One learns by doing.
(Al doende leert men.)
Om de Engelse opdracht te beluisteren....
Om de Engelse opdracht zelf te lezen...
Vocabulary : Computer
* Exercise 1: Look at the pictures. Link the given words to the pictures. Use a ruler to draw lines.
** Exercise 2: Write all the words from exercise 1 in alphabetical order.
*** Exercise 3: You now get a number of sentences in which words are missing. It is now up to you to complete the sentences.
To help you, we would like to give you an image and the words (substantives and verbs) you should use.
Use these substantives:
webcam, keyboard, laptop, tablet, desktop, printer, microphone, headphone, smartphone, monitor, game controller, speakers.
Use these verbs: play, sing, do (2), surf, print, write, listen to (2), look for, send and speak.
De Engelse tekst vertaald in het Nederlands...
Woordenschat : Computer
* Oefening 1: Bekijk de plaatjes. Koppel de gegeven woorden aan de plaatjes. Gebruik een liniaal om lijnen te trekken.
** Oefening 2: Schrijf alle woorden uit oefening 1 op in alfabetische volgorde.
*** Oefening 3: Je krijgt nu een aantal zinnen waarin woorden ontbreken. Het is nu aan jou om de zinnen aan te vullen.
Om je te helpen geven we je een afbeelding en de woorden (substantieven of zelfstandige naamwoorden en werkwoorden) die je moet gebruiken.
Gebruik deze substantieven (= zelfstandige naamwoorden):
webcam, toetsenbord, laptop, tablet, desktop, printer, microfoon, koptelefoon, smartphone, monitor, gamecontroller, speakers.
Gebruik deze werkwoorden: spelen, zingen, doen (2 x), surfen, printen, schrijven, luisteren naar (2 x), zoeken, versturen en spreken.
Zoals gebruikelijk bij contractwerk mag jezelf bepalen of je kiest voor *, ** of ***. Wees gerust. Vertrouw op jezelf. Jij kan ongelooflijk veel en veel meer dan je denkt.
Juf Ann, meester Ruben en meester Frank duimen met z'n allen voor jou!
Hoe ziet de opdracht eruit?