Een woordje uitleg
Om minuten voor aan te duiden
op een analoge staat de grote wijzer altijd TUSSEN 6 en 12.
op een digitale klok liggen de laatste 2 cijfers altijd TUSSEN 30 en 60.
Een voorbeeld
Analoog
(met wijzers)
Digitaal
(met cijfers)
Ik lees de tijd.
(met woorden)
Ik schrijf de tijd.
(met cijfers)
03:41
Het is 19 voor 3
03:41
Om jou te helpen bij het leren van 'minuten voor', krijg je hier online oefeningen.
Je oefent dus zelf zo veel en zo vaak als je maar wil.
Veel succes wensen juf Eline en meester Frank jou graag toe.