De auteur van deze dialoog is ons niet bekend.
Toneel: Jongen - Meisje
Jongen: Dus, het is uit?
Meisje: Het spijt me.
Jongen: Oh nee, het spijt je niet.
Meisje: Jawel, het spijt me.
Jongen: Oh nee, daarvoor ken ik je te goed.
Meisje: Jij kent me helemaal niet!
Jongen: Beter dan je denkt.
Meisje: Denk jij!
Jongen: Denk ik inderdaad, ja!
Meisje: En hoe goed ken je mij dan wel, denk je?
Jongen: Goed genoeg om te weten dat het je niet spijt.
Meisje: Dat wat me niet spijt?
Jongen: Wel, dat het uit is.
Meisje: O zo, dat denk jij dus.
Jongen: Ja, dat denk ik! Wat had je dan gedacht dat ik dacht?
Meisje: Weet ik toch niet, daarvoor ken ik je niet goed genoeg.
Jongen: Oh? Jij kent me niet? Waarom maak je het dan uit?
Meisje: Omdat jij me niet kent. Dat zei ik trouwens al.
Jongen: Oh ja?
Meisje: Ja!
Jongen en meisje: Maar dat heb je niet gehoord, hoor!
Maar dat heb je niet gehoord zeker?
Jongen: Eigenlijk kennen wij elkaar niet, denk ik.
Meisje: Dat klopt. Denk ik.
Jongen: Zeg… Misschien moeten we het dan helemaal niet uitmaken…
Meisje: Misschien niet, nee…
Jongen: Misschien kunnen we het nog beter even aan laten…
Ik bedoel tot we …
Meisje: Tot we wat?
Jongen: Wel… tot we elkaar beter leren kennen!
Meisje: Mmm… Tot we elkaar beter leren kennen?
Jongen: Ja!
Meisje: Mmm, misschien wel ja…
Jongen: En dan als we elkaar beter kennen…
Meisje: Dan kunnen we ’t nog altijd uitmaken!
Jongen: Euh… Tjah… Ja, dan zeker?
Meisje: Oké! Afgesproken!
Jongen: Héhé.
Meisje: Zeg schat…?
Jongen: Ja, bolleke?
Meisje: Het speet me wel echt, hoor.
Jongen: Wanneer?
Meisje: Wel daarnet, toen het uit was.
Jongen: Dat geloof ik echt niet.
Meisje: Echt!
Jongen: Nee, nee. Dat geloof ik niet.
Meisje: Oh nee. Waarom dan niet?
Jongen: Daarvoor ken ik je te goed.
Meisje: Maar jij kent mij helemaal niet!
Jongen: Oh, jawel.
Meisje: Maar nee! Verdomme, dat is toch altijd hetzelfde met jou!
Hoelang zijn we nu al samen?
Jongen: Euh… één minuut?
Meisje: En na al die tijd ken jij mij nog niet!
Dat is toch niet te geloven!
Jongen: Maar bolleke…
Meisje: Ha! Mannen!
Jongen: Maar, zoeteke, luister nu toch eens. Ik…
Meisje: Ik, ik en nog eens ik!
Dat is al wat ze kennen!
En ze doen niet eens de moeite om een meisje te leren kennen.
Jongen: Kom nu, schatje!
Meisje: Niks schatje! Niks zoeteke of bolleke!
Ik maak het uit! Nu! Meteen!
Jongen: Euh… en spijt het je?
Meisje: Nee, het spijt me niet! Verdomme nee!
Jongen: Zie je wel? Ik wist het!
Meisje: En wat wist je dan wel?
Jongen: Wel, dat het je niet spijt!
Meisje: Och, ik maak er geen woorden meer aan vuil!
Salut!