Bisschop Don Antonio Añoveros Ataún
de Spaanse Helder Camara
De doodstrijd en het gereutel van het Franquisme werden stilaan zichtbaar en hoorbaar, toen zich de zaak “El Caso Añoveros” voordeed. Een zaak die hopen inkt heeft doen vloeien en heel de biografie van deze uitzonderlijke bisschop overschaduwde. Hij was parochiepriester te Tafalla (Navarra), kapelaan aan het front tijdens de burgeroorlog, spiritueel directeur voor seminaristen, gelegeerde voor de Acción Católica te Málaga, hulpbisschop van kardinaal Ángel Herrera in dezelfde provincie, gedurende 9 jaar assistent-bisschop van de Cádiz en Ceuta waar hij gekleineerd werd en opzij gezet werd als residentieel bisschop, om ten slotte in 1971 naar het moeilijkste bisdom van Spanje, in het bijzonder Bilbao, te worden gestuurd.
Kardinaal Vicente Enrique y Tarancón
24 oktober 1987
Op 78-jarige leeftijd overleed Antonio Añoveros, bisschop van Bilbao tussen 1972 en 1978, in de kliniek Virgen Blanca om 5.30u in de morgen. Hij was er sinds 16 oktober 1987 opgenomen met zware ademhalingsproblemen.
Añoveros leed sinds 1975 aan diverse aandoeningen, waardoor hij zich 3 jaar later verplicht zag zijn ontslag als titularis van het bisdom Bizkaia in te dienen. In 1974 ontketende hij de grootste crisis ooit tussen de katholieke kerk en het Francoregime, in zoverre dat de regering van Franco hem uit Spanje wilde uitwijzen.
24 februari 1974
Antonio Añoveros Ataún is in Pamplona geboren op 13 juni 1909. Hij studeerde Burgerlijk recht aan de universiteit van Zaragoza en werd 29 juli 1933 priester. Gedurende de burgeroorlog was hij kapelaan op diverse fronten en bij het einde van die oorlog werd hij kanunnik cantor van de kathedraal van Málaga en rector van het seminarie in het zelfde bisdom benoemd. In 1952 werd hij er hulpbisschop en 13 jaar later in 1965 verhuisde hij naar het bisdom Cádiz en Ceuta als hulpbisschop.
In 1971 werd benoemd tot hij bisschop van Bilbao. Op zondag 24 februari 1974, 18 dagen nadat de toenmalige president van de regering, Carlos Arias Navarro, in de Cortes het zogenoemde “Espíritu del 12 de febrero” lanceerde (zie verder), schreef Añoveros de homilie: “El cristianismo, mensaje de salvación para los pueblos”.
En, naast andere onderwerpen, werd letterlijk volgende tekst voorgelezen:
"El pueblo vasco, lo mismo que los demás pueblos del Estado español, tiene el derecho de conservar su propia identidad, cultivando y desarrollando su patrimonio espiritual sin perjuicio de un saludable intercambio con los pueblos circunvecinos, dentro de una organización sociopolítica que reconozca su justa libertad ... El Estado ha de estar al servicio de las personas y de los pueblos y ha de respetar sinceramente el pluralismo social y cultural...”
“Het Baskische volk heeft, net zoals de andere volkeren in de Spaanse staat, het recht de eigen identiteit te bewaren, door middel van het cultiveren en het ontwikkelen van het spirituele patrimonium, zonder daarbij schade toe te brengen aan de nuttige uitwisseling met de omringende volkeren, binnen een socio-politieke organisatie die een billijke en rechtvaardige vrijheid erkent…De Staat moet ten dienste staan van de personen en van de volkeren en moet het sociale en culturele pluralisme respecteren…”
Huisarrest
Añoveros verklaarde dat ze hem met geweld in het vliegtuig zouden moeten stoppen.
Op 25 september 1978 bood Antonio Añoveros zijn ontslag aan als bisschop Bilbao als gevolg van zijn gezondheidstoestand en trok zich terug in een residentie van monniken te Bilbao, El Refugio genoemd.
El Caso Añoveros
Gedurende bijna 40 jaar heeft het regime van Franco zijn identiteit gebaseerd op een fervent ultrakatholicisme, van waaruit, zo wordt gezegd, de principes van de totalitaire fascistische ideologie zijn voortgekomen. Om dat aan te tonen, wordt verwezen naar de eerste momenten van de staatsgreep op de Republikeinse regering. De rebellie en de daaruit voortvloeiende burgeroorlog werd door de Spaanse katholieke kerk bestempeld als “Cruzada”, kruistocht. Met deze houding maakte de katholieke kerk zich moreel medeplichtig, of althans moreel medeverantwoordelijk, aan de repressie uitgeoefend op honderdduizenden Spanjaarden en Basken. Maar dit thema hoort thuis in een andere studie.
Dit verbijsterend huwelijk (Kerk-Fascisme), dat beide partijen zo dicht bij elkaar bracht, kende begin 1974 een zware crisis. Hoewel het dictatoriale regime van Franco sinds 1939 in essentie ongewijzigd was gebleven, kunnen wij dat niet zeggen van de Spaanse Kerk. Het 2de Vaticaanse Concilie, dat afgerond werd in 1965, had de basis gelegd voor een “nieuwe Katholieke Kerk”, meer gericht op de sociale basis en met nieuwe concepten aangepast aan de tijd. In Spanje werd dat vertaald in een duidelijke afstandelijkheid ten aanzien van de Franquistische ideologie, voornamelijk in Baskenland en Catalunya. In de grote steden bood de kerk bescherming voor politieke en syndicale semiclandestiene bijeenkomsten door ze te camoufleren als katholieke groepen. Maar in Euskadi gingen de priesters veel verder: zij verleenden logistieke steun en bescherming aan het verzet van ETA. Zowel in Euskadi als in Catalunya sympathiseerden veel priesters openlijk met de nationalistische gevoelens in beide regio’s. In deze context moet de homilie (februari 1974) van de bisschop van Bilbao, Antonio Añoveros, begrepen worden:
Na deze uitspraak begon de aarde onder de voeten van de Caudillo en zijn ministers te beven. De nieuwe president van de regering Arias Navarro (na de aanslag op Carrero Blanco op 20 december 1973 naar voren geschoven), die pas enkele dagen voordien een discours (het zogenoemde “Espíritu del 12 de febrero“ *) in de Cortes had gehouden, zag zich verplicht om met de meeste stelligheid te reageren op deze nooit eerder gehoorde toonaard door de bisschop. Hij beval zijn onmiddellijke aanhouding (huisarrest) en verordende de uitwijzing uit Spanje.
Maar de president van de Conferencia Episcopal, kardinaal Vicente Enrique y Tarancón, liet dit niet zo maar op zijn beloop. Hij dreigde met een vernietigende excommunicatie voor alle leden van de regering, zich baserend op het “Concordato con la Santa Sede” (*), concordaat van de Heilige Stoel van 1953.
“El espíritu 12 de febrero” was een programma met als voorwerp een schuchtere, eigenlijke niet bestaande, hervorming. Een kleine stap naar meer openheid (apertura), maar onderworpen aan de meest strikte lijn van het Francoregime. De aanleiding was de Anjerrevolutie in Portugal. Arias Navarra beoogde met zijn plan een nieuw statuut voor verenigingen, die allesbehalve een vrijheid van verenigen inhield, en in se niets veranderde. Wie een politieke vereniging wilde oprichten moest minimum 250.000 leden tellen en vertegenwoordigd zijn in 15 provincies. De verenigingen moesten compatibel zijn met de principes van de Movimento Nacional (de fascistische leer van Franco). De enige groep die voordeel konden putten uit het nieuwe statuut was de Falange.
Het plan bleef beperkt tot het in het vooruitzicht stellen van verkiezingen, naast de benoemingen van burgemeesters en lokale hoge functionarissen door de regering. Het aantal te verkiezen volksvertegenwoordigers werd opgetrokken van 17% tot ongeveer 35%. De verticale syndicaten (aanleunend bij de regering) met meer macht. Er werd de mogelijkheid geschapen om politieke associaties op te richten, geen politieke partijen! Veel was het dus niet en op de koop toe werden de voorstellen in de volgende 2 jaar getemperd door wat “El Búnker” genoemd werd, een groep bevolkt met eigenwijze franquisten, die streefden naar een versteviging van de eenheid, en die tegen om het even welke klasse van sociale of politieke
El búnker
Het is moeilijk om een definitie van “El búnker” te geven. Is het een formatie die zich verzet tegen verandering en tegen sociale innovatie? Is het een formatie die de permanente affirmatie van de Franquistische waarden wil betonneren? Is het een formatie die een pure verdediging van het conglomeraat van dominante belangen op het oog heeft?
Het was minimaal in ieder geval een formatie die de verdediging op zich nam van, zoals zij het noemen, “de Moeder, de Heilige Kerk”; de “verheerlijking van de liefde voor Spanje”; de “bezorgdheid om de permanente waarden”.
Een búnker-dirigente, gevormd door titularissen met grote belangen, die een gevaar zien in de evoluties. Een soort macro-búnker, geïnstitutionaliseerd, en bestaande uit 300 bankiers uit de haute-finance, 1000 families van grootgrondbezitters (latifundistas, terratenientes), een paar 10-tallen prelaten van de Kerk, 200 adellijke families van de aristocratie, politici en intellectuelen. Een paar namen:
· de bankiers Botín, Villalonga, Castells, Rodés, Lladó, Gonzalo…
· de ondernemers Oriol, Huarte, Valls, Barrié…
· de politici Don Blas Piñar López, Don Manuel Fraga Iribarne, Don Antonio María de Oriol y Urquijo, Don Torcuato Fernández Miranda…
· de kerkelijke prelaten Monseigneur Guerra Campos, Monseigneur Escrivá de Balaguer (stichter Opus Dei)…
· de drie López van Opus Dei-leden López Rodó, López Bravo, López de Letona
· de intellectuel Fernández de la Mora, essayist en politicus.
Een búnker die terreur zaait, boekhandels in brand steekt, aanslagen pleegt. Het is de búnker van de Guerrilleros de Cristo Rey en Grupos de Acción Sindicalista.
Een búnker-massa, gevormd door meelopers, nuttige idioten, goed voor voetvolk bij pro-Franco-betogingen.
(*) Concordato con la Santa Sede
1953
Het Concordaat van 1953 bevestigde de confessionaliteit van de Spaanse Staat en de totale (allesoverheersende) erkenning van de Katholieke Kerk. De katholieke religie werd als enige religie aanvaard in de Spaanse staat. Op de Katholieke Kerk kon geen censuur van toepassing zijn en groepen zoals de “Acción Católica”, de katholieke actie, konden vrijuit over het hele grondgebied ageren. De clerus en de religieuzen werden vrijgesteld van militaire dienst. Elk jaar voorzag de Staat in een adequate toelage. De kerk werd vrijgesteld van allerhande staats- en lokale belastingen. De staat kende volledige burgerlijke rechtskracht toe aan huwelijken (Matrimonio Canónico) afgesloten volgens het Canonieke Recht. In alle onderwijs- en opvoedingscentra, van welke graad dan ook, van welke afkomst dan ook, moest het onderricht verlopen volgens de dogma’s en de moraal van de Kerk. De staat garandeerde het verplichte onderricht in de katholieke leer. Ook in het leger werd de geestelijke bijstand uitsluitend toevertrouwd aan de katholieke kerk. Caudillo Franco kreeg het voorrecht om bisschoppen voor te stellen (met vetorecht). Met andere woorden, de kerk kreeg van de Spaanse staat een cheque aan toonder.
Het “Concordato de 1953” bleef, met uitzondering van 14 dagen crisis in 1974, van kracht tot aan de Spaanse Grondwet 1978, waarbij er opnieuw een scheiding tussen kerk en staat werd ingevoerd.
Voor de regering Navarro werd de dreiging met excommunicatie een onoplosbaar probleem, aangezien die regering van het toenmalige regime ijzersterk gebaseerd was op de principes van de nationaal-katholieke moraal en er zich politiek gezien geen dergelijke brutale breuk kon voordoen met één van de pilaren die dit regime ondersteunde. Arias Navarro wist dat, en bovenal Franco, die overal de hand in had, wist dat ook.
Uiteindelijk werd het vliegtuig, dat al een paar dagen op de luchthaven van Bilbao klaarstond om Añoveros het land uit te wijzen naar Rome, teruggehaald en de “obispo rebelde”, de rebelerende bisschop werd enkele dagen onder huisarrest geplaatst tot de storm zou zijn overgewaaid. Tijdens zijn huisarrest kreeg hij ontzettend veel steunbezoeken van priesters en andere personaliteiten. Al die tijd bewaarde kardinaal Tarancón het excommunicatiebevel tegen een van de laatste regeringen van Franco in een kist
Bron: El Diario Vasco van 13 juni 2009
13 juni 1909 – 13 juni 2009: Het eeuwfeest van een lastige bisschop
Op een dag zoals vandaag, 13 juni, maar dan exact 100 jaar geleden werd bisschop Antonio Añoveros geboren, een weinig conflictueus temperament, wat in zichzelf gekeerd omwille van zijn speciale apostolische missie als spirituele gids, die zonder het te pretenderen, hoewel niet volledig onbewust, de grootste crisis uitlokte tussen de Katholieke Kerk en het op sterven na liggende Francoregime.
De bijnaam “de Spaanse Hélder Cámara” kreeg hij voor zijn permanente inzet voor de economische en sociale problemen van de minstbedeelden. Dat bleek heel duidelijk uit zijn herderlijke boodschappen. Al die jaren besteedde hij speciale aandacht aan de armen en aan de verdrukten. Hij was Andaluziër met de Andaluziërs, en toen hij overgeplaatst werd naar het bisdom van Bilbao drong de dramatische toestand van het Baskische volk tot hem door en werd hij Bask (wat hij al was, want geboren in Pamplona) onder de Basken. Hij leerde zijn homilieën uit het hoofd om ze in het Euskara te kunnen voordragen, want hij sprak geen Euskara. Vrienden vertaalden de Spaanse teksten. Op 24 februari 1974 ontketende de bisschop dan een hevige storm met zijn intussen beroemde homilie: “El Cristianismo, Mensaje de Salvación para los pueblo”, die in het merendeel van de kerken werd voorgelezen. Dat voorval wekte danige beroering op zodat de regering de inhoud bestempelde als een oordeel tegen de eenheid van de Spaanse Staat, een voor hen heilig principe. Zij parkeerden een vliegtuig op het vliegveld van Sondika om Añoveros naar Rome uit te wijzen. De weigering van bisschop Añoveros en zijn vicaris-generaal José Ángel de Ubieta om zich zo maar te laten uitwijzen, leverde hen een huisarrest van verscheidene dagen op.
De crisis werd uiteindelijke opgelost door de volhardende houding van het Spaanse episcopaat, onder leiding van voorzitter aartsbisschop Tarancón, en door de weigering van paus Paulus VI om op de eisen van de Spaanse autoriteiten in te gaan.
In 1977, ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van zijn episcopaat in Bilbao, werd bisschop Añoveros door paus Paulus VI benoemd tot assistent bij de “Solio Pontificio”, de Prefectuur voor de Pauselijke Huishouding. Een jaar later in 1978 werd hij door een hartcrisis getroffen. Omwille van zijn zwakke gezondheid, hij leed ook aan arteriosclerose en de ziekte van Parkinson, diende hij zijn ontslag in dat in december 1978 door de paus aanvaard werd. Bisschop Añoveros werd opgevolgd door bisschop Juan María Uriarte (De Baskische kerk) die in april 1981, samen met de bisschoppen van Gipuzkoa en Araba een nota publiceerde met zware kritiek op de politieke toestand in Baskenland. Dit zorgde opnieuw voor een hevige storm in de relaties tussen Kerk en Staat.
Bisschop Añoveros had zich toen al uit het publieke teruggetrokken. Er werd hem een woonst aangeboden in Pamplona, maar de bevolking van Bizkaia eisten dat hij niet uit Bilbao zou vertrekken. Dat raakte hem danig dat hij zich in een residentie van monniken te Bilbao terugtrok, “El Refugio” genaamd.
In 1985 werd Antonio Añoveros getroffen door een hersenbloeding en zijn gezondheidstoestand ging zienderogen achteruit. Op 24 oktober 1987 overleed de “lastige bisschop”. Gedurende 24 uur dat zijn lichaam werd opgebaard, kwamen duizenden en duizenden hem een laatste groet brengen.
Bron: El Diario Vasco van 13 juni 2009