19 september
Ds René Visser - Vredeszondag
Onbegrijpelijk! Hoe kunnen ze het doen! Dat woord viel nogal vaak in de afgelopen weken. Bijvoorbeeld toen we het gehaaste terugtrekken bekeken vanuit Afghanistan. Collectieve verontwaardiging! En het onbegrip werd deze week collectief geuit in de tweede kamer, wat minister Kaag positie kostte. Maar het ene nieuwsbericht was nog niet klaar of het volgende diende zich alweer aan. De coronapas. Voor de één een fraai perspectief van meer vrijheid, voor de ander een onbegrijpelijke maatregel.
Tussen Jezus en zijn leerlingen is ook onbegrip. Zij begrijpen niets van zijn lijdensaankondiging. Hoe kan Jezus het nu zeggen dat Hij overgeleverd zal worden in de handen van mensen, en dat die mensen hem niet zullen accepteren maar verwerpen en uiteindelijk zelfs ter dood brengen. Maar de leerlingen zijn op een heel ander niveau bezig. En ze moeten op dit moment even niets van die boodschap hebben. Want ze zijn niet met de toekomst die Jezus voor ogen heeft, maar met de toekomst die zij zelf voor ogen hebben. Namelijk wie is de grootste in het koninkrijk. Wie is de belangrijkste. Een belangrijke vraag toch?
Wie is de belangrijkste, wie heeft het voor het zeggen. En misschien in deze tijd, wiens belang weegt het zwaarst. En daarmee gelijk de vraag wie heeft het voor zeggen. Het lijkt zo vanzelfsprekend om daarover te spreken en te denken. Zeker in de tijd waarin we nu leven. We denken het zelf precies te weten en we vrezen vaak voor ons comfort en gemak. Ook wij dwalen gemakkelijk af bij de woorden van Jezus, en begrijpen het vaak maar moeilijk, wat hij precies bedoelt.
Zou Jezus ook ons kunnen bevragen? Waar had je het over, waar dacht je aan, in deze vredesweek? Dan blijven wij denk ik ook vaak bij een wat beschroomd stilzwijgen. Omdat we moeten toegeven dat we wel erg vaak aan onszelf dachten. Maar Jezus laat het daar niet bij. Hij wijst een weg. Als we dan inderdaad de belangrijkste willen zijn. Namelijk de minste van allen willen zijn en voor iedereen een dienaar. Het zijn bekende woorden. Maar denk het je eens in. Niemand onder je hebben, maar ieder boven jezelf stellen. Dat is onbegrijpelijk toch.
En toch, dat is de enige wijze om in het koninkrijk van God de eerste te zijn. Jezus gaat ons voor. Hij laat zien dat God hiertoe bereid was. Dat Hij het belang en de redding van de mensheid boven zijn eigen belangen stelde. Dat Hij bereid was om de ultieme prijs te betalen, om de mens te verlossen. Jezus zelf achtte het leven van u, jou en mij, zo waardevol, dat Hij bereid was om zijn eigen leven daarvoor op te geven en neer te leggen. Het is onbegrijpelijk! Zoveel liefde! Van de God die ons door en door kent. Dat is de basis waaruit we leven, hier. De vrede die we ontvangen met God. En het is vanuit die liefde, dat Jezus ons vraagt met Hem mee te gaan. Luther zei het mooi:
Een christen is een vrij heer over alle dingen en niemands onderdaan.
Een christen is een dienstbare knecht van alle dingen en ieders onderdaan.
En dan maakt Hij het heel inzichtelijk, met dat kind dat Hij erbij haalt. Een kind, in die tijd nog meer dan nu, een wezen dat nog niet meetelde. Als een kind iets was, dan was het geen volwassene. En die krijgt nu plotseling een ereplaats in het midden van de discipelen. Een kind dat er bovendien nog weinig van begrijpt of mee bezig is. En het is de vraag aan hen of zij dit kind kunnen ontvangen in zijn naam. Of zij dit kind boven zichzelf kunnen stellen. Misschien heb je het weleens ervaren, dat je als kind ergens werd ontvangen – eigen ervaring. Het is de wijze waarop God ons ontvangen heeft.
En zou het ons lukken om dat ook te doen. Om een kind zo te ontvangen in Jezus naam. Om de ander, juist die je niets te geven of te bieden heeft in Jezus naam een plek aan te bieden, aan je tafel, of in je gedachten, of in je agenda? Misschien juist wel die ander voor wie je geen begrip hebt, die ver van je af staat of met wie je niet zoveel hebt. En we daarmee niet ons belang zoeken, maar dat van de ander. Dat is onbegrijpelijk voor de wereld om ons heen en misschien wel voor ons zelf. Maar stel je het eens voor, dat het zou lukken. Dat we er echt werk van zouden maken, van het belang van de ander.
Hoe doe je dat? Nu de woorden van Psalm 139 helpen ons op weg. Als gebed tot de God die met ons gaat en ons doorgrondt om onszelf te doorgronden en Hem te leren volgen op de weg die Hij ons wijst. Amen