Han Hartog
er 31,31-34 en Joh 12,20-33
Het Evangelie vandaag is uit het twaalfde hoofdstuk van Johannes. Dat hoofdstuk begint met te vertellen over hoe Jezus bij Marta en Lazarus is. Lazarus is nét door Jezus uit de dood opgewekt.
Daarna gaan ze onderweg naar Jeruzalem vanwege het Pesach feest. Johannes vertelt over de triomfantelijk intocht van Jezus in Jeruzalem. Langs de kant van de weg staat een uitzínnige menigte – met palmtakken zwaaiend – Jezus toe te juichen.
De Farizeeën worden argwanend door de enorme populariteit van Jezus. De hogepriesters willen niet alleen Jezus, maar ook Lazarus laten doden. Wat juist door het opstaan uit de dood van Lazarus is het volk helemaal op de hand van Jezus gekomen.
Jezus heeft in de achterliggende tijd in woord en daad de bevrijdende boodschap van Zijn Vader uitgezaaid over het land. En: die boodschap begint wortel te schieten! Begint zelfs wat vrucht te dragen in die zin dat velen méér dan geïnteresseerd zijn geraakt.
Iederéén in de stad wil Jezus zien, zoals Zacheus vanuit een boom langs de kant van de weg. En velen willen die Jezus spreken. Niet alleen Joodse mensen, ook niet-Joodse mensen, wat Gríeken zijn benieuwd naar wat die Jezus te vertellen heeft.
Ze vragen belet bij Jezus via twee leerlingen van Jezus: bij Filippus en Andreas. Maar Jezus heeft geen tijd, reagéért niet eens op de vraag!
Jezus heeft er geen tijd voor, want voor Hem is ‘Hét uur gekomen. Hét uur dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.’ Hét uur: een cruciaal sleutel-moment! Er staat iets te gebeuren waaruit de wérkelijke betekenis van het leven van Jezus van Nazareth zal blijken.
Lazarus lag – niet eens zolang geleden – al vier dagen in zijn graf. Hij was voor de mensen wérkelijk dood. Niet voor Jezus: Hij roept de dode op om óp te staan. En Lazarus kómt inderdaad naar buiten uit het graf. Hij wás dood, maar uit die dood groeit er iets nieuws!
Juist door zijn opstaan uit de dood wordt de betekenis van het leven van Lazarus duidelijk. Juist door zijn ópstaan voelen opeens vele mensen meer zich aangetrokken door Jezus van Nazareth. Dát is de vrucht die het leven, sterven en opstaan van Larazus draagt!
Jezus zegt het in ándere woorden vandaag: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort.’
Zo’n uur, zo’n sleutel moment is méér dan spannend. Ook voor Jezus zelf: Hij zegt het ons zelf vandaag: ‘Nu is mijn ziel ontroerd. Wat moet ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben ik tot dit uur gekomen!’
Jezus weet dat hij nét zo’n beweging moet gaan maken als Lazarus. Dat door zijn menselijke dood heen, de wérkelijke betekenis van Zijn Goddelijk leven duidelijk zal worden.
Jezus zegt: ‘Mijn ziel is ontroerd!’ ‘Ik ben vol verwarring, bang voor wat komen gaat!’ Hij voelt wel degelijk iets van doodsangst. Die angst zal groter worden. Straks in de Hof van Getsemane zal Hij Zijn Vader vragen: ‘Laat deze beker aan mij voorbij aan!?’ En aan het Kruis: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? ’ Maar Jezus weet ook: ‘Dit is mij uur, dit móet gaan gebeuren!’
In het Evangelie vandaag voorvoelt Jezus iets van wat de vrucht van Zijn leven, dood en opstanding zal zijn: ‘Wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven zal Ik állen tot Mij trekken!’
Niet alleen de vele Joodse mensen, – en wat nieuwsgierige Grieken – maar íedereen ter wereld zal dan aangetrokken worden door de boodschap van Jezus Christus. Dán zal de fundamentele betekenis van Zijn leven aan de mensen duidelijk worden; zózeer dat ze er helemaal vól van zijn.
Of, in de woorden uit de Eerste Lezing: ‘Dit is het nieuwe verbond […] Ik [God] leg mijn wet in hun bínnenste, ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn!’
Soms sterven ook wij “duizend doden”. Bijvoorbeeld als we zenuwachtig zijn als we iets spannends moeten doen. Iets waarin we vrezen dat er veel weerstand tegen zal zijn. Als we bang zijn om voor het oog van de hele wereld faliekant áf te gaan!
Maar sóms moeten we toch écht ópstaan! Zelfs als we vrezen een figuurlijke dood te sterven. Want juist dóór die dood kan er iets nieuws ontstaan.
Als voor óns het uur is gekomen. Het uur om wérkelijk verschil te maken in de wereld. Dan rest er niets anders dan om ons over te geven. Ons dan maar erbij neer te leggen. Als graankorrels in de aarde. Alleen dán kunnen we vrucht gaan dragen.
Wat mijn, wat uw, uur is. Wat ons cruciale sleutelmoment is of zal zijn; ik kan het u niet zeggen… Ik weet één ding wel: om kerk te zijn en te blijven binnen het gebied van Clara en Franciscus, zullen we – wellicht sneller dan verhoopt – spánnende sleutel-momenten meemaken. Momenten waarop er ergens een uur gekomen is. Een uur om met angst in het hart iets néér te leggen.
Om iets dierbaars als een graankorrel in de aarde te leggen. In de aarde om naderhand weer veel vrucht voort te brengen. Opdat we niet alleen achterblijven, maar juist velen tot ons trekken… Amen