Een woordje uitleg
Een dag bestaat uit 24 uur.
Op een analoge klok (met wijzers) zie je slechts 12 uur.
Daarom dient deze klok twee keer volledig rond te draaien. (2 x 12 = 24)
Een voorbeeld
Welk moment van de dag?
Analoog
(met wijzers)
Digitaal
(met cijfers)
Ik lees de tijd.
(met woorden)
Ik schrijf de tijd.
(met cijfers)
Het is nacht.
03:41
Het is 19 voor 3.
03:41
Het is ochtend.
07:56
Het is 4 voor 8.
07:56
Het is middag.
12:09
Het is 9 voor 12.
12:09
Het is avond.
21:40
Het is 20 voor 10.
21:40
Om jou te helpen bij het leren van 'de 24 uren per dag', krijg je hier online oefeningen.
Je oefent dus zelf zo veel en zo vaak als je maar wil.
Veel succes wensen juf Eline en meester Frank jou graag toe.