Wablieft?
Wat? Een beetje uitleg...
Een Venndiagram...
is een soort tekening met cirkels die elkaar overlappen.
Elke cirkel staat voor een groep dingen die bij elkaar horen.
Als cirkels elkaar overlappen, betekent dat dat die dingen iets gemeen hebben.
Waarom? Wat is het belang van een schematisch voorstelling als Venndiagram?
Een Venndiagram helpt je om informatie duidelijk en overzichtelijk te maken.
Je kunt snel zien wat er hetzelfde is en wat verschillend is.
Daarom gebruiken wetenschappers, leraren en zelfs kunstenaars het.
Maak zeker eens gebruik van een Venndiagram!
Twee voorbeelden van het schema 'Venndiagram'
eenvoudig Venndiagram
uitgebreid Venndiagram
Contractwerk
Je krijgt hier twee teksten om aan te pakken met het schema van een Venndiagram!
Kleuren zijn overal! Kijk maar eens goed om je heen. Je ziet blauw in de lucht, rood in bloemen en geel in de zon. Kleuren maken de wereld vrolijk, spannend en soms zelfs een beetje magisch. Maar wist je dat alle kleuren eigenlijk zijn terug te brengen tot een paar basiskleuren? Vandaag gaan we het hebben over hoofdkleuren en secundaire kleuren.
Wat zijn hoofdkleuren?
Hoofdkleuren noemen we ook wel primaire kleuren. Dat zijn kleuren die je niet kunt maken door andere kleuren te mengen. Ze zijn als het ware de "ouders" van alle andere kleuren. Er zijn drie primaire kleuren: rood, blauw en geel.
Met deze drie kleuren kun je heel veel andere kleuren maken. Daarom zijn ze zo bijzonder!
En dan de secundaire kleuren
Als je twee primaire kleuren met elkaar mengt, krijg je een secundaire kleur. Laten we eens kijken:
Rood + Geel = Oranje
Als je rood en geel door elkaar mengt, ontstaat er een mooie warme oranje kleur. Denk maar aan een sinaasappel of een herfstblad.
Blauw + Geel = Groen
Wanneer je blauw en geel mengt, krijg je groen. Net als gras, blaadjes en veel planten.
Rood + Blauw = Paars
Als je rood en blauw mengt, verschijnt er paars. Denk aan lavendelbloemen of de kleur van sommige druiven.
Nu heb je dus, naast de drie hoofdkleuren, ook drie secundaire kleuren: oranje, groen en paars.
Even oefenen
Stel je voor dat je alleen een potje rood, blauw en geel hebt. Daarmee kun je zelf oranje, groen en paars maken. Dat is toch best bijzonder? Schilders en kunstenaars gebruiken deze truc al eeuwenlang. Ze noemen dat ook wel mengen.
Wat gebeurt er als je alle kleuren mengt?
Hoe meer kleuren je samenvoegt, hoe donkerder het wordt. Als je alle hoofdkleuren en secundaire kleuren mengt, krijg je meestal een soort donkerbruin of zwart.
Hoe maak je wit?
Wit is een beetje speciaal. Je kunt wit niet maken door kleuren te mengen. In de schilderkunst is wit vaak gewoon de kleur van het papier wit.
Waarom is kennis over kleuren belangrijk?
Als je snapt hoe kleuren werken, kun je ze bewust gebruiken. Als je schildert, kleurt of een poster maakt, is het belangrijk dat je ’t en ’t ander weet over kleuren. Ook ontwerpers van kleding, meubels of websites denken goed na over kleuren. Want kleuren kunnen een bepaalde sfeer geven: rood voelt vaak warm of spannend, blauw kan rustig en koel aanvoelen, en geel is vrolijk en zonnig.
Het mysterieuze avontuur in het Dierenrijk
Het was een gewone zaterdagmiddag toen Samuel besloot om een wandeling te maken in het grote, betoverende bos vlakbij zijn huis. Maar deze keer zou alles anders lopen dan anders…
Plotseling hoorde hij een zacht geritsel achter een grote eik. Hij keek om en zag iets schitteren in het gras. Het was een klein, glinsterend kompas dat vreemd genoeg ronddraaide. Zodra Samuel het oppakte, hoorde hij een zachte stem:
"Welkom in het Dierenrijk, Samuel. Jouw avontuur begint nu."
Voordat Samuel iets kon zeggen, voelde hij zich draaien en tollen. Toen hij zijn ogen opende, stond hij in een prachtig, onbekend land vol dieren. Een vrolijke papegaai kwam op zijn schouder zitten en zei:
"Hoi Samuel! Ik ben Piko. Hier leer je vandaag alles over zoogdieren, vliegende dieren en dieren die in het water leven!"
Het eerste kamp: De Zoogdierenvallei
Piko fladderde voor Samuel uit en bracht hem naar de Zoogdierenvallei. Overal om hem heen zag Samuel dieren met een zachte vacht, die baby’s kregen uit hun buik en die melk dronken bij hun moeder. Er huppelden konijnen, er sprongen herten en er brulde een leeuw in de verte.
Piko legde uit:
"Zoogdieren zijn warmbloedig, hebben meestal haar of vacht, en hun baby’s drinken melk bij hun moeder. Denk maar aan honden, katten, olifanten en zelfs mensen!"
Het tweede kamp: De Vliegende Bergen
Toen vlogen Samuel en Piko verder naar de Vliegende Bergen. Hier fladderden vogels in alle kleuren van de regenboog door de lucht. Er waren papegaaien, adelaars, zwaluwen en kolibries. Zelfs een vleermuis vloog vrolijk rond.
"Niet alle dieren die kunnen vliegen zijn vogels," vertelde Piko. "Vleermuizen zijn bijvoorbeeld ook zoogdieren! Maar de meeste vliegende dieren hebben veren, vleugels en leggen eieren. Vogels gebruiken hun vleugels om de lucht te doorklieven."
Het derde kamp: Het Diepe Waterbos
Vervolgens bracht Piko hem naar de Waterwereld. Hier zwommen dolfijnen vrolijk rond, terwijl een walvis traag langs dobberde. Kleurrijke vissen, zeesterren en zelfs een speelse zeehond dartelden door het water.
"Waterdieren leven (bijna) altijd in het water," zei Piko. "Sommige kunnen ademhalen met kieuwen zoals vissen. Andere, zoals dolfijnen en walvissen, zijn eigenlijk zoogdieren die in het water leven! En denk ook aan kreeften, krabben en schildpadden die onder water leven."
Samuel begon goed na te denken. Sommige dieren leken wel in meerdere groepen te passen.
De grote vraag
Toen werd het spannend. Piko keek Samuel glimlachend aan:
"Nu een raadsel, Samuel: Stel je voor dat je een dier zou kunnen maken dat én een zoogdier is, én kan vliegen, én in het water leeft. Welk dier krijg je dan?"
Samuel dacht diep na. "Hmm… Dat klinkt bijna onmogelijk. Maar wacht eens even!" riep hij blij.
"Wat dacht je van een vliegende dolfijn met vleugels? Of eigenlijk… bestaat er zo’n dier in het echt?"
Piko lachte:
"Nee Samuel, er is geen echt dier dat alle drie deze eigenschappen perfect heeft. Maar het komt wel in de buurt: de vleermuis is een zoogdier dat vliegt, en sommige soorten, zoals de visetende vleermuis, jagen boven het water. En dan heb je ook de vliegende vis, die uit het water kan springen en even kan zweven, maar die is dan weer geen zoogdier. In de natuur bestaat er eigenlijk geen dier dat tegelijk een zoogdier, een vliegend dier én een waterdier is. Maar in een fantasiewereld zou je er zeker eentje kunnen verzinnen!"
Tijdens het contractwerk zal je een werkblad krijgen met verschillende opdrachten (***) om te werken rond en met Venndiagrammen.
Je krijgt hiervoor twee teksten teksten die je kan lezen en / of beluisteren:
kleuren, kleuren en kleuren (opdracht 1 en 2)
en
het mysterieuze avontuur in het dierenrijk (opdracht 3 t.e.m. 6).
Opdracht 1*:
Je hebt de tekst over ‘Kleuren’ gelezen / beluisterd? Knap van jou. Je krijgt drie schematische voorstellingen van een eenvoudig Venndiagram dat jij dient telkens dient correct aan te vullen.
Opdracht 2*:
We breiden het schema (Venndiagram) uit. We gaan nu alles samenvoegen in één groot, uitgebreid Venndiagram.
Opdracht 3**:
Je hebt de tekst over ‘Het mysterieuze avontuur in het dierenrijk’ gelezen / beluisterd? Super van jou.
Je krijgt nu een uitgebreid Venndiagram dat jij dient te vervolledigen.
Opdracht 4**:
Als je opdracht 3 goed hebt uitgevoerd, dan ben je meteen ook klaar om deze opdracht te maken. Probeer maar! In het grote Venndiagram dien je nu een aantal dieren op de juiste plaats te zetten.
Opdracht 5***:
In het Venndiagram over dieren staat er in het midden een vraagteken. Waarom? Leg uit.
Opdracht 6***:
Fantasie is toch fantastisch. Kan jij toch een dier verzinnen dat op de plaats van het vraagteken past?
Juf Ann, meester Ruben en meester Frank wensen jou veel succes toe bij het leren leren!