8 november

Overweging Frank de Haas en Frans Woortmeijer

luister naar bericht

Wijsheid 6, 12-16 en Mat. 25, 1-13 Eerste deel (Frank de Haas)

Beste medeparochianen,

1

In de eerste lezing van vandaag wordt de wijsheid in vele toonaarden bezongen. De wijsheid is zichtbaar en beschikbaar. Je vindt haar zelfs pal voor je deur. Maar doe er wel iets voor, zoek haar. Het begrip wijsheid wordt hier niet gebruikt zoals wij dat gewend zijn te doen. Wij denken dan al gauw aan intelligentie en levenservaring. Wijsheid volgens de bijbel is: volledig betrokken zijn op God. En dan gaat het niet zozeer om bidden of vroomheid, maar om een levenshouding die doortrokken is van God. Wijsheid is een beschikbare gave, die je ook op moeilijke momenten in je leven kunt krijgen.

2

In het evangelie horen we over tien meisjes. Vijf zijn wijs, vijf zijn dwaas. Hier komen we dus ook de wijsheid tegen. Voor de lamp die je bij je draagt, is extra, is voldoende olie van levensbelang. Je moet de wijsheid onderhouden. De lamp moet aanblijven zodat je de weg van je leven kunt vinden. Dat vraagt om alertheid. Dat vraagt om aandachtig leven! De bruidegom nodigt de meisjes uit. Wij worden door de Heer uitgenodigd. De wijze meisjes zijn voorbereid. Zij zijn zo verstandig om extra olie mee te nemen en worden tot het feest toegelaten. We moeten wel leven naar de beloftes die de Heer ons doet. Waakzaam zijn. De boodschap van beide lezingen is duidelijk: het rijk van God staat voor ons open, maar de toegang is wel van je inzet en je houding afhankelijk. Wijs is dat je God in je leven toelaat. Dwaas is dat je God buiten je leven houdt.

3

Het evangelie roept wel een vraag op. Laten die wijze meisjes de dwaze meisjes niet in de steek? Er wordt toch een beroep op ze gedaan. Maar misschien gaat het daar in deze lezing niet om. Misschien moeten we de reactie van de wijze meisjes zo verstaan: zomaar ineens een heel andere houding in je leven aannemen, kan niet. Niet van het ene op het andere moment. Jezus is dé wijsheid in levende lijve. Houd je hart voor Hem open, leef naar zijn bezielende voorbeeld , in woorden en daden. Ons leven moet van olie doortrokken zijn.

4

Dit is de 32e zondag door het jaar. Het einde van het kerkelijk jaar nadert. Dan moeten we des te alerter en scherper zijn. ‘Wijze waakzaamheid’ wordt van ons gevraagd. Wat is de essentie van het leven? Houd de lamp brandend. Zorg voor die extra olie. Houd de lamp van je geloof brandend. Houd je vertrouwen op peil en blijf hopen. Berust niet, blijf waakzaam en actief. Dat we kinderen van God zijn en blijven. Zijn volk onderweg. Trouw aan Hem, aan jezelf en aan de medemens.

5

In Jezus kunnen we de gekwetste medemens zien. Allen zijn we op het bruiloftsfeest uitgenodigd. En zijn we hier aan Zijn tafel uitgenodigd, om het brood met elkaar te delen. Ons samenkomen hier helpt bij het brandend houden van onze lamp, van ons hart. Het is als bijtanken, opladen voor alles wat we in het dagelijkse leven meemaken In de lezingen gaat het nogal eens over het einde der tijden. Dat is er nog niet. Maar belangrijk zijn de evaluatiemomenten in ons leven. Hoe doen we het? Blijven we naar wijsheid zoeken en zo licht uitstralen naar de ander?

6

De olie raakte bij de wijze meisjes niet op. Gebeurt dat wel, dan vervliedt de inspiratie in ons leven. Dan raakt de fut eruit, verdwijnt de smaak, wordt ons bestaan zouteloos. Raakt God uit beeld. Hij wiens liefde groter is dan de dood. De olie is de levenskracht.

Tweede deel (Frans Woortmeijer)

7

Dat was de uitleg van de lezingen. Maar wat moeten we daar nu in de praktijk mee? Hoe kunnen we in de praktijk waarlijk wijs zijn en ons ook zo gedragen?

8

Frank verwees in zijn deel van de overweging naar de eindtijd. Die stond in de tijd van Jezus nogal in de belangstelling en ook Jezus verwees er in zijn parabels vaak naar. Hij bedoelde dan de komst van het Koninkrijk der Hemelen.

In onze tijd zou die eindtijd wel eens op iets anders kunnen duiden: door de corona zouden we bijna vergeten dat er grote problemen zij die onze planeet, ons menselijk ras, bedreigen: opwarming van de aarde, klimaatverandering, overbevolking en dus een steeds groter voedsel- en waterprobleem. Weliswaar zal dat niet leiden tot het einde der tijden, maar wel kunnen en zullen er grote problemen ontstaan voor de menselijke soort.

Of we die problemen op tijd kunnen – vooral willen – oplossen begint steeds twijfelachtiger te worden. Kunnen we nog een gezonde aarde nalaten aan onze kinderen, aan onze kleinkinderen, aan onze achterkleinkinderen? Het wordt steeds moeilijker te geloven.

9

Maar één ding is zeker: Als we de problemen te lijf willen gaan, zullen we dat samen moeten doen. En samen is de optelsom van 7 miljard individuen.

Wijsheid in de praktijk is dus om zelf te beginnen met anders te leven. Geen water verspillen, geen voedsel verspillen, minder of liefst geen vlees eten, zeker zo min mogelijk van een vliegtuig gebruik maken. Het staat vast dat niet iedereen dat zal gaan doen. Maar wijsheid vereist dat jij, dat u en ik het wél zoveel mogelijk proberen te doen.

10

Willem van Oranje, de voorvader van onze koning Willem Alexander, heeft ooit gezegd: “Het is niet nodig te hopen om te ondernemen noch te slagen om te volharden”.

Aan iets beginnen wat goed is, of er kans van slagen is of niet, dat is wijsheid in de praktijk. Als we zo leven zal de wijsheid ons steunen, ons helpen te volharden. Zie de eerste lezing. De wijsheid volgen is geen makkelijke weg, maar zij leidt uiteindelijk wel naar innerlijk geluk, of misschien – zo kunnen we alleen maar hopen – zelfs naar resultaat.

11

Ik besef dat mijn pleidooi voor praktische wijsheid een iets andere is dan in de evangelielezing van vandaag wordt bedoeld. Maar de evangelielezing werd geschreven in de eerste eeuw na Christus en we leven nu 2000 jaar later. Tijden veranderen, maar we kunnen de wijsheid van Christus in de evangelielezing wel vertalen naar onze tijd. En dat is, wat ik in mijn deel van de overweging heb proberen te doen. Dat we blijven zorgen voor voldoende olie in onze lamp. Amen