Internet
Tip vóór je begint te lezen...
Alvorens de tekst te lezen (en / of te beluisteren), is het aangewezen om eerst
de uitleg over sommige woorden uit de tekst te begrijpen
en
de verschillende afbeeldingen aandachtig te bekijken.
Juf Ann, meester Ruben en meester Frank wensen jou graag alle succes toe en ... bovenal heel veel leesplezier.
Om de tekst te beluisteren...
Tekst: Internet
(*)
Internet
Dankzij het internet kunnen mensen over de hele wereld informatie delen, communiceren en samenwerken.
Hoe werkt internet?
Het internet is een wereldwijd netwerk van computers en servers die met elkaar zijn verbonden door middel van kabels, satellieten en draadloze verbindingen. In totaal zijn er wereldwijd meer dan 70.000 netwerken. Voorbeelden daarvan zijn overheidsinstanties, financiële instellingen, contentnetwerken als Spotify en Netflix en telecommunicatieproviders als Proximus of Telenet.
Om het internet te begrijpen, is het belangrijk om te weten hoe data over het netwerk wordt verzonden en ontvangen. Je kunt het je een beetje voorstellen als dat je een brief of pakketje (de content) verstuurt met een busje van de post (de data). Het busje verzamelt de brieven bij de brievenbus (= het verbindingskastje langs de weg van de provider). Dan rijdt het busje over lokale wegen naar het sorteercentrum (= het datacentrum van de provider) waar nog veel meer van die busjes samenkomen. Via provinciale en nationale wegen gaat de post met grotere vrachtwagens naar het volgende sorteercentrum in de buurt van het adres waar de brief of pakket heen moet. Daar wordt het pakket of de brief via kleinere busjes of met de fiets van de bezorger (postbode) op het juiste adres afgeleverd.
In werkelijkheid gaat het op een vergelijkbare manier, maar dan in digitale (elektronische) pakketjes via glasvezelkabels (via de elektronische (snel)wegen). Data wordt opgesplitst in kleine pakketjes en elk pakketje bevat informatie over de afzender, de ontvanger en de inhoud van het bericht. Deze pakketjes worden verzonden via routers, die de pakketjes doorsturen naar hun bestemming. Als de pakketjes hun bestemming bereiken, worden ze weer samengevoegd tot de oorspronkelijke boodschap. Dit hele netwerk van netwerken zou je 'de cloud' (de wolk) kunnen noemen.
Internetprotocol of IP
Dit is de technologie die gebruikt wordt om data via het internet te verzenden en ontvangen. Dit protocol maakt het mogelijk om informatie te versturen over verschillende soorten netwerken.
Om verbinding te maken met het internet moet een computer of smartphone worden aangesloten op een modem of router. Deze apparaten zijn verantwoordelijk voor het omzetten van digitale informatie in een signaal dat via kabels, satellieten of draadloze verbindingen kan worden verzonden. Als het signaal eenmaal is verzonden, ontvangt de modem of router aan de andere kant het signaal en zet deze het weer om in digitale informatie.
Om te kunnen communiceren via het internet, moet elk apparaat een uniek adres hebben dat bekend staat als een IP-adres. Dit adres wordt gebruikt om informatie naar de juiste bestemming te sturen en om te identificeren waar een bericht vandaan komt. IP-adressen bestaan uit vier getallen die gescheiden worden door punten, zoals bijvoorbeeld 192.168.0.1. Zo'n IP adres kun je vergelijken met een postadres (plaatsnaam, postcode, huisnummer).
Het internet werkt door middel van verschillende protocollen. Een protocol is een set regels die bepalen hoe data wordt verzonden en ontvangen. Je kunt dit een beetje vergelijken met verkeersregels (afspraken hoe je je in het verkeer moet gedragen).
(**)
Geschiedenis
Het internet zoals we dat tegenwoordig kennen, is ontstaan in de jaren 60. Destijds ontwikkelde het Amerikaanse ministerie van Defensie een communicatiesysteem dat bestand was tegen nucleaire aanvallen. Dit systeem bestond uit een netwerk van computers die met elkaar waren verbonden door middel van kabels en telefoonlijnen.
In 1971 werd het eerste e-mailbericht verzonden tussen twee computers.
In de jaren 80 werd het World Wide Web (WWW) ontwikkeld door de Britse wetenschapper Tim Berners-Lee. Hij ontwikkelde het WWW als een manier om informatie op het internet op een gebruiksvriendelijke manier toegankelijk te maken voor iedereen. Het WWW maakte gebruik van hyperlinks, waardoor gebruikers gemakkelijk konden navigeren tussen verschillende webpagina's.
In de jaren 90 werd het internet populair bij het grote publiek en begonnen mensen thuis te surfen op het web en e-mails te versturen.
In 1993 werd de eerste webbrowser gelanceerd.
In 2004 werd Facebook gelanceerd, waardoor sociale media een grote rol gingen spelen in het online leven van mensen.
Sinds de jaren 2010 heeft het internet een enorme vlucht genomen door de opkomst van smartphones en tablets. Online diensten als Netflix en Spotify hebben de manier waarop we televisie en muziek consumeren veranderd.
(***)
Wist je dat...
De allereerste computer ooit heette Eniac. Hij woog meer dan 30 ton. Dat is zwaarder dan twee vrachtwagens! De computer kostte 400.000 euro. Hij was meer dan 100 keer trager dan jouw smartphone.
Het woord ‘Google’ ontstond doordat oprichter Larry Page ‘googol’ verkeerd typte. Een googol is een ander woord voor tien sexdiljard. Of: een 1 en 100 nullen achter.
In 2014 lagen er 285 gigantische internetkabels op de bodem van de oceaan. De kabels brengen het internet van het ene naar het andere continent.
De Heilige Isidorus van Sevilla is de beschermheilige van het internet.
Enkele begrippen uit de leestekst...
Communiceren
= contact hebben (met iemand), boodschappen overbrengen of uitwisselen, praten
Financieel - Financiële
= wat met geld te maken heeft, geldzaken
Telecommunicatie
= Communicatie over grote afstand
Provider
= Internetaanbieder
= bedrijf dat tegen betaling toegang verschaft tot internet
Datacentrum
= een faciliteit (voorziening waarvan je gebruik kan maken / groot gebouw) waar belangrijke ICT-apparatuur (bijvoorbeeld servers) kan worden ondergebracht
Glasvezel
= kabel voor datatransport
= uiterst dunne glasdraad die onder meer wordt gebruikt in telecommunicatie, waarbij licht wordt gestuurd door lange vezels van zeer helder glas om signalen betrouwbaar over grote afstanden te transporteren.
Router
= apparaat dat je gebruikt om twee of meerdere computernetwerken met elkaar te verbinden, een schakelstation
Modem
= apparaat om via een telefoonlijn gegevens uit te wisselen tussen twee computers.
Server
= een centrale computer in een computernetwerk, beheerd door een provider
= de hoofdcomputer in een netwerk (ook wel host genoemd). Hij stuurt de andere computers (clients) in het netwerk aan.
= krachtige computer die in een netwerk de gemeenschappelijke voorzieningen regelt (Bijvoorbeeld: Een mailserver is een krachtige computer die het mailverkeer regelt.)
Protocol
= een verzameling regels die de manier van communiceren tussen computers vastlegt.
Nucleair
= wat te maken heeft met kernenergie
Hyperlink
= een link
= (in een computerbestand) gemarkeerd tekstgedeelte dat een aanklikbare verwijzing bevat
Consumeren
= verbruiken, gebruiken
Webbrowser
= computerprogramma voor het bezoeken van het internet (voorbeelden: Edge, Safari, Chrome, Firefox)
= programma waarmee webpagina’s bekeken kunnen worden
Enkele afbeeldingen ter verduidelijking...
Het schrijven en versturen van een brief (afzender) en het afleveren van de brief (bij de ontvanger)
kan je ook vergelijken met e-mailen.
Het internet is ...
Een heleboel computers en datacentra (= grote gebouwen met een heleboel computers) die met elkaar verbonden zijn.
Een geheel van afspraken (= protocollen) hoe computers met elkaar kunnen praten.
Browsers gebruiken http:\\ of https:\\.
Computers hebben allemaal een uniek adres.
Om te e-mailen maak je gebruik van POP, SMTP of IMAP.
ISP
Internet Service Provider
INTERNETAANBIEDER
Dit is een organisatie die diensten levert aan bedrijven en consumenten om gebruik te maken van het internet.
Ze leveren diverse diensten zoals toegang tot het internet, e-mails, web hosting, domeinregistratie, ...
Hoe ziet de 'cloud' ('wolk') eruit?
De bekendste webbrowsers
Je gebruikt een webbrowser om op het internet te gaan en verbinding te maken met websites als Google, Facebook, Zalando, Belfius, ...
Dus om te shoppen, om te bankieren, om info, documenten of foto's te delen met elkaar, ...
Volgens het internetprotocol (IP) maakt iedere browser gebruik van dezelfde taal: HTTP.
Tim Berners-Lee
Bedenker van het world wide web (www)
Larry Page
Medeoprichter van Google
De ENIAC was een computer gebouwd voor het Amerikaanse leger.
De bouw begon in 1943 en de computer werd onthuld op 14 februari 1946.
Isidorus van Sevilla
Geboren in Cartagena in het jaar 560.
Gestorven in Sevilla op 4 april 636.
Hij werd ook wel Isidoor genoemd.
Hij was aartsbisschop van Sevilla
en
encyclopedieschrijver.
Hij geldt als de beschermheilige van het internet.