25 juni

Overweging Ari van Buuren

Jeremia 20,10-13 en Matteüs 10, 26-33

 

Wat was, èn wat is dit weekend spannend. Het is adembenemend!…

Op het nippertje lijkt Rusland te ontsnappen aan een Burgeroorlog: een oorlog tussen de leider van de Wagnergroep Prigozjin en de Russische president Poetin. Beiden verklaarden, dat zij toch geen Russisch bloed willen vergieten. Intussen gaat hun vergieten van Oekraïens bloed maar door…

Maar – de wereld hield gisteren wèl haar adem in….

 

Je adem inhouden! Gisteren werd in Den Haag de Veteranendag gevierd.

Koning Willem-Alexander nam op de Kneuterdijk het defilé af van meer dan 4000 veteranen en militairen. Dit zijn allemaal mensen, die waar ook ter wereld in vredesmissies bloedvergieten wilden stoppen. Het heeft hun veel gekost. Velen liepen wonden op en trauma’s, die tot op vandaag doorwerken. Hun leven kwam achter adem…

 

Ook de profeet Jeremia maakte adembenemende tijden mee. Hij leefde van circa 645-587 vòòr Christus. Dat vòòr-christelijke jaar 587 leidde tot de val van Jeruzalem, waarmee ook de Babylonische ballingschap begon.

De tijd en de samenleving, waarin Jeremia leefde, waren niet veel anders dan de onze. Het was een wereld vol oorlogsdreiging. Het was een samenleving als de onze: vol hedonisme, waarin mensen vooral naar plezier en genot lijken te jagen. Jeremia verhief zijn profetische stem tegen alle sociaal onrecht en tegen religieuze zelfgenoegzaamheid. Hij kon het gewoon niet làten!

We lazen zojuist enkele verzen uit Jeremia 20.

Even eerder zegt hij, dat God zelf hem geeft geroepen om te protesteren tegen alle misstanden. Hij is een mens met een missie! “En als ik daarmee wil stoppen – dan laait het weer op als een vuur in mijn hart, en het brandt in mijn botten….”

Wij hoorden zojuist Jeremia zeggen, dat ze hem wilden arresteren. Zelfs z’n vrienden vinden hem een paniekzaaier, die overal ontzetting brengt. “Maar tòch: God, de Heer van de hemelse machten, geeft mij kracht en power!” zegt Jeremia.

Even later zegt hij weer héél wat anders – dat lazen we ook niet. Het is hem allemaal te veel. Zelfs vervloekt hij zijn geboortedag. “Was ik maar niet geboren. Het is mij allemaal te zwaar. Waarom moest ik de moederschoot verlaten??…”

Over trauma’s gesproken…

 

Jeremia moest òòk niets hebben van religieuze zelfgenoegzaamheid.

In zijn dagen waren er genoeg religieuze leiders en gelovigen, die zeiden: “Wij hebben onze zaak op orde! Wij hebben een mooie liturgie, en een prachtige tempel. Des Heren tempel zijn wij!” Jeremia moest er niets van hebben. Hij vond het mooie en lege woorden zònder ethiek, zònder goddelijke bewogenheid om slavernij en onrecht en oorlog.

Maar het kòstte Jeremia – zoals vele anderen – ook veel: wanhoop en vertwijfeling.

Al bleef het vuur, het goddelijke vuur wèl in zijn lijf en leden branden.

Laat zulk vuur ook in òns blijven branden, nu wij op weg zijn naar het steeds meer vormgeven aan onze nieuwe gezamenlijke en multiculturele parochie ‘Clara & Franciscus’.

In hoeverre zijn wij mensen-met-een-missie?

In hoeverre kunnen wij of willen wij mensen-met-een-missie zijn?

 

We horen Jezus in het zondagsevangelie: Matteüs 10 zeggen: “Weest niet bang!”

Hij zegt dat direct nadat hij zijn 12 leerlingen heeft uitgezonden, zijn missie heeft gegeven. Zij mogen, zij moeten zijn boodschap gaan verspreiden en Hem representeren. Hij geeft hun de nodige toerusting en instructies. Hij zegt daarbij: “Ik zend jullie als schapen onder de wolven….” Hij voorzegt hen dus ook een lastig lot, dat op dat van Jeremia lijkt.

Maar: weest niet bang voor de mensen.

Weest niet bang voor die mensen, die je lichaam kunnen doden. Want ze kunnen nooit, nòòit je ziel doden! Dat zien we gebeuren in Oekraïne: de onafhankelijke ziel van de mensen daar is sterker dan ooit!

Hoop, moed en vertrouwen worden gemobiliseerd. We zien en ervaren het in het offer van liefde van Jezus. God erkent ons mensen. God waardeert ons mensen. God tèlt haren en mussen en mensen… God verloochent ons niet! En wij? Leven wij, handelen wij hiernaar?

 

Mariëtte wees mij er op, dat er onlangs voor het eerst christenen meededen aan klimaat-demonstraties. Het kwam zelfs op het Journaal. Dan moet je dus niet bang zijn…

Laat je oor niet naar anderen hangen, maar treed uit je schaduw.

Iemand als Anton de Kom(1898-1945) deed dat!

Hij was een Surinaamse anti-koloniale schrijver, die in het Duitse concentratiekamp Neuengamme stierf. Pas onlangs kreeg hij eerherstel van de regering. Vanaf september 2023 wordt de Anton de Kom-leerstoel ingesteld aan de Vrije Universiteit.

Zijn naam noem ik nu als opmaat naar Keti Koti a.s. zaterdag 1 juli: de herdenking van de afschaffing van de slavernij.

 

In alles draagt de adem van God, de trouw van God ons.

Die trouw bezingt Meerklank ook in haar liederen vandaag. Dat is vandaag de rode lijn in die liederen! Het Openingslied zingt: ‘Als er 2 of 3 in mijn naam bijeen zijn ben ik in hun midden, want ik doe altijd mee – met 3, desnoods met 2, wil ik altijd opnieuw beginnen’.

De Tussenzang zingt: ‘geloof mij, God, en draag mij, en leer mij: ik ben niet bang om Uw weg te gaan, volgens Uw plan de juiste weg te gaan’.

En in het Preeklied zingt Meerklank: ‘I believe in God, even when God is silent.’ Het gaat dus om Godsvertrouwen… God is trouw, òòk als wij van het pad dwalen. ‘Volg mij, leef mij, die mij, maak mij’ klinkt het in het Communielied.

 

Tenslotte zingen wij in het Slotlied: ‘Samen kunnen wij ons geven, samen kunnen wij bestaan, samen zullen wij ’t beleven, een nieuwe wereld zal ontstaan’. Samen = Amen met een ‘S’ ervoor! Sàmen in de Martelaren en in Clara & Franciscus: geloven we dat?

In woorden en daden, in bidden en werken kan dit waar worden – ja, altijd weer waar worden!….

In de Naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest. Amen