Juf Ann, meester Ruben en meester Frank wensen jou 'beaucoup de joie'!
 BB17-environement-vocabulaire2.mp3
BB17-environement-vocabulaire2.mp3des noms masculins / (mannelijke zelfstandige naamwoorden)
un animal / des animaux - een dier / dieren
un appareil - een apparaat
le bénévolat - het vrijwilligerswerk
un chauffage - een verwarming
le déchet - het afval
un emballage - een verpakking
l’environnement - het milieu
un panneau solaire - een zonnepaneel
un réchauffement - een opwarming
un sac - een zak
un verre - een glas
des noms féminins / (vrouwelijke zelfstandige naamwoorden)
une blague - een grap
une bouteille - een fles
une canette - een blik
une commune - een gemeente
une énergie - een energie
une éolienne - een windmolen
une lumière - een licht
une ordure - een afval
une nature - een natuur
une planète - een planeet
une pollution - een vervuiling
une poubelle - een vuilnisbak
une protection - een bescherming
une terre - een aarde
des adjectifs / (bijvoeglijke naamwoorden)
dangereux / dangereuse - gevaarlijk
différent / différente - verschillend
économique - economisch
mauvais / mauvaise - slecht
ménager / ménagère - huishoudelijk
petit / petite - klein
nécessaire - noodzakelijk
réutilisable - herbruikbaar
terrible - verschrikkelijk
des adverbes / (bijwoorden)
au moins - ten minste
en riant - al lachend
plusieurs - verscheidene
pourtant - niettemin
des verbes / (werkwoorden)
ajouter - toevoegen
couper - knippen
économiser - besparen
éteindre - uitschakelen
gaspiller - verspillen
il y a - er is / er zijn
jetter - (weg)gooien
ramasser - oprapen / verzamelen
recycler - recycleren
récupérer - terugwinnen
répondre - antwoorden
réutiliser - hergebruiken
soupirer - zuchten
trier - sorteren
un animal - des animaux
un appareil
un chauffage
le déchet
un emballage
un panneau solaire
un réchauffement
un sac
un verre
une blague
une bouteille
une canette
une commune
une éolienne
une lumière bleue
une pollution
une nature
une poubelle
dangereux - dangereuse
mauvais -
mauvaise
petit - petite
jetter
ramasser
soupirer
trier
Le recyclage
Bob et Bobette font du bénévolat à la commune. Ils ramassent les déchets dans le parc.
“C’est terrible ce que les gens jettent par terre”, soupire Bobette.
Elle ramasse deux canettes de conserve et un emballage en plastique.
“Et pourtant, ce ne sont pas les poubelles qui manquent”, dit Bob.
“Et ici, il n’est même pas nécessaire de trier les déchets.”
“A la maison, il y a des poubelles différentes: pour les papiers et les cartons, pour les verres, pour les déchets verts, pour les ordures ménagères…”
“Pour tes mauvaises blagues…”, ajoute Bobette en riant. Bob n’est pas content.
“Moi, au moins, j’ai une poubelle pour moi tout seul…”, répond-il.
“Et toi, on doit te recycler avec les petits déchets dangereux!”
 BB17-environnement-texte.mp3
BB17-environnement-texte.mp3De recyclage
Suske en Wiske doen vrijwilligerswerk voor de gemeente. Ze verzamelen afval in het park.
“Het is verschrikkelijk wat mensen allemaal op de grond gooien,” zucht Wiske.
Ze raapt twee blikjes en een plastieken verpakking op.
“En toch is er geen tekort aan vuilnisbakken,” zegt Suske.
“En hier hoef je je afval niet eens te sorteren.
Thuis zijn er verschillende vuilnisbakken: voor papier en karton, voor glas, voor groenafval, voor huisvuil...”.
“Voor je slechte grappen...”, voegt Wiske er lachend aan toe. Suske is niet blij.
“Ik heb tenminste een vuilnisbak voor mezelf”, antwoordt hij.
“En jou, wij moeten jou recycleren bij het klein gevaarlijk afval!”
ramasser (oprapen, verzamelen)
je ramasse
tu ramasses
il/elle/on ramasse
nous ramassons
vous ramassez
ils/elles ramassent
jetter (gooien, weggooien)
je jette
tu jettes
il/elle/on jette
nous jetons
vous jetez
ils/elles jettent
devoir (moeten)
je dois
tu dois
il/elle/on doit
nous devons
vous devez
ils/elles doivent