Een woordje uitleg
Een analoge klok is een klok waar men wijzers gebruikt om de tijd aan te duiden.
De kleine wijzer duidt het uur aan.
De grote wijzer duidt de minuten aan.
Het is 2 uur.
Een digitale klok maakt enkel gebruik van 4 cijfers.
De eerste twee cijfers duiden het uur aan.
De laatste twee cijfers duiden de minuten aan.
Het is 5 uur.
Om het uur aan te duiden
op een analoge staat de grote wijzer altijd op 12.
op een digitale klok zijn de laatste 2 cijfers altijd 00.
Een voorbeeld
Analoog
(met wijzers)
Digitaal
(met cijfers)
Ik lees de tijd.
(met woorden)
Ik schrijf de tijd.
(met cijfers)
01:00
Het is 1 uur.
01:00
Om jou te helpen bij het leren van 'het uur', krijg je hier online oefeningen.
Je oefent dus zelf zo veel en zo vaak als je maar wil.
Veel succes wensen juf Eline en meester Frank jou graag toe.