. Kortom, de bedoeling is via uitwisseling van gegevens (“cantadas” genoemd) andere activisten waarschuwen en de nodige aanbevelingen bezorgen.

Het zal niemand verwonderen dat Baskenjager en magistraat Baltasar Garzón de organisatie Alboka als een belangrijke structuur van de gewapende en terroristische organisatie ETA, beschouwde. Garzón is de stelling: “Todo es ETA” (Alles is ETA) altijd hardnekkig en tegen beter weten in blijven verdedigen. In schril contrast daarmee staat de stelling van een andere magistraat van de uitzonderingsrechtbank, Audiencia Nacional. Magistraat Santiago Pedraz oordeelde dat het “Frente of Aparato de Makos” geïntegreerd was in de MLNV-Movimiento de Liberación Nacional Vasco (Baskische Nationale Bevrijdingsbeweging), en dat ook deze organisatie niet kon beschouwd worden als “gewapend of terroristisch”.

Drie jaar later werd bij Joxe Domingo Aizpurua kanker vastgesteld en werd hij, op basis van een medisch rapport, in voorlopige vrijheid gesteld op 14 maart 2006.

Na 18 maanden kreeg de Franse Gendarmerie, op 6 september 2007, de opdracht Joxe Domingo Aizpurua opnieuw te arresteren. De voorzitster van het tribunaal, Anne-Marie Beauguion, verklaarde aan hem dat zij de voorwaardelijke vrijheid niet langer kon handhaven, omdat zijn volledige straf nog niet uitgezeten was. De volledige straf betekent hier 2/3 van de opgelegde straf van 6 jaar, of 4 jaar. Aangezien hij na 3 jaar voorlopig vrijkwam wegens een ernstige ziekte, rest hem nu dus nog ongeveer 1 jaar cel. Een zware dobber voor de intussen 54-jarige militant uit Usurbil. Zijn advocate, Yolanda Molina, verklaarde voor het tribunaal dat, afgezien van een paar bijwerkingen van de ziekte, hij misschien wel genezen kan verklaard worden, maar dat het toch niet aan te raden was hem terug op te sluiten, gelet op zijn toestand. Hij had twee chirurgische ingrepen moeten ondergaan en een chemotherapiekuur moeten volgen die pas eind november 2005 beëindigd werd. Als gevolg van zijn ernstige ziekte heeft hij wel zijn idealen niet afgezworen, maar hij is nu wel bereid om op een andere manier te strijden. Hij is trouwens niet op de vlucht geslagen, toen hij vernam dat hij terug moest opgesloten worden.

Het mocht niet zijn. Het vonnis werd na 40 minuten geveld, en bovenop het resterende jaar dat hij nog moet uitzweten, komt het definitieve verbod om zich, na zijn vrijlating, op Frans grondgebied te bevinden.