9 mei

Ari van Buuren

Handelingen 10 (25-26; 34-35; 44-48) Johannes 15, 9-17

  • 1

“Sla de wapens ons uit handen!” zong Meerklank in het Openingslied. Dat is een mooi, bijna Pinksteren-lied. Mooi ook, omdat het nu Moederdag is. En mei is de maand van Moeder Maria.

Afgelopen week stonden we stil bij oorlog en vrede. Op 5 mei vierden wij de Bevrijding. Het Duitse leger capituleerde in West-Europa op 8 mei 1945.

Een Duitse vriendin appte mij dezer dagen iets, wat ik niet wist. Zij schaamt zich er nòg over! In West-Duitsland sprak men namelijk tot 1985 over 8 mei als: de ‘Dag der Capitulatie’. Pas na 40 jaren Vrede en Vrijheid werd het de ‘Dag der Bevrijding’ genoemd.

  • 2

Onze vriendin uit Hamburg was blij om te horen, dat de Duitse Bundeskanzlerin Angela Merkel hier in ons land – zij het digitaal – de 5 mei-lezing mocht houden. Merkel ging op haar eigen verzoek ook in gesprek met scholieren en studenten. Wéér stappen ter verzoening.

Zo gaan muren tussen mensen open: de Berlijnse Muur, misschien ooit de Muur tussen Israël en Palestina. Voorop de liturgie zien we een in zo’n muur gehakt gat in de vorm van een hart, waardoor mensen elkaar bereiken. Zo wordt een Muur een Altaar!

Rond 4 en 5 mei gaan telkens harten open, pijnlijk open. Herinneringen worden opgehaald. We zien laatste beelden of woorden van mensen in oorlogstijd.

Ontroerend is ook, dat er elk jaar nog ‘nieuwe’ oude gegevens opduiken: foto’s, brieven, dagboekschriften en stukjes film. Zelf zag ik een programma over de Joodse Martelares Etty Hillesum.

  • 3

Het oorlogsverleden overkwam ook Roxane van Iperen. In 2012 betrok zij de villa ’t Hooge Nest in Naarden. Onder vloeren en achter muren vonden ze papieren, verzetskranten en onderduikruimtes uit de Tweede Wereldoorlog.

Roxane schreef er in 2018 het befaamde boek ’t Hooge Nest over, o.a. over de Amsterdamse Joodse zusjes Janny en Lien Brilleslijper.

Roxane van Iperen hield nu de 4 mei-voordracht in de Nieuwe Kerk op de Dam. Zij sprak indrukwekkend over het luisteren naar vele ongehoorde ‘Stemmen uit het diepe’: “De stemmen vertellen ons wellicht iets wat we niet willen weten. Dat vergt rouwarbeid. Afdalen, stil zijn en álle stemmen aanhoren, ook de diepste uithalen van smart en angst.”

We zijn hier nog niet klaar mee! Het is als een onaf spiritueel testament…

  • 4

Dit alles moet en wil ik ook verbinden met het Evangelie, het Testament van Jezus. Wij horen Jezus vandaag o.a. zeggen: “Geen gróter liefde kan iemand hebben dan deze: dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden…”

Dit horen we uit Johannes 15. Johannes vertelt, hoe Jezus na de Voetwassing bij het Laatste Avondmaal aan tafel zit met zijn leerlingen. Lang praat hij met hen over zijn afscheid. Hij bereidt hen voor op zijn sterven.

Dit is òòk rouwverwerking. Het is vòòr-rouw, van tevoren rouwen. Dat is zwaar. Maar je kunt zo ook laatste of vòòr-laatste woorden meegeven, die voor de achterblijvers van grote betekenis en onvergetelijk zijn! ‘Haar, zijn gedachtenis zij tot zegen’, zeggen Joodse gelovigen over hun doden.

Het gemis blijft. Tegelijk voel je naast verdriet ook zoiets als pijnlijke zegen en troost. Psalm 23 komt tot vervulling: “Zelfs al ga ik door een dal met de schaduw van de dood – dan gaat God naast mij.” God geeft zeker niet direct licht. Maar in het donker loopt God met ons mee.

  • 5

Etty Hillesum vraagt niets aan God, ook geen troost of zegen. Nee, zij spreekt een bijzondere mystieke belofte uit. Dit schrijft zij op zondagmorgen 12 juli 1942 als een gebed in haar dagboek: “Ik zal je helpen, God, dat je het niet in mij begeeft… Misschien kunnen we ook er aan meewerken jou op te graven in de geteisterde harten van anderen…. We moeten de woning in ons, waar jij huist, tot het laatste verdedigen”.

Wat wij in Johannes 15 lezen zijn dus laatste en onvergetelijke woorden van vòòr-rouw, die Jezus uitspreekt. Ze gelden voor na zijn sterven en Hemelvaart. Deze woorden zijn positief. Ze geven ons inspiratie. Ze geven ons een taak. Ze typeren ons mens-zijn in vier-voud.

Jezus gáát voor mensen die, 1: liefdevol – 2: vreugdevol – 3: vriendschappelijk – en 4: vruchtbaar zijn. Het opvallendste kernbegrip in zijn afscheidswoorden is tot 10x toe: liefde, liefhebben!

Jezus weet dat God de Vader hem heeft liefgehad. Evenzo en evenzeer heeft hij ons lief. En Jezus’ missie, zijn laatste wil is dat wij zijn liefde doorgeven, uitleven en voortzetten!

  • 6

St Augustinus, kerkvader uit de 4de eeuw, heeft veel nagedacht over die goddelijke liefde, die in ons woont. Hij zegt: “Liefde is niet zoiets als geld dat men weggeeft – men geeft het en men heeft er zelf minder van. Nee, liefde leeft, liefde groeit. Zij is het enige dat niet vermindert door te geven, maar vermeerdert. Liefde betekent dus vermeerdering van het leven. De liefde kan mij uitheffen boven mij zelf. De liefde maakt mij méér mens.”

Jezus zegt dus, dat zulke liefde vreugdevol en vriendschappelijk is. Vreugde is de weerspiegeling in je ogen van het licht van Gods liefde. Zo kijkt Christus ons aan, zo mogen of moeten wij elkaar aanzien.

Jezus noemt de liefde ook een gebod of taak. Dat is dus méér, veel meer dan een vraag! Vooral dit aspect bespraken we met de cantores van Meerklank bij de voorbereiding van deze viering.

Het gaat er om met alle consequenties van liefde, vreugde en vriendschap te leven. Dan wordt het leven een vruchtbaar bestaan voor elkaar: zonder aanzien des persoons (zoals we hoorden in de eerste Lezing) en als ranken aan de Wijnstok die Christus is.

  • 7

Liefde is zoals moeder Aarde ons draagt. Liefde is zoals een moeder kijkt naar haar kind; zoals Maria kijkt naar Jezus. Zulke liefde is onvoorwaardelijk. Zulke liefde aanhoort alle angst en smart.

Jezus zegt: “Blijft in mijn liefde.” Letterlijk staat er: “Woont in mijn liefde!” Liefde is een woonplaats. Een woning voor God en ons.

Etty Hillesum zegt in haar gesprek met God: “We moeten de woning in ons, waar jij huist, tot het laatste verdedigen.”

We moeten zo ook elkaar verdedigen. God woont in elk van ons. Wij zijn op aarde het Lichaam van Christus.

In de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen