26 september

Pastor Edmund Owusu

Amsterdam heeft een culturele rijkdom namelijk 180 nationaliteiten. Hier kun je wat mee, omdat het cultureel kapitaal is. Met 180 nationaliteiten in Amsterdam zijn wij wereldwijd statistisch gezien erg multicultureel. Er zijn hier heel veel aanwezige bevolkingsgroepen, leeftijdsverschillen, mensen met een beperking, seksuele diversiteit enz. en bijna voelt iedereen zich hier thuis.

Bovendien zijn er veel organisaties, bedrijven en besturen die een goede representatie van deze multiculturele afspiegeling hebben. Maar er zijn ook veel bedrijven, besturen, organisaties en kerken in de stad die helemaal niet zo representatief zijn als de inwoners van Amsterdam.

Er zijn hier vluchtelingen die groeien in hun professionele vaardigheden en zelfs de Nederlandse nationaliteit krijgen, maar blijven ‘de vluchteling’. Hoe graag ze dat etiket ook achter zich zouden willen laten. Ook zijn er mensen die zich niet gehoord voelen en een gebrek aan perspectief ervaren. Al deze vormen van uitsluiting zetten de samenleving onder druk.

Deze situatie van uitsluiting was / is helaas niet anders in de kerk:

Lange tijd was er een groot onderscheid tussen leken en clerus. Lange tijd was er een grote kloof tussen katholieken en protestanten. Lange tijd was er geen contact tussen gelovigen en ongelovigen.

Wat de andere partij deed, zoals leken, protestanten en ongelovigen kon nooit goed zijn. Wij, de clerus, de katholieken en de gelovigen hadden de waarheid in pacht. En er was een stevige muur gebouwd tussen ons en die anderen. Vaak was het een wij – zij cultuur.

In de eerste lezing kan Jozua het niet verdragen dat twee buitenstaanders als profeet optreden, en het evangelie begint met Johannes, die komt klagen: iemand geneest zieken in Jezus’ naam, en hij is niet “van ons”! Dat kan toch niet!

Nu moeten we weten dat een paar bladzijden eerder de leerlingen nog maar pas ruzie gemaakt hebben over wie de grootste zal zijn, en nu weer beginnen ze over “wij”- de goeie, en “zij”. Jezus kent zijn pappenheimers. Hij weet dat apostelen, kerkvorsten, ook brave katholieken en wij, zwaar in de fout kunnen gaan. Judas was de eerste, en niet de laatste.

Iedereen kent wel het gevoel er even niet bij te horen en te worden uitgesloten. Sommigen ervaren dat ze vaak niet gehoord worden in de maatschappij als nog in de kerk en dat ze geen onderdeel uitmaken van een groter geheel. Deze uitsluiting ligt diep in onze maatschappij.

Leeft er in ons niet iets van de buitenstaander, die twijfelt, het lastig heeft met de Kerk, en probeert een eerlijke mens te zijn? Zijn wij ook niet de kleine mens, de apostelen, die hoopt op het evangelie, maar het alleen zo moeilijk heeft om die weg te volgen? Zo kunnen de lezingen ook ons aanspreken, als persoon en als gemeenschap.

Zowel Jezus als Mozes zeggen daarmee: ‘Maak de kring wijder, sta open voor andere mensen en andere meningen. Breek door de muren van je eigen gelijk, en open je ogen voor het goede en het positieve van andere mensen, ook als die niet hetzelfde geloof hebben als wij.’

Paus Franciscus pleitte op zondag 12 september 2021 in Budapest, Hongarije, o.a. voor ‘openheid’. Hij deed er nog een schepje bovenop in zijn persconferentie (30 minuten) aan boord van het vliegtuig tijdens zijn terugreis naar Rome op 15 september.

Franciscus toont zich hiermee een wettige erfgenaam van het Tweede Vaticaan Concilie (1962-1965). Over enkele weken (11 oktober) is het 59 jaren geleden dat het Tweede Vaticaanse Concilie begon. Paus Johannes xxiii (1881-1963) wilde daarmee de ramen en deuren van de kerk wagenwijd open zetten. De liturgie van vandaag ademt diezelfde geest van openheid, de kring wijder maken.

De vraag is niet meer óf er uitsluiting in onze samenleving is, maar of we het herkennen hoe mensen worden buitengesloten en hoe we hierbij zelf betrokken zijn. Meestal hebben we immers heel snel onze vragen en onze bedenkingen bij iemand die iets anders denkt, vertelt of doet dan wijzelf.

We staan ook heel snel klaar om alles af te meten met onze eigen maat, en alles en iedereen door onze eigen bril te bekijken. Onze eigen overtuigingen, ons eigen doen en denken: dat is onze norm. En we denken misschien ook heel dikwijls: wat ik zelf doe, doe ik beter dan iemand anders.

Mozes heeft een sterke reactie tegen zulke overtuigingen. Nog sterker is de reactie van Jezus: ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons’.

Met elkaar kunnen we aankaarten waar exclusie plaatsvindt en hoe mensen systematisch worden buitengesloten. Hoe kunnen we ons inzetten voor vrijheid, waarheid, recht zodat alle mensen in liefde kunnen samenleven. Als we elkaar opzoeken, elkaar weten te vinden, elkaar het woord geven, naar elkaar luisteren en samenwerken, ligt er een kleurrijke toekomst voor ons.

Het lijkt me van belang dat we oog hebben voor waar de Geest waait en hoe de geest waait! Dat we opengaan en de tekenen zien, die ons wijzen naar de aanwezigheid van het Rijk Gods, een Nieuwe menswaardige en gelijkwaardige Wereld, die wellicht al bij onze ‘buren’ begint te groeien.

Dat we proberen het goede te zien in mensen, die anders zijn dan wij!!.

Het Tweede Vaticaans Concilie heeft ons de ogen daar voor geopend.

Ook andere godsdiensten, andere culturen dragen elementen in zich, die verwijzen naar God, zoals compassie, inleven en meeleven.

Al meer dan vijftig jaar organiseert Pax in september de Vredesweek. Dit jaar heeft de Vredesweek als thema “inclusief samenleven”. Om samen in vrede te leven heeft u de ander nodig. Mensen die naast u staan en mensen die niet tot u directe omgeving behoren. Dit is niet altijd gemakkelijk omdat die ander ons soms angstig maakt. Daarmee roept PAX op tot ontmoeting en verbinding. Vandaag is het slot van de vredes week. Maar nu begint eigenlijk het echte werk voor de vrede. Een volmaakte wereld bereiken wij niet, maar iets beter zou best welkom zijn.

Mogen ook wij openstaan voor ieder, die het goede in zich draagt.

Hoe anders hij of zij ook is. Want “De ander is anders, Mooi anders.”

Dat blijkt uit het veelzeggende gedicht van Hans Andreus:

Je bent zo,

Je bent zo

mooi anders

dan ik,

natuurlijk niet meer of minder

maar zo mooi anders,

ik zou je nooit

anders dan anders willen