31 januari

Overweging Frank de Haas

Deut 8, 15-20; Marcus 1, 21-28

Beste medeparochianen,

1

In de eerste lezing van vandaag horen we over Mozes, die de komst aankondigt van een profeet zoals Mozes er zelf een is. Naar die profeet zal men moeten luisteren. Mozes wordt wel de Messias-profeet genoemd. De aankondiging slaat natuurlijk op Jezus. Jezus zal een spreker zijn namens God.

2

In het evangelie lezen we over Jezus als leraar. Er is een belangrijk verschil tussen de schriftgeleerden en Jezus. Jezus heeft gezag! Er is een man met een onreine geest. Hij schreeuwt naar Jezus. Jezus verdrijft die onreine geest. Jezus heeft gezag. Hij komt ook met een nieuwe leer met gezag!

3

Gods Zoon is de aangekondigde profeet. In de bijbel spreekt God vaak vanuit de hoogte tot de mensen, zoals vanaf de berg de Horeb. Maar nu zal God via Zijn Zoon spreken.

4

Bij die onreine geest moeten we denken aan een duiveluitdrijving. Iemand heeft een ziekte iemand, een geestesziekte. Dan is er de wonderdoener Jezus. Hij grijpt in: de duivel wordt uitgedreven. En daarna zijn er de reacties van de omstanders. De onreine geesten weten kennelijk wie Jezus is. Maar zij moeten zwijgen! Jezus Messias kunnen we alleen begrijpen vanuit Zijn hele levensverhaal: met zijn lijden, zijn dood, en verrijzenis.

5

We zien de verwondering als Jezus spreekt. De schriftgeleerden becommentariëren de geschriften van Mozes. Maar Jezus spreekt op eigen gezag. Dat is nieuw. Wie is Hij toch? Hij is zeker nog meer dan een profeet. De duivel in die schreeuwende man ziet de kracht van Jezus: Jezus is gekomen om het kwaad te overwinnen, om als lam Gods de zonden van de wereld wegnemen. Jezus’ stem is Gods stem. Jezus’ woorden zijn Gods woorden.

6

Ook wij mogen naar de stem van de Goede Herder luisteren. Jezus brengt rust en verlichting in de levens van mensen. Dat luisteren kan op vele manieren. Hier in de kerk, in een eucharistie- of woord- en communieviering. Via de livestream van de Hofkerk. En tijdens eucharistievieringen op de televisie. Het kan in ontmoetingen van mensen. Hem in je hart toelaten kan op vele wijzen. Dat geldt ook voor proberen te leven naar Zijn voorbeeld. De compassie met de ander. De bemoediging, de troost en de hoop. Zeer nadrukkelijk ook nu. Jezus is onze leraar. Eigenlijk zijn wij ook elkaars leraren. En we blijven ons leven lang leren.

7

Het gesprek ter voorbereiding op deze viering – was mooi. We bespraken de lezingen. Het werd een breed gesprek. Om tot een idee voor een thema te komen. Het ging over dat leraar zijn, over onderwijs. Esther geeft les op de basisschool. Die weet dus wat onderwijs geven is. Dat is nu anders dan in normale tijden. Daar wordt terecht met zorg naar gekeken. We spraken over ‘profeten’. De term ‘valse profeet’ viel. We spraken over waarheid en onwaarheid. Wat is waarheid? Wat is waarheid in het nieuws? Steeds vaker was er dat fake nieuws. We dachten aan de vorige president van de VS. Zijn woordvoerders spraken over ‘alternatieve feiten’. Dagelijks zoveel nieuws op ons af. Hoe filter je voor jezelf wat daarvan waarachtig en integer is? Hoeveel ruimte blijft er voor je eigen oordeel in die lawine van nieuwsberichten? Deze voorbereidende gesprekken zijn altijd leerzaam en uiterst waardevol.

8

Het is goed om gedurende heel je leven open te blijven staan voor die vorming en dat leren. In de traditie van de leraar van het léven: Jezus. Een voorganger kan een leraar zijn. Geestelijke leiders kunnen dat. Maar we leren dus tevens van elkaar. Wat was nou in de kern Jezus’ boodschap? De boodschap van liefde. En dan gaat het niet slechts om woorden. We kennen Hem ook door zijn daden. Doen wat je zegt. Op de weg naar dat Rijk van God. Door onze handen kunnen wij doen wat hij ons voorleefde. Zo dadelijk wordt dit gezongen: ‘Handen zijn er om warmte te geven. Handen zijn tekens van liefde, van leven’.

9

Leren gaat om zoveel meer dan alleen het cognitieve, alleen de kennis, hoe belangrijk ook. Leren raakt je hele menszijn. Raakt ook de zaken van het hart. En je levenshouding. We kunnen ons steeds weer verrijken door de ontmoeting en de dialoog. Straks in het communielied zingen de cantores, ik citeer: ‘Waar is de plaats waar ik de ander vind? Neem mij mee! Waar ik leer zien wat ons samenbindt? Kan daar leren voelen hun vreugde en hun pijn. Kan daar herontdekken hoe weer mens te zijn. ‘K ga met U op pad. De reis terug naar mijn hart’. De gedachte kwam bij me op: zouden zulke ontmoetingen, over ons leven in brede zin, ook jongere generaties kunnen aanspreken?

10

In de pastoraatsgroep, waarvan ik een van de adviseurs ben, spraken we over het probleem om elkaar nu fysiek te ontmoeten, bijvoorbeeld in een gespreksgroep, of bij een themabijeenkomst. We doen dat op een bescheiden maar mooie manier in het nagesprek na de zondagse liturgie. Toch willen we dat essentiële contact – ook om te leren – proberen vorm te geven. Op afstand. U zult daarover horen.

11

Het is allemaal niet zo eenvoudig. We leven in een gecompliceerde tijd. Met het Coronavirus is het leven nog complexer geworden. En kijk naar de recente gebeurtenissen on ons land. Maar nog steeds is er de hand van Jezus’ op onze schouder. Hij is de Weg. Hij is De Waarheid. En Hij is het Leven. Zoals werd gezongen in de tussenzang: ‘Zegt tegen hen (de mensen): ”Ik ben de waarheid. Zegt tegen hen: “Ik ben het leven”. Hij had Zijn naasten lief tot op het kruis. Hij stierf voor ons een harde dood, ging voor naar Zijn Vaders huis’. Hij woont ins ons en ademt onze vrede. Niets hoeft ons te beletten om in Zijn geest te blijven bouwen aan een wereld in het licht.

12

Wachten wij op wonderen? God kan onze wereld niet redden. Hij heeft onze handen nodig. Wij moeten spreken, handelen, liefhebben. Zo gingen we in dit verhaal van de profeten naar de leraren. Ook die van onze tijd. Leraren voor elkaar zijn. Vanuit een open mind samen overwegen wat wij in ons leven belangrijk vinden. Blijven leren, met ons hoofd en met ons hart. Een gezamenlijke bezinning op wat goed is. En dan het goede doen. Op weg naar die nieuwe wereld… Daar aan de einder…