Er zijn 3 verschillende manieren om het onderwerp te vinden.
Als je wie of wat voor de persoonsvorm zet, is het antwoord op de vraag het onderwerp.
Als je de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud verandert, verandert het onderwerp ook.
Als je de zin vragend (ja-neevraag) maakt met de persoonsvorm vooraan, komt het onderwerp meteen achter de persoonsvorm.
Hieronder zie je van elke manier een voorbeeld. Het onderwerp is groen gemarkeerd. De persoonsvorm is blauw gemarkeerd.
Hadia eet een appel. - Wie eet een appel? - Antwoord: Hadia
Het meisje eet een appel. - De meisjes eten een appel.
De vrolijke kinderen eten een appel. - Eten de vrolijke kinderen een appel?