1 oktober

Overweging Ari van Buuren - Startzondag

Ezechiël 18,25-28; Matteüs 21,28-32

 

Deze korte gelijkenis van Jezus over een vader met 2 zonen: de een zegt ‘Ja’ en doet ‘Nee’, de ander zegt ‘Nee’ en doet ‘Ja’ – zij is als een puzzel om van alle kanten te bekijken. Zo’n puzzel zie ik ook in onze parochie en haar toekomst. Hoe krijgt alles een plaats?

 

Deze parabel komt alleen in het Matteüs-evangelie voor. Lukas 15 vertelt de gelijkenis van de Verloren Zoon. Misschien is onze gelijkenis een korte versie van die andere gelijkenis.

Er komen verschillende mensen in beeld: hogepriesters, oudsten, een wijngaardenier, tollenaars, hoeren en Johannes de Doper. Zij leven in gescheiden werelden. Er zijn mensen, die toen en nu zeggen: “Eigen volk eerst!” Anderen zeggen: “Nee, we leven steeds meer in een multiculturele wereld.”

Er waren toen ook geloofsverschillen. Jezus zegt tegen de clerus van toen, de hogepriesters en oudsten: “Jullie hebben Johannes de Doper geen geloof geschonken!” De vraag voor ons is: “Wie schenken wij geloof?” Of proberen wij sámen kerk te zijn?

 

Jezus zegt: “Hoeren en tollenaren gaan jullie vòòr in het Rijk van God!”

Wat Jezus zegt riep veel ergernis op. Net als onze Amsterdamse Oude Nicolaaskerk was Jezus midden in de rosse buurt te vinden. De tollenaars representeren uitbuiting zoals in onze toeslagen-affaire. De hoeren representeren losbandigheid. In die context klinkt Jezus’ gelijkenis.

Enkele dingen in deze gelijkenis wil ik aanstippen.

Met name noem ik het puzzelwoordje ‘vandaag’. De vader vraagt zijn zoons: “Ga vandaag werken in mijn wijngaard”. Dit woord ‘vandaag’ staat meermaals in het Nieuwe Testament. Zo zegt Jezus tegen de tollenaar Zacheüs: “Ik moet vandáág in je huis zijn!” (Lukas 19). Jezus aan het kruis zegt tegen die ene moordenaar (Lukas 23): “Vandáág nog zul je met mij in het paradijs zijn.”

In het Onze Vader bidden wij letterlijk: “Geef ons vandáág ons dagelijks brood”. En te midden van de vogels en de bloemen (Matteüs 6) zegt Jezus met zoveel woorden: “Geniet vandáág!”

Wat staat vandáág op onze kerk-agenda? Wat Arthur Anderegg, voorzitter van ons Locatie Bestuur, er vandaag over zegt kunt u nalezen in het oktober-nummer van Hofnieuws.

Het gaat er primair om, dat wij veilig zijn bij elkaar. Jezus protesteert niet tegen heiligheid, maar tegen schijn-heiligheid! Dáárom zegt Jezus: “Hoeren en tollenaren gaan jullie vòòr in het Rijk van God.” Zij zijn ‘er’ dus éérder! Terwijl wij: de clerus en actieve praktiserende kerkleden misschien denken, dat wij vòòr liggen op die anderen met een mindere moraal.

Toch zegt Jezus, dat zij voorgaan. Zij leid(d)en een vervuilend en vervuild leven, maar zij krijgen een vervuld leven. Kiezen wij soms met móóie woorden voor vervuiling van het geloof? Er is toch ook huichelarij, dubbel-zinnigheid en schijn-heiligheid?

 

Of kiezen wij voor vervulling van het geloof? Dan gaan wij best door emoties heen. De vader vraagt aan de zijn zoons, of ze aan het werk willen gaan. Een zoon zegt ‘Nee’ daartegen. Later krijgt hij spijt, berouw en gaat toch! De andere zoon zegt ‘Ja’, maar doet ‘Nee’…

 

 

Ik denk, dat wij altijd worstelen met ons ego. De ja-zegger wil zijn ego mooier voordoen dan het is. De nee-zegger uit zijn ego volop. Hoe gaan wij daarmee om? Biechten wij dit op aan elkaar? Of blijven we in de buitenkant steken?

Er zijn ook nee-zeggers, die bij hun ‘Nee’ blijven. Hoogstens zeggen ze: “Sorry”. Of: “Nou, en?” Of zoiets als: “Het spijt me, dat ik geen spijt heb…”

Anderen zeggen: “Als ik overnieuw zou mogen beginnen, dan zou ik het anders doen…” Klopt dat?

Jezus laat ons puzzelen, of onze woorden overeenstemmen met onze daden. Daarom is de uitdaging van het komende seizoen 2023-2024 om tussen Ja en Nee onze weg te zoeken! Staan wij werkelijk open voor de ander? Zijn wij bereid om samen met mensen uit andere parochies de Kerk nieuw gestalte te geven?

Dan zeggen we niet: “Zoals het hier gaat moet het blijven gaan”.  Maar we zeggen: “Hòe gaan we samenwerken in de wijngaard van de Heer?” Naast ons bevindt zich misschien iemand, die eerst ‘Ja’ zegt en daarna ‘Nee’ doet òf iemand, die eerst ‘Nee’ zegt en daarna Ja doet!… Wat zeggen en doen wij zèlf?…

Wat is trouwens misschien het bekendste Ja-woord? Is dat niet het Ja bij een partnerkeuze of een huwelijkssluiting? Besef je dan eigenlijk wel wat je zegt? Of moet je dit Ja eigenlijk nog veróveren in de relatie met de ander? Gaandeweg ontdek je ook je Nee: bij irritaties aan de ander, die b.v. in de badkamer nooit opruimt?

Onze ouders zegden Ja bij de Doop van hun kind. Een jeugdig Ja klinkt bij ons Vormsel. Je belooft Ja aan een partner. Maar ons Ja moet telkens weer veróverd worden, ook in de puzzel van de liefde!

We moeten dat samen met elkaar veroveren. Het is aan òns om deze woorden tot vlees, tot realiteit te laten worden ook in ons nieuwe parochie-seizoen.

De profeet Ezechiël is eigenlijk nog feller dan Jezus.

Hij is fel tegenover mensen, die vinden dat God niet rechtvaardig genoeg is. Wij willen het liefst, dat God zonder pardon het goede beloont en het kwade bestraft. Ezechiël zegt dan: “Als een rechtvaardige zich van zijn rechtvaardigheid afkeert en kwaad gaat doen, dan zal hij daaraan sterven.” En: “Als een boosdoener zijn leven herziet dan zal hij voorgoed met en bij God leven”. Dit zijn profeten-woorden om bij te huiveren of je te verwonderen.

In de Kerk als enige plaats in de samenleving – durf ik toch zeggen – klinken de wetten van Gods Koninkrijk. Wie ‘Ja’ zegt en ‘Nee’ doet, helaas. Wie ‘Nee’ zegt, maar omkeert en ‘Ja’ gaat doen: gelukkig, je hoort bij God. Máár: dat is een groeiproces.

Laten wij elkaar zo’n groeiproces gunnen!

De samenleving valt echter vaak in groepen uiteen. Mensen waarderen elkaar niet, willen dat ook niet en maken elkaar voor vuilnis uit. Binnen de Kerk horen hoog en laag, eenvoudig en geniaal, man en vrouw – wij horen bij elkaar, wij zijn zusters en broeders.

Wij mogen in dat spoor weer op weg gaan naar Gods Rijk. Ik hoop, dat wij Jezus’ puzzel in het komende seizoen weer opnieuw gaan leggen.

 

Lof zij Christus! In de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen