Om de tekst te beluisteren...
(*)
Het menselijk lichaam
Het menselijk lichaam bestaat uit ongeveer 100.000 miljard cellen. Elke cel heeft zijn eigen functie en vorm. Cellen met dezelfde taak zitten in groepen bij elkaar en noemen we weefsels. Zo maken de spiercellen spierweefsel. De botweefselcellen maken sterke botten. En de bindweefselcellen vormen het bindweefsel. Het bindweefsel beschermt de organen in je lichaam.
De organen
Groepen weefsels met verschillende taken vormen organen. Het hart is een orgaan met veel spierweefsel. Het hart is een spier zo groot als je vuist. Het zorgt samen met de bloedvaten voor de bloeddoorstroming in je lichaam. Andere organen in je lichaam zijn je longen, waarmee je ademhaalt. Je hersenen waarmee je denkt en voelt. Je maag en darmen zijn de organen die belangrijke stoffen uit je eten halen en doorgeven naar alle delen van je lichaam. Je huid is het grootste orgaan van je lichaam dat alle cellen bij elkaar houdt en zorgt dat er geen vuil in je lichaam komt.
Het skelet
Al je botten bij elkaar noemen we je skelet. Je skelet zorgt ervoor dat je rechtop kan staan en zitten en dat je niet als een hoopje in elkaar zakt. Je botten worden bij elkaar gehouden door spieren en pezen. Botten, spieren en pezen samen zorgen ervoor dat je kan bewegen. In je hoofd zitten ook botten, dat noemen we je schedel. Die beschermt je hersenen en ook bijvoorbeeld je ogen.
(**)
De zenuwen
Dan heb je ook nog zenuwcellen in je lichaam. Je zenuwstelsel loopt door heel je lichaam heen. Je kan er mee voelen of je pijn hebt en waar je pijn hebt. Maar ook kan je er mee voelen hoe iets voelt als je het aanraakt. Strijk maar eens met je vinger over je trui. Je voelt hoe je trui voelt, dat komt door de zenuwcellen in je vingertoppen.
(***)
Het hart
Het hart is een holle spier met een gewicht van ongeveer 300 gram. Je hart is ongeveer zo groot als een gebalde vuist. Het hart heeft als taak het bloed in beweging te houden door middel van ritmische bewegingen.
Het hart en de bloedvaten samen vormen de bloedsomloop. De vorm van het hart lijkt op een kegel die op zijn kant ligt.
Je hart ligt in de borstholte, tussen de longen. Het hart ligt iets meer naar links. De binnenkant van je hart bestaat uit een dunne laag weefsel en een laag spieren. De spieren doen het werk van het hart.
Het hart wordt aan de buitenkant goed vastgehouden door het hartzakje. Deze zorgt ervoor dat het hart niet verplaatst of uitrekt.
Binnen in zit een tussenschot, het hart heeft een linkerhartkamer en een rechterhartkamer. Elke hartkamer wordt dan weer verdeeld in een boezem. Een linkerboezem en een rechterboezem. Het hart trekt tot 70 keer per minuut samen en perst daarmee elke keer ongeveer 75 milliliter bloed uit de longen, naar de linkerhartkamer en vervolgens naar de aorta, de aorta is je belangrijkste ader.
Wist je dat er per dag zich 7500 liter bloed verplaatst?
Enkele afbeeldingen ter verduidelijking...
Soorten cellen in ons lichaam
Van cel naar weefsel tot orgaan(stelsel)
Onze organen
Ons skelet
Allemaal zenuw(banen) van kop tot teen!
De locatie van ons hart
Ons hart (= de motor van ons lichaam) in stukjes