18 juli

Ari van Buuren

Jeremia 23, 1-6 en Marcus 6, 30-34

1

Vandaag lezen we in deze juli-maand voor de derde keer uit Marcus 6.

Als je regelmatig naar de zondagse vieringen gaat besef je soms beter, hoe alles met elkaar samenhangt. Zo ging Jezus zelf op de sabbat altijd naar de viering in een synagoge.

Pijnlijk is voor hem die keer, dat hij voorgaat in de synagoge van Nazareth, zijn vaderstad. De aanwezigen ergeren zich nu rot aan hem: “Wat verbeeldt hij zich wel?!”

Volgens Lucas willen ze zelfs een aanslag op hem plegen, maar dat mislukt. “Profeten worden in hun vaderstad of door hun eigen verwanten miskend” zegt Jezus.

Hierover hoorden we in de overweging van Frank de Haas op 4 juli.

Bij de nazit spraken we ook over profeten in onze tijd. De naam van Peter R. de Vries viel niet, nog niet. Hij was een geweldig misdaadjournalist, maar misschien toch geen profeet…

2

Na het incident in de synagoge van Nazareth stuurt Jezus volgens Marcus 6 zijn 12 leerlingen twee aan twee op pad. Jezus zendt hen op weg: zonder ballast of bagage of beveiliging; in eenvoud en bescheidenheid.

Voortaan heten zij ‘apostelen’: gezondenen. Hun missie is het om het evangelie te verkondigen, demonen te verdrijven, en zieken te zalven en te helen.

Dit hoorden we vorige week zondag 11 juli, bij de installatie van onze pater Marianus door Mgr Hendriks als Pastoor van het Samenwerkingsverband ‘Clara & Franciscus’.

Toen viel vanwege de aanslag op Peter R. de Vries zijn naam in de preek van de bisschop: “Probeer te leven voor recht en recht­vaar­dig­heid, voor waar­heid en goed­heid” zei Mgr Hendriks. Janneke de Bruin bad voor Peter R. de Vries en zijn gezin in de voorbeden. –

Dit is nog maar één week geleden.

3

Op 11 juli lazen we ook teksten van de profeet Amos, vandaag van de profeet Jeremia.

Zij profeteren en protesteren namens God tegen de misdaden van de herders van hun volk.

Uit de context blijkt, dat Jeremia met de ‘herders’ zowel koningen als priesters en profeten bedoelt. Jeremia hòònt van alle drie hun kwalijke praktijken en leugens, hun mooie praatjes, hun zelfvoldaanheid en onrechtvaardigheid.

Bij zulke ‘herders’ raken mensen verloren, tellen mensen en hun levens niet mee! Het is hun een rot-zorg, hoe het met de mensen gaat. Bij zulke leiders komt de onderwereld aan de macht. Weg met hen!

Volgens Jeremia neemt God hen de maat. En God zegt volgens de profeet: “Dan stel Ik herders aan, die werkelijk weiden. Mensen hoeven niet meer bang of angstig te zijn, geen van hen wordt nog vermist.”

Ja, was dit maar wààr. Dit is de taal van onze diepste en eeuwenoude dromen. Dit zei ook Martin Luther King: “I have a dream!”….

4

Maar tot groot verdriet van ons allen stierf Peter R. de Vries donderdag jongstleden. De onderwereld bracht hem met alle geweld tot zwijgen.

In vele kranten stond gisteren een pagina-grote rouwadvertentie van de familie voor Peter R. de Vries. Zijn kinderen lieten daarin de Leefregel afdrukken, die hij hun meegaf.

Ik citeer: “Blijf wie je bent…. Houd als het nodig is je rug recht, kom op voor de zwakkeren en minderheden, zeg eerlijk wat je vindt en luister naar je rechtvaardigheidsgevoel. En breng dat weer over naar je kinderen. Dan komt het allemaal goed.”

Een indrukwekkend, koninklijk appèl. En ontroerend staan hier nog 4 woorden van zijn kinderen onder – deze: “Pap, het komt goed!”

5

En wij? Geloven wij dit? Geven we dit door aan de kinderen in ons midden?

Of zijn en blijven we vooral machteloos: boos of/en verdrietig?

‘Het komt gòed!’ – zo herhalen de kinderen De Vries, Kelly en Royce dat met een uitroepteken!

Dat is toch een belofte èn een soort geloofsbelijdenis?!…

Zeiden wij dàt maar ’s vaker tegen elkaar en tegen God zelf! Want wij zijn mensen-met-een-missie van Jezus!

Dan protesteren we tegen de criminaliteit! Dan mobiliseren we energie, heilige energie!

Dit mòet en dit kàn juist in zware tijden. Laten we zo ook nog meer solidair met elkaar worden zoals dit nu gebeurt in de watersnoodgebieden van Limburg, Duitsland en België.

6

Vandaag komen we – verder lezend in Marcus 6 – de apostelen tegen, nadat zij hun eerste missie hebben volbracht. Hun missie om zieken te zalven, mensen tot omkeer te brengen, en demonen uit de onderwereld te verjagen.

Dat deden zij dus heel kwetsbaar en onthecht: zonder ballast, bagage of beveiliging. Ze brengen bij Jezus verslag uit van hun eerste ervaringen. Het is een sfeer van supervisie of intervisie.

Jezus stelt hun dan ook voor om ‘s even tijd voor zichzelf te nemen. Het is tijd voor een mini-vakantie, een korte retraite. Even weg uit de drukte…

Daarom gaan Jezus en zijn apostelen samen scheep naar “een eenzame plaats, om alleen te zijn”. Marcus gebruikt een Grieks woord (‘erèmos’), dat zoiets betekent als: Niemandsland. Want Jezus en zijn gemeenschap hebben gewoon even alle rust van de wereld nodig, ruimte en stilte.

Leven met God en met elkaar volgt het ritme van inademen en uitademen, van samen en alleen, van eb en vloed.

7

Jezus gaat het schip uit. Hij ziet dan geen stille plek. Hij ziet een grote schare in dat Niemandsland. Niemands land? Niemandsland is van en voor iedereen. Ze zijn Jezus achterna gegaan, ze zijn zelfs eerder dan hij in Niemandsland….

Jezus raakt niet geïrriteerd, maar hij voelt medelijden met al die mensen. Een betere, diepere vertaling is: Jezus wordt met ontferming bewogen. Mededogen welt in hem op.

Hij voelt zorg voor die menigte mensen. Hij ziet hen als ‘schapen zonder herder’. Hierbij denkt Jezus aan Mozes. Vlak vòòr zijn dood uit Mozes in gebed zijn zorg (zie Numeri 27,17), dat zijn mensen herderloze schapen worden.

Laat mededogen groeien. Daarover onderrichtte Jezus toen uitvoerig.

Laten wij als volgelingen van Jezus na de dood van Peter R. de Vries meer – nòg meer en intenser herderlijke, pastorale zorg voor elkaar in de wereld betrachten!

Ja, het komt goed.

Dat belooft God aan ons. Beloven wij dit aan God? ……. Amen