Hallo, ik ben Guus Kuijer.
Ik werd geboren in Amsterdam (Nederland) op 1 augustus 1942.
Wist je dat ik eens een keer ben blijven zitten op de basisschool? Maar dan weet je nog niet alles... Ik ben ook nog eens blijven zitten in het secundair. Daarom werd ik naar een internaat gestuurd. Dus, ik moest een ganse week op school blijven... en er ook slapen. Als ik mag eerlijk zijn, vond ik dit eigenlijk de ergste tijd van mijn leven.
Na het internaat volgde ik een opleiding tot onderwijzer. Van 1967 tot 1973 werd ik onderwijzer in Didam.
Vanaf 1973 heb ik me helemaal gericht op het schrijven van boeken. In 1975 verscheen mijn allereerste kinderboek: Met de poppen gooien.
Wist je dat ik dit boek heb geschreven voor 'echte' Madelief? Het dochtertje van vrienden heette zo. Dat boek werd meteen een succes en Ik heb er zelf een prijs mee gewonnen: de Gouden Griffel.
Uiteindelijk heb ik vijf Madelief-boeken geschreven: Met de poppen gooien * Grote mensen, daar kan je beter soep van koken * Op je kop in de prullenbak * Krassen in het tafelblad * Een hoofd vol macaroni.
Het grote boek van Madelief bundelt vijf verhalen / boeken over het onverwoestbare meisje Madelief, geschreven door Guus Kuijer.
Hier is een beknopte samenvatting over de vele avonturen van Madelief:
Verhuizing naar een nieuwe buurt: Madelief verhuist naar een buurt in een andere stad waar bijna geen andere kinderen wonen. Haar enige gezelschap is Robbie de Rover, die zich heeft verschanst in een dichtgetimmerd huis.
Meester Cowboy: Madelief krijgt een nieuwe meester op school, die zo gek doet dat de kinderen hem “meester Cowboy” noemen.
Oma’s moeilijke leven: Na het overlijden van haar oma gaat Madelief bij opa logeren. Door veel met hem te praten, begint ze te begrijpen wat voor moeilijk leven oma heeft gehad.
De groep van gekke Eddie: Madelief bespioneert de groep van gekke Eddie omdat Tom dat wil. Dit leidt tot ongelukken, maar ze vindt Tom zo tof!
Opdracht (contractwerk):
Lees het fragment ‘Madelief schrijft een brief’ uit het ‘Grote boek van Madelief’. Probeer je het allemaal voor te stellen... Misschien is het goed dat je het nog eens leest!
Na het lezen dien jezelf het vervolg van dit verhaal te schrijven. Je zal zien dat er op 't einde van het fragment ??? staan.
Stel jezelf de volgende vragen:
Hoe gaat het verhaal verder? Hoe loopt het af? Wat denk je dat Madelief schrijft? Wat zou jij schrijven?
Schrijf jouw versie eerst op een (klad)blaadje. Overlees je alles nog eens?
Daarna noteer je jouw verhaaleinde in een e-mail en stuur je dit naar juf / meester. Alvorens jouw berichtje te versturen is het aangeraden om alles nog eens te overlezen.
Als iedereen zijn/haar brief geschreven / ge-e-maild / voorgelezen heeft, dan krijg je het echte slot van het verhaal te horen.
“Vandaag wordt er hard gewerkt,” vertelt de meester. “Al dat gefeest, daar krijg je maar hoofdpijn van.”
“Ik niet!”, roept Madelief.
“Jawel, jij ook”, zegt de meester streng. “Je neus is helemaal wit.” Madelief lacht luid. De andere kinderen lachen met haar mee. En ze schreeuwen door elkaar.
“STILTE!”
En het wordt muisstil. “Zo is dat”, fluistert de meester. “We gaan vandaag niet zomaar hard werken. We gaan kanon-hard werken.”
“Hihihi”, giechelt een kind achter in de klas. “Ja, wacht maar!”, gromt de meester. Hij loopt naar het bord. Hij draait het om. Aan de achterkant staan sommen. Een verschrikkelijke hoop sommen!
“Oeiii!”, zucht de klas. Zoveel sommen hebben ze nog nooit bij elkaar gezien. Madelief kijkt ernaar. Ze vindt het niet erg. Het zijn geen moeilijke sommen. Het zijn er alleen maar véél.
Maar waarom doet de meester dat? Ze snapt het niet goed. Wil hij de kinderen plagen?
“En er wordt dit keer geen woord bij gezegd”, vertelt de meester verder. “Helemaal niks, snap je?”
Nee, eigenlijk snapt Madelief er niks van. Hebben ze straf? Waarom dan? De kinderen pakken hun schrift. Ze gaan hard aan het werk. Madelief óók. Maar ze blijft erover piekeren.
De meester loopt zachtjes langs de tafels. Hij zegt niks. Het is akelig stil. Madelief rekent en rekent. Af en toe kijk ze opzij, naar Tineke. Die is lang niet zo ver als zij. Ze kijkt eens naar buiten. Aan de overkant ziet ze de oude meneer weer zitten. Ze was hem bijna vergeten. Zal ze zwaaien?
Ze kijkt onder haar arm door waar de meester is. Hij staat achteraan in de klas. Met zijn rug naar haar toe. Voorzichtig steekt ze haar arm in de lucht. En ze zwaait.
Er gebeurt niks. De oude meneer heeft het zeker niet gezien. Ze probeert het nóg een keer. Ze laat haar hand nu flink heen en weer wapperen. Dat is leuk! Nu zwaait hij terug!
“Is er wat Madelief?”, vraagt de meester. Zijn stem klinkt niet vriendelijk.
“Nee, niks,” zegt Madelief. Ze gaat gauw weer aan het werk. Bah, wat heeft die man een nare bui. Ze vindt hem niks aardig vandaag. Ze wordt er zenuwachtig van. Ze kijkt weer eens opzij. Tineke heeft haar ingehaald. Ze probeert hard te werken, maar het helpt niet. Tineke blijft haar vóór. Voorzichtig trekt Madelief een papiertje uit haar la. Ze legt het naast haar schrift.
Dan schrijft ze:
???