Werkwoorden kunnen gebruikt als niet-persoonsvorm.
Dit kan dan zijn als voltooid deelwoord of als bijvoeglijk naamwoord.
Bijvoorbeeld:
Als voltooid deelwoord:
De leerling heeft een prachtig kasteel getekend. Dat meisje is enorm gegroeid. Ik heb dat boek gelezen. Wie heeft die vraag beantwoord? Zijn jullie allemaal op reis geweest? Wij hebben die oefeningen gemaakt.
Als bijvoeglijk naamwoord:
Het gevonden geld is niet van mij. Alle gemaakte oefeningen waren correct! Het gezonken schip bevatte een kist met goud. Het lachende meisje zit in mijn klas.
Oefeningen
Regelmatig zal je in het contractwerk een opdracht krijgen die je hier terug vindt.
Om dan de juiste oefening te selecteren, vind je hieronder een lijst van beschikbare oefeningen.
Zoals gebruikelijk in het contract zijn ook hier de meeste opdrachten in zo'n oefening voorzien van * / ** / ***.
Hoe ga je te werk?
1) Je maakt EERST de ONLINE oefeningen.
2) Daarna maak je in het contractwerk de opdracht op een bijbehorend en passend werkblad.
Het schema om werkwoorden correct te vervoegen als niet-persoonsvorm!
Wij wensen jou leuke oefenmomenten.