9 augustus

Overweging Ari van Buuren

I Koningen 19, 9a.11-13a en Mattheüs 14,22-33

1

Kent u het liedje ‘Suzanne’ van Herman van Veen uit 1969?

Oorspronkelijk is het een gedicht van Leonard Cohen uit 1966. ‘Suzanne’ gaat over danseres Suzanne Verdal. “Suzanne is half-crazy” zingt Cohen. Ze houdt van tweedehands kleren van het Leger des Heils. En ze geeft hem thee en sinaasappels uit China. Hij wil met Suzanne wel naar de overkant van de St. Lawrence rivier.

Tussen twee liedjes over haar zingt Cohen opeens over Jezus. Liefde en Geloof hebben met elkaar te maken! Dat zoeken wij toch ook telkens hier in de kerk?!…

2

Cohen’s lied is bekend in een vrije bewerking van Rob Chrispijn, gezongen door Herman van Veen. Dit is hun tekst: En Jezus was een visser die het water zo vertrouwde, dat Hij zomaar over zee liep, omdat Hij had leren houden van de golven en de branding, waarin niemand kan verdrinken. Hij zei: ‘ Als men blijft geloven, kan de zwaarste steen niet zinken’. Maar de hemel ging pas open, toen Zijn lichaam was gebroken en hoe Hij heeft geleden, dat weet alleen die Visser aan ’t kruis. En je wilt wel met Hem meegaan, samen naar de overkant en je moet Hem wel vertrouwen, want Hij houdt al jouw gedachten in Zijn hand.

Cohen èn Herman van Veen zijn duidelijk geïnspireerd door ons zondags-evangelie: het verhaal over Visserman Jezus, die zonder angst ’s nachts over het stormachtige meer van Galilea loopt.

Lopen over water?! Moet je soms weten, waar de paaltjes onder water staan? Echt over de zee of een meer lopen: wie kan dat? Misschien kan illusionist Victor Mids dit eens laten zien in zijn tv-programma Mindf*ck?…

3

Eens kwam ik zelf terecht in een storm op een meer.

In januari 2011 waren mijn vrouw en ik bij Indiaanse vrienden in Guatemala. We wilden naar het magnifieke krater-meer van Atitlán. In een inheems bootje wandelden we over het water van Panajachel naar Santiago Atitlán.

De terugreis na de overnachting vergeet ik nooit meer. Halfweg overviel ons een zware storm. We waren voorbij het ‘point of no return’. De golven sloegen steeds hoger en hoger tegen de boot. Een Amerikaanse vrouw, die daar al 30 jaren woonde, legde haar boek terzijde en zei: “It’s really scaring, isn’t it??” Het was doodeng! “O God, red ons” bad ik.

Het was zoals in het zondagsevangelie: de boot was ver van de kust, en werd geteisterd door wilde golven. Verstarrende angst maakte mij – net als Petrus – kleiner en kleiner.

Vlakbij de kust werd de wind eindelijk een zachte bries. Ik moest nog helemaal bijkomen.

4

Ons evangelie-verhaal speelt zich af tijdens een lange nacht.

Jezus dwingt(!) zijn leerlingen alvast naar de overkant van het meer van Galilea te varen. Volgens Johannes krijgt Jezus na de wonderbare Brood-vermenigvuldiging stormachtig applaus. Gretig, méér dan gretig wil men hem zelfs tot koning uitroepen!

Hier onttrekt Jezus zich bewust aan. Hij wil slechts rust om alléén te mediteren en te bidden. Soms is zo’n stille tijd ook voor òns broodnodig! Wij hebben dat ervaren op de 16 zondagen van 15 maart tot 5 juli, toen er wegens corona geen Vieringen mochten gehouden worden. De kerk was open. Velen kwamen. Er was ruimte voor stilte, gebed, kaarsen of muziek.

Intussen is in het zondagsevangelie het schip met Jezus’ leerlingen midden op het meer, zo’n 10 km van de kust. Storm teistert hen. Wàt een contrast met Jezus: ver weg in rust!

Pas tegen de ochtend: na vele uren krijgen ze hoe dan ook Jezus in het vizier…

5

Ik geloof, dat de boot-in-de-nachtstorm een beeld van ons leven is.

Afgelopen week was er grote ellende 120 km ten Noorden van de zee van Galilea. In de haven van de Libanese hoofdstad Beirut ontstond dinsdag 4 augustus opeens een nacht-merrie door de vreselijke explosies van 2.750 ton opgeslagen ammonium-nitraat.

Het vluchtelingen-kinderkamp ‘Bukra Ahla’ in Beirut, waarmee wij banden hebben, is gespaard gebleven. Verder is het in Libanon rampzalig: een corrupte regering, geld dat 80% minder waard is geworden, en ook corona. Mensen demonstreren wanhopig…

Wij hier hebben ‘alleen maar’ corona. En dàt vinden velen nu een te lange nachtmerrie. Het is zwaar voor de kwetsbare ouderen. Sommige jongeren hebben het ‘gehad’ met het corona-spook. Gretig vieren mensen weer feest of ze gaan in drommen naar het strand…

Met ons allen zitten wij zogezegd in het schip. We roeien met de riemen, die we hebben. Alle hens moet aan dek komen. “Is de vaart er soms uit?” vraagt Premier Rutte ons! —

En wij: wachten we op God? Elia ervaarde, dat God niet in een storm, aardbeving of vuur aanwezig is. Hij is er in het stille suizen van een zachte bries… Wanneer is dat zover??

6

Jezus laat zijn leerlingen op het schip in de storm uren lang in de nachtmerrie wachten.

Hij komt hen achterna, nadat ze al veel doorstaan hadden. Waarom niet eerder??

Jezus kent dit uit eigen ervaring. Hij doorstaat in de woestijn de verzoekingen vol gretigheid naar macht. Mattheüs vertelt, dat pas daarnà engelen Jezus komen dienen! Het zijn de engelen uit Psalm 91, waarover straks de Cantor in het Slotlied zal zingen.

Zoiets bedoelt ook Leonard Cohen in zijn lied ‘Suzanne’, dat in de versie van Herman van Veen wat veranderd is. Dit is de oorspronkelijke tekst van Cohen: En Jezus was een zeeman toen hij wandelde op ’t water. Lang mediteerde hij op zijn eenzame houten toren. Pas toen hij er zeker van was dat alleen drenkelingen hem zagen zei hij: “Alle mensen zijn zeelui tot de zee hen bevrijdt”. Maar zelf werd hij gebroken lang vòòr de hemel zou opengaan.

Soms zijn wij inderdaad drenkelingen.

Soms kunnen we Jezus even voorbij zien wandelen: spook-achtig, beangstigend, bevrijdend…

7

Tenslotte noemt Jezus drenkeling Petrus een “kleingelovige”. Hoe dit te verstaan?

Klein geloof is eigenlijk heel gretig. Het verlangt naar wonderen. Je wilt op water kunnen wandelen. Klein geloof is misschien ook verlangen naar macht en invloed. Klein geloof heeft niet genoeg aan één regenboog na de storm.

Laten we daarom durven geloven in de als Brood gebroken Jezus, in de ‘Wounded Healer’ die wonden en zonden heelt, in de Visserman die na een tijd van wachten met ons meegaat naar de overkant…

Lof zij U, Christus, in eeuwigheid. Amen

Ari van Buuren