Wablieft?
Wat? Een beetje uitleg...
Een visgraatdiagram...
lijkt op het skelet van een vis:
in het midden loopt een dikke rechte lijn (de ruggengraat), en daar steken schuin meerdere kleinere lijnen (de graten) uit.
Op de ruggengraat staat het hoofdonderwerp of het probleem.
Op elke graat schrijf je een oorzaak, een idee of een factor die te maken heeft met het hoofdonderwerp.
Soms worden de graten ook weer verder onderverdeeld in kleinere "graatjes" met extra uitleg of details.
Waarom? Wat is het belang van een schematisch voorstelling als visgraatdiagram?
Een visgraatdiagram...
geeft een duidelijk overzicht: Je ziet meteen welke factoren bijdragen aan het probleem of onderwerp.
helpt bij het onderzoeken naar oorzaken onderzoeken:
Het helpt je goed na te denken over alle verschillende kanten van een onderwerp.
biedt structuur: Je leert informatie logisch ordenen.
helpt om een probleem op te lossen: Je ziet sneller waar de moeilijkheden liggen en waar oplossingen mogelijk zijn.
is een manier om visueel te leren: Het is een visuele manier van werken, het maakt leren leuker en makkelijker.
Maak zeker eens gebruik van een visgraatdiagram!
Twee voorbeelden van het schema 'visgraatdiagram'
Contractwerk
Je krijgt hier twee teksten om aan te pakken met het schema van een visgraatdiagram!
Het is maandagochtend. Je wekker rinkelt veel te vroeg. Je probeert je ogen open te krijgen, maar je bed voelt zo lekker warm. Je denkt meteen: "Help, het wordt een lastige dag."
Wanneer je dan eindelijk op school bent, lijkt alles mis te gaan. Je vergeet je huiswerk. Je vriend of vriendin is wat kortaf. De les wiskunde lijkt moeilijker dan ooit. En tijdens de middagpauze laat je ook nog eens je boterhammen vallen. Je vraagt je af: waarom is deze dag zo moeilijk?
Eigenlijk zijn er veel verschillende dingen die samen kunnen zorgen voor een moeilijke schooldag.
Slaap:
Misschien heb je de avond ervoor te laat op je tablet gezeten. Of je lag lang wakker omdat je piekerde over een toets. Zonder genoeg slaap werkt je hoofd minder goed mee. Je wordt sneller boos, je bent minder geconcentreerd en je vergeet sneller dingen.
Eten en drinken:
Misschien ben je zonder ontbijt vertrokken. Je maag rommelt al vanaf het eerste lesuur. Met een lege maag kan je lichaam niet goed werken. En als je te weinig water drinkt, krijg je hoofdpijn.
Schoolwerk:
Soms zijn de lessen gewoon moeilijk. Of je hebt een taak of toets waar je je zorgen over maakt. Als je achterloopt met je huiswerk, voelt het alsof je steeds verder achterop raakt. Dat geeft stress.
Vrienden en klasgenoten:
Soms heb je ruzie met iemand. Of je voelt je even buitengesloten. Of iemand maakt een vervelende opmerking. Vriendschappen zijn heel belangrijk op school. Als daar iets misloopt, voel je dat heel sterk.
Omgeving:
Misschien is het lawaai in de klas, of stoort iemand je constant. Of je zit ergens waar je het bord niet goed kan zien. Soms kan zelfs het weer invloed hebben: regenachtige dagen kunnen je humeur beïnvloeden.
Emoties en gedachten:
Soms zit je hoofd vol met gedachten. Je maakt je zorgen over dingen thuis of je voelt je verdrietig zonder dat je precies weet waarom. Die gevoelens neem je mee naar school.
Als je al deze dingen samen bekijkt, begrijp je beter waarom sommige schooldagen zo lastig voelen. Maar dat betekent ook dat er veel dingen zijn die je kunt aanpakken.
Voldoende slapen, gezond eten, goed plannen, praten met vrienden, hulp vragen aan de leerkracht, bewegen, ontspannen en je gevoelens delen. Het zijn allemaal manieren om moeilijke dagen beter te maken.
Zo zie je dat één probleem vaak uit veel kleine stukjes bestaat.
Waarom zitten kinderen zoveel achter een scherm?
Elke dag na school zie je het opnieuw: kinderen die meteen hun tablet, smartphone of computer erbij nemen. Sommigen gamen urenlang, anderen scrollen eindeloos door filmpjes op TikTok of YouTube. Maar waarom gebeurt dit eigenlijk? En wat zijn de gevolgen?
Veel kinderen vinden schermen gewoon leuk. Games zijn spannend, filmpjes grappig, en sociale media geven het gevoel dat je erbij hoort. Maar er is meer aan de hand. Soms is het buiten gewoon niet aantrekkelijk. Het regent, er zijn geen veilige speelplekken, of er is niemand om mee te spelen. Dan lijkt een scherm de beste optie.
Ook ouders spelen een rol. Ze zijn vaak druk met werk, huishouden of andere taken. Daardoor letten ze minder op hoeveel tijd hun kinderen online doorbrengen. Sommige ouders stellen geen duidelijke regels op. “Zolang je je huiswerk maakt, mag je gamen,” zeggen ze. Maar wat als het huiswerk snel-snel wordt afgewerkt, zodat er meer tijd overblijft voor het scherm?
Vrienden hebben ook invloed. Als je klasgenoten allemaal een bepaalde game spelen, wil jij dat ook. Je wilt meepraten, meedoen, erbij horen. En soms doen kinderen mee aan online challenges, die niet altijd veilig zijn. De druk om mee te doen is groot.
Op school gebruiken kinderen ook schermen. Er zijn digitale lessen, online huiswerkplatforms en educatieve apps. Dat is handig, maar het zorgt er ook voor dat schermtijd ‘normaal’ wordt. Kinderen leren dat schermen bij leren horen, maar ze gebruiken ze ook voor ontspanning. De grens vervaagt.
Bovendien zijn schermen altijd beschikbaar. Je hoeft niet te wachten tot het programma begint, zoals vroeger op tv. Alles is on demand. Dat maakt het verleidelijk om steeds opnieuw te kijken, te klikken, te spelen.
Wat kunnen we daaraan doen? Meer buitenspelen zou helpen. Maar dan moeten er veilige, leuke plekken zijn. Sportclubs kunnen kinderen motiveren om actief te zijn. Ouders kunnen duidelijke afspraken maken over schermtijd. Bijvoorbeeld: maximaal één uur per dag, en eerst huiswerk en beweging.
Ook scholen kunnen helpen. Door af te wisselen tussen digitale en fysieke activiteiten. Door kinderen te leren hoe ze schermen bewust gebruiken. En door gesprekken te voeren over online gedrag.
Kinderen zelf kunnen ook keuzes maken. Ze kunnen afspreken met vrienden om samen buiten te spelen. Ze kunnen een hobby zoeken die niets met schermen te maken heeft. En ze kunnen leren om ‘nee’ te zeggen tegen online druk.
Schermtijd is niet per se slecht. Maar te veel schermtijd kan leiden tot minder beweging, slechtere slaap, en minder sociale contacten. Daarom is het belangrijk om er bewust mee om te gaan.
Tijdens het contractwerk zal je een werkblad krijgen met verschillende opdrachten (***) om te werken rond en met visgraatdiagrammen.
Je krijgt hiervoor twee teksten teksten die je kan lezen en / of beluisteren:
Waarom zijn sommige schooldagen zo lastig? (opdracht 1, 2 en 5)
en
Waarom zitten kinderen zoveel achter een scherm? (opdracht 3 en 4).
Opdracht 1*:
Je hebt de tekst over ‘Waarom zijn sommige schooldagen zo lastig?’ gelezen / beluisterd? Knap van jou. Je krijgt nu een schematische voorstelling van een visgraatdiagram die jij dient te vervolledigen. Om jou te helpen krijg je de kernwoorden op het werkblad.
Opdracht 2**:
We breiden nu het schema (visgraatdiagram) verder uit. Per kernwoord (opdracht 1) dien je nu telkens twee oorzaken te noteren (bij de kleine pijltjes).
Opdracht 3***:
Je hebt de tekst over ’Waarom zitten kinderen zoveel achter een scherm?’ gelezen / beluisterd? Super van jou. Jij dient nu het visgraatdiagram te vervolledigen met kernwoorden.
Opdracht 4**:
Als je opdracht 3 goed hebt uitgevoerd, dan ben je meteen ook klaar om deze opdracht te maken. Probeer maar! In het grote Venndiagram dien je nu een aantal dieren op de juiste plaats te zetten.
Je weet nu wat een visgraatdiagram is. Als je opdracht 3 goed hebt uitgevoerd, dan ben je meteen ook klaar om deze opdracht te maken. Probeer maar! Bij elk kernwoord in het schema zie je nog twee pijltjes staan. Noteer hier telkens twee weetjes. Je dient zelf op zoek te gaan in de tekst welke weetjes hier passen...
Opdracht 5*:
We hebben allemaal wel eens een lastige dag. Wat doe jij / zou jij allemaal doen om zo’n baaldag aan te pakken?
Juf Ann, meester Ruben en meester Frank wensen jou veel succes toe bij het leren leren!