6 november


Overweging Han Hartog

PREEK WILLIBRORDZONDAG 2022

Op de laatste zondagen van het kerkelijke jaar denken we na over de laatste dingen. Wat is het einde van alles? Is het einde zoals wij het in de wereld beleven – dood, verval, een totaal ‘niets’ – het definitieve einde. Of mogen we hopen op de bekroning van ons leven, op een leven voorbij de horizon van aardse tijd en ruimte? Is de hoop op de komst van het rijk van God, en op een eeuwig leven voor diens aangezicht, de basis van onze roeping in het leven Niet zomaar een vraag, maar de vraag naar wat de zin en betekenis van het leven van ieder van ons is.

Het boek Makkabeeën vertelt over zeven broers. Zeven broers die de vraag helder beantwoorden. De ware zin en betekenis van hun leven vinden ze in de trouw aan het door de voorouders overgeleverde geloof. In een onwankelbaar vertrouwen op het eeuwige leven in het rijk van God, houden zij vast aan hun roeping, zijn zij bereid daarvoor álles te geven.

Hoe beantwoorden wij de vraag naar de zin en betekenis van óns leven? Wat is ónze roeping? Ook aan óns is de gelovige traditie overgeleverd. Traditie staat gemakkelijk op gespannen voet met een zich ontwikkelende tijdgeest. Wat is die traditie óns allemaal; wat is die waard voor ieder van ons persoonlijk?

Vandaag hebben we níet de tweede Bijbeltekst uit de tweede brief aan de Tessalonicenzen gelezen. Paulus schrijft dat Christen van alle tijden standvastig kunnen zijn juist vanwege de troost en hoop die God, de Vader, in zijn liefde geeft. “Moge de Heer uw harten neigen tot de liefde van God en de standvastigheid van Christus”. Iedere Christen is geroepen om standvastig te zijn. Ook wij. Wat is ónze roeping? Waar staan wij – samen – voor?

Veel tijdgenoten van Jezus – zoals de Sadduceeën -geloofden níet in de verrijzenis. De lichamelijke dood was voor hen het definitieve einde. Vandaag willen een paar Sadduceeën Jezus overtuigen van de ónzin van Zijn geloof in de verrijzenis. Ze geven een voorbeeld van een vrouw die – keurig volgens het voorschrift van Mozes – achtereenvolgens met zeven broers trouwt. En stellen dan de vraag met wie van die zeven de vrouw dan – bij haar verrijzenis in het eeuwige leven – uiteindelijk getrouwd zal zijn. Jezus maakt de Sadduceeën duidelijk dat zij teveel uit gaan van ménselijke denkkaders. Ze maken van de verrijzenis een áárdse gebeurtenis, een soort reanimatie. Jezus legt uit dat de verrijzenis niet van deze wereld is, maar die van die andere wereld, die van God.

Jezus zegt hen: “Zij die deel krijgen aan de andere wereld huwen niet, omdat zij niet meer sterven zijn ze als de engelen”. Mensen huwen op áarde: omdat ze stervelingen zijn. Ze kunnen het leven alleen doorgeven door kinderen te krijgen. Daar begint ook het besef van de gelovige traditie die door alle generaties heen wordt overgedragen. Uiteindelijk gáát het er niet om om de vraag naar de verrijzenis te beantwoorden. Het gaat er om, om ons te realiseren dat de levende traditie van ons geloof uitgaat naar de God die zich noemt: “De God van Abraham, de God van Izaäk, en de God van Jacob”. Zíj, Abraham, Izaäk en Jacob, geloofden in de God die geen God is van doden maar van levenden. Zagen het standvastig als hun roeping om dat geloof levend te houden, door het door te geven aan komende generaties. Zij gaven en geven het leven door tot in onze dagen, tot in de verre toekomst. Uit alles blijkt dat wat we eeuwig leven noemen, te maken heeft met waar we voor staan. Waar we bereid voor zijn om offers te brengen. Waarden die we ontdekt hebben in het leven zoals het ons is overgeleverd en zoals we het aantroffen. Waarden die zin en betekenis aan ons leven geven. Traditie is de manier waarop mensen door geven aan de volgende generatie alles wat eeuwigheidswaarde heeft en wat we niet willen en kunnen verloochenen.

De kerkelijke traditie waarvan wij deel uitmaken staat of valt met het geloof in Jezus Christus en daardoor met de verrijzenis en het eeuwig leven. Christenen in Nederland staan allemaal op de één of andere manier, bewust of onbewust in die traditie van het geloof in Christus. De gelovige traditie die de Heilige Willibrord in onze streken is komen brengen.Dat was zíjn roeping, daar stond híj voor, daar heeft hij álles voor over gehad.

De theoloog Jaroslav Pelikan zegt het volgende over de betekenis van de Christelijke traditie: “Traditionalisme – traditie met zichzelf als enig doel -is het dode geloof van de levenden. Traditie – ingezet als míddel – dát is het levende geloof van de doden.”

Het is de traditie van de liefde van Christus, van het eeuwige leven voor God, van de lévende overlevering van alle heiligen die ons zijn voorgegaan. De oecumene van het hart die alle heiligen verbindt. Een traditie die ook óns alles waard is. Waar wíj alles voor over hebben.

Moge de Heer – naar het woord van Paulus – onze harten neigen tot de liefde van God en de standvastigheid van Jezus Christus. Moge we daardoor bevestigd worden in ons gemeenschappelijk christelijke geloof. In het geloof dat onze God geen God van doden is, maar een God van levenden. Amen