10 januari

Overweging Frank de Haas

Jesaja 55, 1-11; Marcus 1, 7-11

Beste medeparochianen,

1

Bij het voorbereidende gesprek voor deze viering – leden van Meerklank en de voorgangers kwamen bij elkaar – kregen we niet zoveel greep op de eerste lezing van vandaag. In tegenstelling tot de evangelielezing. Op die lezing wil ik me in deze overweging concentreren, deze tekst biedt al veel stof ter overdenking en inspiratie. Maar ik zal nog wel een enkele opmerking over de eerste lezing maken.

2

We lezen hierin dat God de Heer zich richt tot de dorstigen. Hij beveelt hen met klem aan om te reageren op zijn oproep. Want zij kunnen hun dorst lessen, hun honger stillen, zij kunnen zich laven, zij kunnen leven. Die dorstigen zijn de ballingen in Babylonië. Zij verkeren in kommervolle omstandigheden. En dan spreekt God over David. Een man die vorst en gebieder zal zijn. De Heer zal met David een eeuwig verbond beginnen. Eerst wordt alleen David aangesproken. Maar daarna heel het volk. De Heer doet het goede voor Zijn volk. Zoek die Heer die zich over je ontfermt. De grootsheid van de Heer komt tot uiting.

3

Het bekende Evangelieverhaal is mooi en toegankelijk. Zie hoe bescheiden Johannes de Doper zich opstelt. Hoor wat hij zegt: ‘Na mij komt die sterker is dan ik, en ik ben niet waardig mij te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken’. En dan staat er dat Johannes doopt met water, maar Jezus met de heilige Geest. Jezus uit Nazareth is voor zijn doop naar de Jordaan gekomen. En toen hij weer omhoog kwam uit het water scheurde de hemel open en daalde de Geest neer als een duif. Daarna zijn er de schitterende slotregels: ‘Gij zijn mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb ik welbehagen’.

4

Marcus begint zijn evangelie met de tekst die we gelezen hebben. Wie is die Jezus Christus die zich laat dopen in de Jordaan? Hij is die veel grotere persoon die na Johannes komt. Hij doopt met de Heilige Geest. Als zoveel andere mensen laat Jezus zich dopen. De hemel scheurt open. Ten teken dat de redding nabij is. Jezus is niet zomaar iemand. Hij is de Zoon van God. En hij zal zich na deze doop nadrukkelijk als een weldoener gaan manifesteren. Zoals in het openingslied gezongen werd:

’t Is ‘n kind van God, vol van liefde,

’t Is ‘n kind van God, vol belofte.

Wat bracht hem op aarde?

Wie kon hem verstaan?

Een voorbeeld hoe DE weg te gaan.

5

Deze woorden nog iets verder uitgewerkt: Jezus’s komst naar de Jordaan, de hemelen die scheuren, de duif en de stem: zij duiden op het afdalen van God zelf. God zelf laat zich zien. Het Woord (dat is God) zal blijven bestaan, het werkt voor eeuwig door.

6

Daar waar God zich kenbaar maakt, daar is toekomst, een nieuw begin. Zoals we zulke momenten vaker in de bijbel aantreffen. Johannes en Jezus worden hier beiden getoond als oprechte mensen. In hun ontmoeting daar bij de Jordaan is ruimte voor God. Laten we dat vasthouden: in de ontmoeting tussen mensen is ruimte voor God, daar is Hij aanwezig.

7

Wij christenen zijn vertrouwd met de doop. De meesten van ons werden op zeer jonge leeftijd gedoopt, als keus van onze ouders. Sommigen van ons, ook in deze gemeenschap, hebben zich later laten dopen. Vanuit hun eigen keus. De dopeling wordt welkom geheten in de gemeenschap. Je mag er zijn, je mag erbij horen. Wij, zeker als volwassen mensen, vinden onze levensoriëntatie in ons geloof. De richting in ons leven. En we weten ons welkom in die gemeenschap. Worden door die gemeenschap gedragen. Is dat niet de mooiste vorm van verbinding die we als gelovigen kunnen ervaren? Het gedragen worden?

8

De Geest wordt ons gegeven. De aanjager. In die diepliggende rivier de Jordaan wordt Jezus gedoopt. De betekenis van Jordaan is zoiets al afdaler. Het is een belangrijk moment en een heel belangrijk teken. Want Zijn doop is het eerste dat we van hem meemaken. We weten hoe dat leven eruit gaat zien. Regels uit het communielied dat straks wordt gezongen:

‘Wie is die man, die man uit Nazareth? Die zo mooi preekt en op de mensen let?

Hij gaat van plaats naar plaats en waar Hij gaat,

daar trekken mensen met Hem mee

omdat Hij weet waar het om gaat’.

Het afdalen is een afdalen naar gewone mensen. Het is geloof en overgave. En de doop staat voor roeping en voor keuzes die je in je leven maakt.

9

De doop is beslist een fundamentele keuze. Natuurlijk maken we in ons leven ook wel keuzes die we op zeker moment heroverwegen. En naarmate we ouder worden, brengen we verdieping in die keuzes aan en nuancering. Want we blijven ons een levenlang ontwikkelen. Jezus verbond zich met gewone mensen. En Zijn Vader bevestigt hem. Jezus is een gezondene en God doet goed via Zijn Zoon.

10

Door de doop, en met ons geloof zijn we welkom in de gemeenschap en kunnen we daarin meedoen. Dat is geen vrijblijvende keus. Een omgeving van gastvrijheid. Hier, op deze plek. En hopelijk ook elders in ons leven. Met de Geest als ‘begeesterende kracht’ in in ons bestaan. Jezus liet met zijn doop zien wie Hij wil zijn. In verbinding met heel gewone mensen, ook met zondaars. Het is mooi en vol betekenis als ook wij ons laten bevestigen in onze zending. En net als Jezus gedreven door de Geest van God.

11

Het is onze opdracht om mee te werken aan de bouw van Zijn koninkrijk. De totstandkoming van een nieuwe aarde. Gesteund door Jezus’ voorbeeld. Gesteund door God, alle dagen. Daarmee staan we in een lange geschiedenis. Dat we ons inzetten voor dat land van belofte. Dat land van melk en honing.

12

Eerder in mijn verhaal zei ik dat in de ontmoeting ruimte is voor God. Dat is een mooi beeld. Er zijn vele soorten ontmoetingen. Door ons hele leven heen. En zo bevat ook deze lezing weer een oproep. Een appel. Om bewuste keuzes te maken. Om Zijn schepping te onderhouden. Om een nieuw begin te maken. Daarvoor is het nooit te laat. Want keuzes kunnen altijd heroverwogen worden. Waarbij we de ander verwelkomen, in gastvrijheid. Ieder mag er zijn. Op die weg die we samen gaan. Zoals in het slotlied straks wordt gezongen: ‘Samen kunnen wij ons geven, samen kunnen wij bestaan, samen zullen wij ’t beleven, een nieuwe wereld zal ontstaan’.

Amen