De dag van de vlinders

Enkele moeilijke woorden

De woordjes beluisteren.

Enkele afbeeldingen

Wat betekent...?

violet
Een kleur die paars lijkt.

vlinders
Kleine insecten met grote, mooie vleugels die kunnen vliegen.

hemelblauw
De kleur van de lucht overdag.

sterrenlucht
De lucht ’s nachts met veel sterren erin.

lastig
Iets wat moeilijk is of waar je problemen mee hebt.

gegleden
Iets dat uit je handen of van een plek is weggeschoven.

voetballen
Het spel waarbij je een bal met je voeten tegen een doel probeert te schieten.

show
Een optreden of voorstelling waar mensen naar kijken.

knuffelbeest
Een zacht speelgoeddiertje waar je mee kunt knuffelen.

liefdesbrief
Een brief waarin je aan iemand schrijft dat je van die persoon houdt.

paleis
Een groot en mooi huis voor een koning, koningin of prinses.

hartjes
Tekens of symbolen die liefde laten zien.

Leestekst beluisteren en lezen. 

Vraagjes beantwoorden.

Leestekst

De dag van de vlinders

Lina liep door de tuin met haar knuffelbeest in haar armen. Het was een zachte beer met hartjes op zijn buik. Plots zag ze iets moois: een grote groep vlinders! Ze waren geel, rood, en zelfs violet.

“Wat een show!” riep Lina. De vlinders dansten in de lucht. Eén vlinder gleed langs haar neus. Ze moest lachen.

Lina keek omhoog. De lucht was hemelblauw. Ze dacht aan de sterrenlucht van gisteren. Toen had ze een liefdesbrief geschreven aan haar geheime vriendje in de klas. Ze had hem verstopt in haar boekentas.

“Vandaag wordt lastig,” zuchtte Lina. Ze moest nog voetballen tegen de jongens. Die waren snel en sterk. Maar Lina was slim. Ze had een plan. Lina wist dat ze niet de snelste was. Maar ze kon goed nadenken. Haar plan was simpel: ze zou doen alsof ze de bal naar links trapte, maar dan snel naar rechts draaien. Zo zou ze de jongens verrassen. Ze had dit geoefend met haar broer in de tuin.

Tijdens de wedstrijd werkte haar plan! De jongens dachten dat ze naar links ging, maar Lina draaide snel naar rechts en scoorde een doelpunt. Iedereen juichte.

Na de wedstrijd ging ze naar huis. In haar kamer stond haar paleis van kussens en dekens. Daar voelde ze zich veilig. Ze kroop erin met haar beer en dacht aan de vlinders.