Overweging Henk Baars = Themaviering I Diaconie en Compassie - Voedselbank Haaglanden
Inleiding
Typisch voor de voedselbank zijn de acties voor de supermarkten. We vragen dan mensen aan de hand van een lijstje wat extra boodschappen te doen en in een krat te stoppen. Je komt dan heel direct in contact met het winkelend publiek. Heel veel mensen doen dat , maar er zijn ook mensen die snel doorlopen of mokkend een paar politiek getinte opmerkingen maken zoals dat Rutte de armoede maar moet oplossen. Ongetwijfeld hebben velen van u de debatten over armoede gevolgd. Een paar maatregelen gaan zeker helpen, maar in ons bestuur hebben we toch maar de conclusie getrokken dat we ons nog niet opheffen. Wat cynisch gesproken. Integendeel, er is nog niks echt opgelost en de structurele oorzaken worden niet aangepakt. Van de 2 miljard die is toegezegd gaat het grootste deel naar gezinnen met kinderen. Niks naar alleenstaanden terwijl die 70% van het bestand van de bijstandsuitkeringen betreffen. Ik loop al zo’n 50 jaar mee in de armoede bestrijding op allerlei fronten en de oplossing is nog nooit gevonden. Om maar te zwijgen over de bereidheid het fundamenteel aan te pakken. Het is een veelkoppig monster waartegen je strijdt. Armoede heeft met elk levensgebied te maken.
Maar terugkomend op zo’n supermarktactie. Ik deed mee aan een voor mij gedenkwaardige in Rijswijk. Daar was ook een dichter in de buurt die een gedicht had gemaakt. Dat had ik nog nooit meegemaakt dat iemand een gedicht over de voedselbank had gemaakt. Het ging zo:
Weet je nog? Die perfecte dag.
Promotie op je werk, het vieren in de kroeg.
Precies op die avond stond zij aan de bar.
Een kus, die nacht. De volgende dag wist je het.
Jij bent hier voor het geluk geboren.
Herinner je die andere dag? Het ongeluk.
Dat je het niet kon geloven. En het toch
waar bleek te zijn. Alles leek verloren.
Het duurde maanden voordat je het huis weer uitkwam.
Zo is het leven.
Je beklimt de pieken, je gaat door de dalen.
Wanneer het dal te diep is, de maand langer duurt dan je kan betalen,
Dan zijn er mensen. Is er een bank die aan je uitkeert.
Ze zijn er. Het is er.
Klop bij ze aan. Kom weer onder de mensen.
Er ligt een pakket aan liefde voor je klaar.
En jij, die nu heerlijk geniet van je piek.
Deel er een stukje van. Het licht delen van je mooiste momenten,
zorgt er voor dat we met z’n allen door onze dalen komen.
(Riek van der Rest)
Overweging
Toen we in Den Haag de voedselbank oprichtten zo’n 21 jaar geleden wist ik niet dat het zo zou uitgroeien tot een dergelijk geheel door vrijwilligers gerund professioneel bedrijf. Er is een ongelofelijke drive van mensen die de boel overeind houdt. Het distributiecentrum de uitgiftepunten, de winkels. Het draait iedere week weer. Het is de groei van een voorziening die volkomen logisch leek te passen in de bestrijding van armoede aan de onderkant van de financiële mogelijkheden van mensen. Maar nog meer verwonderd ben ik over het feit dat mensen dit zomaar allemaal vrijwillig aanpakken en soms hun hele pensionado week aan de klus besteden. Natuurlijk is er in het algemeen allerlei onderzoek gedaan naar motivatie van vrijwilligers, maar ik heb voortdurend het idee dat het de kern niet raakt. Laatst riep ik in een vergadering van onze bijna 30 chauffeurs, waarom doe je dit eigenlijk? Er viel een stilte. Ja hoe geef je woorden aan datgene wat in je leeft behalve de cliché antwoorden, als zinvolle invulling van vrije tijd , ergens bijhoren, kameraadschap. Iets in de zin van “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk’. Hup naar de voedselbank en er staat geen beloning tegenover. Of toch? Zo’n kerk en gemeenschap hebben we nodig om dieper na te denken over zo’n beetje alles waarmee je bezig bent. Ik zou het voor geen goud willen missen en ik zal tot mijn laatste snik een christen blijven. Waarom omdat het mij scherpt om altijd een spaatje dieper te spitten. Ik vroeg het mij al af toen ik als bedrijfspastor bij de Hoogovens rondliep en nu heb ik dat in de fabriek van de voedselbank weer. Want is het nog de moeite waard in deze context over ‘God ‘te praten? Ik weet het eerlijk gezegd niet goed. Ik merk dat het ondanks alle twijfels toch nog steeds een goede manier is om het onuitgesproken mysterie uit te drukken over een bron van inspiratie voor gerechtigheid en vrede in een wereld die dat echt nodig heeft. Ik zou me nu te buiten kunnen gaan aan alle vergelijkingen en metaforen, het uitspitten van de taal als het gaat over Deus, Dios, Gott. Maar dat is dan eerder een dichterlijke oefening dan dat het echt in je vlees snijdt. Die chauffeurs vielen stil en dat is dan al heel wat, maar is dat voor ons als christenen als nadenkende gelovigen voldoende?
Ik vind ‘scheppende kracht’ persoonlijk een van de meest suggestieve metaforische belichamingen van het mysterie der mysteries. Ik weet niet of jullie de uitzending van Zomergasten met de kosmoloog Hartog hebben gezien. Ik heb ademloos gekeken hoe hij voorzichtig naar voren bracht dat de kosmos meer biofiel is dan we altijd dachten. Wat bedoel je dan? Veel meer menselijke maat, veel meer te begrijpen in menselijke metaforen dan het te zien als de volstrekt buiten ons staande koude en super hete onvoorstelbare woestenij. Hij werkte aan die gedachte samen met Stephan Hawking.
Terug naar die scheppende kracht. We weten niet wat die is en waar die vandaan komt , maar het is er ontegenzeggelijk. We zijn er onderdeel van, we zijn het zelf. Het zit in al onze biologie, onze genen. Die kracht heeft er miljarden jaren over gedaan om te komen waar we nu zijn. De schepping schept zichzelf en die gaat door. We weten niet wat nog zal komen, of wat al bestaat en nog ontdekt moet worden. Biologie kan niet verklaard worden zonder natuurkundige wetten of alleen daardoor. Spiritualiteit kan niet verklaard worden zonder biologische wetten of alleen daardoor. Die schepping is een open werkelijkheid, dat zou ik veel verantwoorder en degelijker moeten uitdrukken, maar dat gaat niet vanochtend. Maar het is intiemer dan een God buiten jou. Alles gebeurt in zichzelf, maar het adagium van de bijbel is , wees toch actief, want er is God genoeg. We zijn een soort kosmisch lichaam waarin alle mensen samen schepper en schepsels zijn. Dat is geen poging tot ingewikkeld doenerij van mij. Het is een poging om die oude tegenstellingen tussen goed en kwaad en een God die alles regelt en bestuurt te boven te komen. Want we weten dat het niet kan kloppen en het is de reden dat je altijd met je mond vol tanden staat als je aangesproken wordt op je geloof. Het stijgt altijd boven jezelf uit. Je wordt erdoor gedreven, maar je weet echt niet hoe en wat. Het stijgt ook boven atheïsme of het traditionele geloof uit. Ik voor mij geloof ook dat we de spirituele woestijn door moeten. We hebben wel iets nodig, een nieuw type sacrale ruimte. Misschien zou je het ook ‘tussenruimte’ moeten noemen. Heel concreet is dit voortdurend mijn ervaring. Als iemand bij AH tegen me zegt, ja ik wil wel iets extra’s voor de voedselbank kopen dan is het er. Degene was het niet van plan , maar op grond van het appel zegt hij of zij ja. Ben jij als aangever dan zo overtuigend? Misschien, maar het is altijd meer, talloze onvoorspelbare factoren leiden ertoe dat er ja gezegd wordt en dat de hele machine in werking blijft, verandert, groeit. Dat is schepping. En zelfs op zo’n klein onooglijk moment ben je erbij, ben je er onderdeel van. De plek waar je dan op staat is heilige grond. Zoals zoveel plekken waar interactie tussen mensen is, zowel op de A12 als in extreem moeilijke situaties in ziekenhuizen bij gruwelijke rampen, maar ook bij de aankomende synode in Rome. Ik kan nog wel zo doorgaan met allerlei voorbeelden. Ik heb het in zekere zin wel over een nieuwe God, niet als opperwezen, zelfs niet als schepper, maar als eigenlijke schepping van het universum zelf. Ik blijf het woord God gebruiken om het heilige karakter van de universele werkelijkheid aan te duiden, omdat God het krachtigste symbool is dat we hebben gecreëerd. Of het voldoende is? Dat weet ik niet. Maar miljarden mensen gebruiken God om te verwijzen naar het meest echte, het meest heilige en het meest onbeschrijfelijke van alles wat echt is: de schepping die zichzelf bezielt en ons roept. Let wel het is geen kwestie van geloven of ophouden te geloven in iets. Het gaat over creëren, onszelf laten creëren en tegelijkertijd ontwerpers zijn van heilige creativiteit. Dat is wat we hier al zolang doen