Tip vóór je begint te lezen...
Alvorens de tekst te lezen (en / of te beluisteren), is het aangewezen om eerst
de uitleg over sommige woorden uit de tekst te begrijpen
en
de verschillende afbeeldingen aandachtig te bekijken.
Juf Ann, meester Ruben en meester Frank wensen jou graag alle succes toe en ... bovenal heel veel leesplezier.
Om de tekst te beluisteren...
(*)
Wat?
Een ridder is een soort soldaat in de middeleeuwen. De ridder stond in dienst van bijvoorbeeld een koning of een hertog. Ridders leefden in kastelen waar ze de bewoners moesten beschermen tegen vijandelijke aanvallen.
Wie?
Om een ridder te worden moest je een man zijn en uit een adellijke familie komen. Dit kwam omdat ridder zijn heel duur was. Je moest jouw eigen uitrusting zelf betalen. Veel geld hebben was dus belangrijk om ridder te worden, maar je kon ook ridder worden als je veel land had. Land gaf veel aanzien en bracht geld op.
Hoe?
Om ridder te worden moest je zo vroeg mogelijk met je opleiding beginnen.
Vanaf een jaar of zeven werd je als page naar een ander kasteel gestuurd om te helpen in de keuken. Je leerde er ook goede manieren. Op de binnenplaats van een kasteel leerde een soldaat de jongens vechten met stukken hout of botte wapens. Daarnaast diende de page ook lessen te volgen. Een priester gaf hem onderricht in lezen, schrijven, geschiedenis en godsdienst.
Als je veertien jaar oud was, werd je een schildknaap. Dit hield in dat je een ridder moest helpen met de voorbereiding op het gevecht (de strijd) en aan zijn zijde mee moest vechten. Je moest het paard van de ridder verzorgen, zijn wapenuitrusting poetsen en repareren. Als je dat allemaal kon mocht je mee op een veldslag.
Na vier jaar schildknaap te zijn geweest en als jij jouw moed had bewezen op het slagveld , dan pas mocht je ridder worden. Hiervoor moest de schildknaap een wit gewaad aan doen. Vervolgens moest hij de hele nacht bidden in een kapel. Dit heette dan de nachtwake.
‘s Morgens ging je dan naar de kerk en daar werd je tot ridder geslagen!
Wat voor regels en plichten had de ridder?
Volgens de riddereed moest een ridder dapper zijn en zich inzetten voor armen, weduwen en wezen. Plunderen was verboden. De ridders voerden de 5 onderstaande waarden hoog in het schild:
Eer,
kracht en moed,
trouw,
vrijgevigheid en
eerlijkheid.
Ondanks die mooie beloften toonden veel ridders weinig genade bij een veldslag. Het was vaak een strijd op leven en … dood.
Zijn (wapen)uitrusting
Als een ridder in een strijd was, droeg die een wapenuitrusting van staal, soms woog deze wel 25 kg! De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die waren gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes. Onder een maliënkolder droegen ze een wambuis. Dit was een soort vest wat de meeste klappen van slagwapens opving. Ridders droegen ook verschillende wapens voor de strijd. Het bekendste wapen wat een ridder bij zich had, was het zwaard. Daarnaast kon een ridder ook een dolk, bijl, knots of strijdvlegel meenemen.
Voor de verdediging droeg elke ridder een schild. Op zijn schild hadden ze een familiewapen staan, dat wordt ook wel heraldiek genoemd. Zo kon een ridder in een strijd herkennen wie bij wie hoorde.
(**)
Wat deden de ridders?
Oorlog voeren was de belangrijkste bezigheid van de ridders. De ridders vielen kastelen en steden aan. Bij een belegering konden ridders uit twee dingen kiezen. De eerste was het kasteel omsingelen en afsluiten om zo de vijanden uit te laten hongeren. De andere manier was bruut geweld, door het kasteel dus aan te vallen. Er werd hierbij dan gebruik gemaakt van katapulten, stormrammen en belegeringstorens.
Als de ridders niet hoefden te vechten, deden ze mee aan toernooien. In het begin werden toernooien alleen gehouden om te trainen voor de oorlog. Later werd er een heel spektakel van gemaakt. Er waren verschillende soorten toernooien. Het bekendste soort is wel het steekspel. In zo'n steekspel reden ridders te paard op elkaar af met een lans. Naast al het vechten, hadden ridders nog andere taken. Zo moesten ze ook het landgoed van hun familie beheren, bevelen geven aan de boeren die er werkten, belasting innen, de boeren beschermen en onderlinge ruzies oplossen.
(***)
Wist je dat…?
Ridders deden vaak mee met de jacht en gebruikten dan een kruisboog of een handboog. Een pijl die werd afgevuurd door zo’n handboog, kon wel 300 meter ver komen!
Jeanne d'Arc, een Franse heldin, was legeraanvoerder in de vijftiende eeuw en vocht met succes tegen de Engelsen. Ze werd valselijk beschuldigd van hekserij en ketterij. Jeanne stierf op 19 jarige leeftijd op de brandstapel.
Ridders gingen op kruistocht. De kruistochten waren gewapende tochten die in de middeleeuwen werden gehouden om het Heilige Land Palestina, en in het bijzonder Jeruzalem, te "bevrijden" van de Islamitische Turken, zodat pelgrims weer veilig naar het Beloofde Land konden gaan. Er zijn in totaal 9 kruistochten geweest.
Enkele begrippen uit de leestekst...
middeleeuwen
= periode tussen het jaar 500 en het jaar 1500
kasteel
= groot, middeleeuws gebouw met dikke muren en torens, een slot, een burcht
adellijk
= van adel, afkomstig uit de hogere stand of rang
page
= jongen die in dienst was van een ridder of een adellijk persoon, die overigens vaak zelf van hogere afkomst was en door zijn meester opgeleid werd voor zijn latere hogere positie; dienaar van een ridder
botte wapens
= niet meer scherp
schildknaap
= knaap die onder leiding en in dienst van een ridder zorg droeg voor diens wapenuitrusting en paard en daarbij zijn opleiding tot krijgsman kreeg, schilddrager
repareren
= (iets dat kapot is) herstellen of maken, weer in orde brengen
kapel
= klein gebouw of ruimte in een kerk dat dient als bidruimte
nachtwake
= het waken en wacht houden gedurende de nacht
vrijgevigheid
= gulheid, goedgeefsheid
genade
= situatie dat God of iemand anders je je verdiende straf niet geeft, gratie, kwijtschelding van straf
maliënkolder
= ‘hemd’ gemaakt van ijzeren ringetjes, harnas, een middeleeuwse wapenrusting dat bestaat uit in elkaar gesmede of geklonken metalen ringetjes
wambuis
= gewatteerd vest, een vest vaak gemaakt van linnen met een opvulling van wol, katoen en haren, dat het lichaam van de hals tot op het middel bedekt
zwaard
= ijzeren wapen in de vorm van een stevig, lang mes
dolk
= kort wapen met een scherpe punt, kort steekwapen in de vorm van een stevig mes
knots
= een stok met een dikker uiteinde
strijdvlegel
= een slagwapen, wapens die bestaan uit een kort handvat waar aan het einde, door middel van een ketting twee of meer gepantserde ballen, een korte gepantserde staaf of een houten staaf waaraan ijzeren punten zijn bevestigd.
lans
= lang, dun steekwapen met een metalen punt, zoals onder andere gebruikt door ruiters en ridders en bij steekspelen
schild
= plaat die men aan zijn arm draagt om zich tegen aanvallen te beschermen
heraldiek
= wapenkunde
= de gewoonte om wapenuitrustingen van ridders te versieren de wetenschap die zich bezighoudt met de wapenkunde, kennis van wapenschilden
katapult
= een wapen dat gebruikt wordt om projectielen weg te schieten / te slingeren.
stormram
= een toestel, balk, stootblok, e.d. om de poort van een vesting open te beuken
toernooi
= wedstrijd waarbij uiteindelijk één deelnemer de winnaar wordt
steekspel
= een spel waarbij twee ridders elkaar met lansen trachtten uit het zadel te werpen
belasting innen
= (geld) ontvangen, incasseren
kruisboog
= een wapen waarmee korte pijlen kunnen worden afgeschoten
kruistocht
= (in de middeleeuwen) tocht van christelijke soldaten uit Europa om Jeruzalem te bevrijden van de islamieten
= Legers die vanuit christelijke gebieden in Europa van de 11e tot de 13e eeuw naar Palestina reisden om daar de bedevaartsplaatsen te heroveren op de moslims.
Enkele afbeeldingen ter verduidelijking...
Van page
naar schildknaap
tot ridder (geslagen worden)
Ridder in volle uitrusting
Wambuis
Maliënkolder
Ridders met lans op een toernooi
Wapenschild
Verschillende wapens van de ridder: kruisboog, strijdvlegel, pijl en boog
Stormram
Belegeringstoren
Met een katapult wordt een kasteel bestookt.
Katapult
Jeanne d'Arc
De verschillende Kruistochten naar het Beloofde Land