Er zijn 3 verschillende manieren om de persoonsvorm te vinden.
Als je de zin vragend (ja-neevraag) maakt, komt de persoonsvorm op de eerste plaats.
Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of andersom, verandert de persoonsvorm.
Er zijn 3 verschillende manieren om het onderwerp te vinden.
Als je wie of wat voor de persoonsvorm zet, is het antwoord op de vraag het onderwerp.
Als je de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud verandert, verandert het onderwerp ook.
Als je de zin vragend (ja-neevraag) maakt met de persoonsvorm vooraan, komt het onderwerp meteen achter de persoonsvorm.